"HIJ LIET ZIJN LEVEN EN BRAND
SPAARDE HET ONZE"
UIT &R00TM0EDERS ANSICHTENALBUM
'T KLEINE KRANTSJE
KUNST IN EN OM
HET BURMANIAHUIS
LEEUWARDER VLIEGER JITZE KIEMEL
■II
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 13
Wie over het oude gedeelte van de Noorderbegraafplaats loopt, kan, helemaal achter
aan rechts, bij het aanschouwen van de lange rijen graven, plotseling getroffen
worden door de tekst op een herinneringssteentje. „Hij liet zijn leven en spaarde het
onze" staat er op die steen en de ondertekening luidt: „Bos- en Vaartkwartier
Haarlem". Voor wie hebben de duidelijk dankbare Haarlemmers die zinsnede
aangebracht? Wel, voor een jeugdige Leeuwarder, Jitze Kiemel, die nu bijna veertig
jaar geleden met zijn vliegtuig neerstortte op de Spaarnestad. Hij had daarbij op een
school en op dichtbevolkte woonwijken kunnen neerkomen, maar hij zag in de laatste
seconden van zijn jonge leven nog kans die te ontwijken om op een onbebouwd stukje
grond te pletter te slaan. Hij liet zijn leven en spaarde de levens van wie weet hoeveel
anderen.
ogen in zijn vliegtuig staan. Toen
bukte hij zich nog en greep hij de
stuurknuppel om te voorkomen,
dat de machine terechtkwam op
de huizenblokken of op de nabij
gelegen lagere school.
Een moment later sloeg het
vliegtuig achter de tennisbaan
op een opgespoten terrein tegen
de grond.
Ijlings toegeschoten ooggetui
gen zagen direct, dat zij voor de
ongelukkige vliegenier niets
meer konden doen: het veronge
lukte toestel had een gat veroor
zaakt van wel vier meter diep.
Toen het stoffelijk overschot van
het twintigjarige slachtoffer vier
dagen later onder grote belang
stelling en met militaire eer aan
de schoot der aarde werd toe
vertrouwd, was er op de Noor
derbegraafplaats ook een dele
gatie aanwezig van de
Vereniging Bosch en Vaart, het
kwartier in Haarlem, waar Jitze
Kiemel was verongelukt.
De Haarlemmers, overtuigd van
Jitze's heldhaftige gedrag-op-
het-laatste-moment, legden een
krans op het graf. Het geld er
voor was in een spontane actie
onder de buurtbewoners bijeen
gebracht.
Ook stelden zij de ouders van de
vliegenier een bedrag in handen
voor een blijvende herinnering.
En dat werd dan dat steentje
met die zo treffende tekst: „Hij
liet zijn leven en spaarde het
onze."
Te Southend stond dezer dagen
een man terecht, beticht van
brandstichting. Uit getuigenver
horen bleek, dat hij zijn huis had
in brand gestoken, zoodat dit tot
de grond toe afbrandde, terwijl
hij zelf beweerde, dat het huis
door de brandbommen uit een
Zeppelin getroffen was. Hier
maakte de gelegenheid niet den
dief, maar.den brandstichter.
(1915)
Jitze Kiemel, op deze foto staand in het midden, was niet de enige
van zijn groep, die dodelijk verongelukte. Van deze zeven jonge
vliegers, allen geboren omstreeks 1930, leven er nu nog maar
twee.
Jitze Kiemel was op de zeven en
twintigste augustus 1929 gebo
ren in Leeuwarden als zoon van
Minne Kiemel (1906-1972) en
diens vrouw Houkje Faber
(1900-1980).
Hij bezocht in Leeuwarden de
lagere Van Munsterschool en
daarna, aan de Kanaalstraat, de
Christelijke H.B.S.
Al jong had hij zijn zinnen erop
gezet vliegenier te worden, maar
hij vond met zijn ideeën geen
weerklank bij zijn ouders, die er
erg op tegen waren.
Jitze zette echter door en in
1947, toen hij zeventien was,
meldde hij zich als vrijwilliger bij
de Koninklijke Marine. Hij werd
er, om te beginnen, telegrafist
derde klas.
In oktober 1948 werd hij leerling
onderofficier vlieger. Hij behaal
de zijn brevet, maar hij had zijn
opleiding nog niet geheel vol
tooid, toen die noodlottige vrij
dag de twaalfde mei 1950 aan
brak.
Jitze Kiemel kreeg toen de op
dracht tot het maken van een
solovlucht op een hoogte van elf
kilometer. Hij steeg 's morgens
omstreeks tien uur op van het
vliegveld Valkenburg in een Fi
refly. Velen zagen het ranke
vliegtuigje daarna vliegen boven
Haarlem-zuid.
Op een hoogte van vier- of vijf
duizend meter kreeg de piloot
kennelijk te kampen met een
technische storing, die hem in
grote moeilijkheden bracht. Tot
ontzetting van velen op de grond
schoot het toestel met duizeling
wekkende vaart naar beneden
en er leek toen al geen houden
meer aan.
Toch kreeg de vlieger zijn toe
stel weer een moment horizon
taal en ooggetuigen in de Ein-
denhoutstraat zagen de
vliegenier rechtop met uitge
spreide armen en grote angstige
In 1912 kocht de directie van de
'Algemeene Friesche Levens
verzekering Maatschappij, des
tijds gevestigd in het fraaie pand
aan de Eewal, waarin nu nog de
'Leeuwarder Onderlinge' is ge
huisvest, het Burmaniahuis aan.
Het pand was toen al enige jaren
onbewoond en zag er wat ver
vallen uit, zoals duidelijk blijkt uit
de afbeelding op een wandbord
in blauw Delfts aardewerk uit die
tijd. Aan de heer J. J. Kramer,
ook architect van het pand aan
de Eewal, komt de eer toe het
gebouw te hebben aangepast
aan de eisen van die tijd. Bij de
ingebruikneming op 1 November
1914 had de Directie de indruk
nu tot in lengte van dagen schit
terend te zijn gehuisvest. In de
hal vertolkt een prachtig tegelta
bleau nog steeds de dank van
'den Buitendienst' die het bij de
ingebruikneming aanbood.
In de daarop volgende jaren
groeide de omvang van de
Maatschappij zo snel, dat al
spoedig een groot brandvrij ar
chief links van de ingang moest
worden aangebouwd, gevolgd
door een ruime tuinzaal aan de
achterzijde. In 1934 volgde een
tweede uitbreiding, waardoor
een deel van de tuin moest ver
dwijnen maar toch een ander
deel in aangepaste vorm van die
tijd kon blijven behouden. Het
personeel van de binnendienst
bood een tuinmonument aan,
dat bekroond werd door een
prachtig beeld, ontworpen door
de kunstenaar Gerrit van der
Veen, die later in het verzet zulk
een bekendheid zou krijgen.
In het beeld is de zorg van de
moeder uitgedrukt, die het kind
behoedt voor de val in de vijver.
Bij een volgende verbouwing
verdween het laatste stuk van
de binnentuin en werd het mo
numentje gesloopt. Het beeld
verhuisde naar een der zolders
waar het zorgvuldig werd be
waard om tenslotte te worden
herplaatst aan de gevel van het
poortgebouw aan de achterzij
de. Als men de foeilelijke barriè
re trotseert en het gebouw aan
de achterzijde door de poort be
treedt, ziet men de zorgende
moeder op zich neerkijken.
Leeuwarden H. T. ten Have
Wij hebben het Schooldijkje als zijstraat van de Huizumerlaan nooit anders dan als Schooldijkje gekend, maar in vroeger jaren
werd het kennelijk als 'It Dykje' aangeduid. Dat althans staat er op deze door Postma's Boekhandel in de Schrans uitgegeven
prentbriefkaart. Er lijkt ons, van wat we op deze foto zien, nu niets meer over te zijn, al bestaat het Schooldijkje dan nog altijd.
En zouden er van de gefotografeerde dames nog enkelen in leven zijn Misschien horen we dat nog wel eens.