Jmc
hellema
1 KLEINE KRAKTSJE
Makelaars en
Taxateurs
voor geheel
Friesland
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
PHILIP FEITSMA
Inderdaad, zoals u schreef was
Philip Feitsma net voor de bevrij
ding nog in leven. Ik heb vroeger
bij de ouders van Philip gediend
en ik ben in die tijd ook wel in de
sjoel geweest.
Een half jaar na de bevrijding
ging ik met de bus van Tzumma-
rum naar Leeuwarden op zoek
naar een kapper en ik kwam
toen terecht in een zaak op de
hoek van de Slotmakersstraat
en de Wortelhaven. Het was op
een vrijdag en na een poosje zei
ik, dat er zo weinig mensen uit
de sjoel kwamen. Zo kwamen
we te spreken over al de joden,
die er niet meer waren.
De kappersvrouw, het was een
Kindermans, liet mij toen een
foto zien van Philip Feitsma,
want hij was met haar zoon op
school geweest. Kort voor de
bevrijding, aldus deze vrouw,
had Philip nog op de brug van de
Voorstreek gestaan, samen met
een Duitse begeleider. Deze
mevrouw heeft toen nog een
paar woorden met hem gewis
seld. Hij was toen nog in Wester-
bork en hoopte vurig op zijn te
rugkeer naar Leeuwarden.
Ik ben nu zes en zeventig jaar en
het is allemaal dus al lang gele
den, maar vergeten doe je het
nooit. Ik sluit hierbij een foto van
Philip in; die is gemaakt op Sab-
bathdag op de Nieuwestad. Mis
schien is er nog een ver familie
lid, die er belang instelt, en
anders wilt u hem wel bewaren -
bij mij raakt hij later weg.
Peins M. Appelhof-Jongsma
ELKAN ITALIË
Wat mij in het augustusnummer
van 't Kleine Krantsje ten zeer
kwam te staan en dat toen door
toedoen van de heer Visser aan
het Molenpad een geheel nieuw
padvinderslokaal werd ge
bouwd. Ik heb in 1941 Leeuwar
den verlaten en weet dus niet
wanneer het nieuwe lokaal ge
bouwd werd.
Toen ik, en het was meen ik
begin 1935, bij de padvinderij
kwam, hadden ze een clubhuis
aan de Joh. Semstraat. Naar
mijn herinnering was dit een oud
pakhuis. De begane grond was
in gebruik bij de "Welpen" (met
Jetse Vissér als Akeela?) en op
de eerste verdieping hadden de
"verkenners" hun domein, en
misschien ook de voortrekkers.
Dat weet ik niet meer. Het zag er
toen allemaal nogal haveloos
uit, doch met vereende krachten
werd getracht hier verbetering in
te brengen. Het zoveel jarig be
staan van Leeuwarden in 1935
bracht wat dat betreft enige uit
komst. Over de Tuinen was toen
een poort opgetrokken van
hoofdzakelijk triplex. Dit triplex
was in de nodige middeleeuwse
kleuren geverfd. Na afloop van
de feestelijkheden mocht deze
"Tuinsterpoort" gesloopt worden
en kregen de padvinders de be
schikking over het geverfde tri
plex. Met dit triplex werd o.a. het
inwendige van het clublokaal
wat opgeknapt en ik dacht dat
we daar toen aardig in geslaagd
waren.
ste trof was de foto van een van
mijn schoolvrienden op de voor
pagina. Ik heb even stil zitten te
denken aan die spontane jon
gen, die op zo'n gruwelijke wijze
is vermoord.
Ik kwam wel bij Elkan thuis en
had hem dan ook van zeer nabij
gekend. Na de oorlog heb ik me
vaak afgevraagd waar hij geble
ven zou zijn. Ik heb nog een
schoolfoto, waar hij ook op staat.
Na schooltijd voetbalden wij
vaak op het schoolplein en dan
was hij daar ook bij. Ik zie hem
nog met zijn zwarte krullebol en
witte blouse en kniekousen.
Als je dan deze foto's in 't Kleine
Krantsje ziet besef je weer eens,
dat het leven van Elkan al op
zo'n jonge leeftijd verschrikkelijk
geëindigd is en dat je zelf voor
een dergelijk lot gespaard geble
ven bent.
De jaren vliegen als een scha
duw heen en het zijn alleen de
herinneringen, die blijven. Dit
over Elkan en zijn vele lotgeno
ten, zoals Bram Beerenborg van
de Put en Granaada, bij wie ik
de contributie van de bakkers-
bond moest ophalen voor mijn
baas, Kuipers op de Nieuwebu-
ren. Vier en veertig jaren liggen
er tussen 1942 en nu - waar zijn
die jaren gebleven?
Leeuwarden Rinze v.d. Heide
PADVINDERS
In 't Kleine Krantsje nummer 505
staat een stuk over de "Burma-
nia" padvindersgroep. Ik heb het
met belangstelling gelezen aan
gezien ik ook padvinder bij deze
groep ben geweest. De opsom
ming vanaf de oprichting is
dacht ik niet geheel compleet.
N.N. schrijft dat alles goed ging
tot op een keer de hele kelder
van Mariënburg onder water
Ik veronderstel dat na het pand
aan de Joh. Semstraat een
nieuw clubhuis gebouwd werd
aan het Molenpad, doch het is
ook mogelijk dat in de oorlog het
clubhuis in de Joh. Semstraat
werd verlaten. Misschien na de
oorlog een clubhuis op een an
der (tijdelijk) adres en daarna
naar het Molenpad?
De gebroeders de Boer heb ik
ook gekend. Het was toch
Tjeerd de Boer die destijds
vaandrig was? Ook herinner ik
me een padvindersrevue, spe
ciaal die waarin het paard "Oli
via" een rol speelde. En de pad
vinderskampen. Ik maakte er
twee mee. De eerste in de om
geving van St. Nicolaasga bij
een stoeterij, de tweede bij Wa
penveld. Voor dit kamp was door
enkelen een fietskarretje gecon
strueerd om wat kampeerartike-
len in te vervoeren. Het was he
laas niet stevig genoeg en dat
leverde onderweg nogal wat
problemen op.
Voor de Jamboree in 1937
moest het Jamboreelied inge
studeerd worden. We deden dit
meen ik in een huis aan de Put.
Ik meen dat we trouwens ook
wel bijeenkomsten hebben ge
had in een huis Achter de Ho
ven.
De familie Wijbinga heb ik ook
gekend, en misschien Ruurd de
Roos toch ook wei, en op een
enkele uitzondering na alle per
sonen welke voorkomen op de
foto welke u hebt geplaatst in het
nummer 505.
Castricum H(enk) Zijlstra
PEPERMUNTSJEFABRIEK
In 't Kleine Krantsje nummer 509
schreef u over de Pepermuntfa-
briek van Van Slooten, die in
1933 van Harlingen naar Leeu
warden zou zijn verhuisd. Maar
het was niet in 1933, doch in
februari 1932, dat wij verhuisden
van Harlingen naar Leeuwar
den, omdat toen ook de fabriek
hier begon te draaien.
Mijn vader is van het begin af
werkzaam geweest bij Van Sloo
ten. Dat was na de eerste we
reldoorlog. Vaak heeft hij ver
teld, dat hij in de mobilisatietijd
sergeant was geweest en dat
Gooi van Slooten als soldaat bij
hem was. Mijn vader was dus
wel bekend bij de vader van
Gooi en Rinze van Slooten. Zo
doende kwam hij er ook te wer
ken.
Jammer genoeg weten wij ook
niet precies, wanneer de fabriek
is opgericht. Wellicht zijn er in
Kt
Makelaardij eind» 1898
Leeuwarden - Drachten
•Dfl:
Harlingen nog mensen, die u
hierover kunnen inlichten. Ik ben
er ook wel nieuwsgierig naar.
Leeuwarden
Mevr. A. Looyenga-de Boer
AEGON
In 't Kleine Krantsje nummer 509
wordt onder de kop van "Leeu
warden van A tot Z" gesproken
van de eerste fusie van de Alge-
meene Friesche met de Groot
Noordhollandsche. Naar ik mij
herinner vond de toenadering
van beide Maatschappijen
plaats in 1938.
Echter was er geen sprake van
fusie, maar werd er een belan
gengemeenschap aangegaan.
Er vond dus geen integratie van
ieders bedrijfsvoering plaats. Ju
ridisch zal dat veel problemen
hebben gegeven vanwege de
verschillende structuren. De Al-
gemeene Friesche was een on
derlinge Mij., die de overwinst
aan de verzekerden restitueer
de, hetzij contant of door verho
ging van het verzekerde bedrag,
de Groot Noordhollandsche was
een vereniging, die de winst in
huis hield en deze geheel aan
wendde ter versteviging van de
(extra) reserves.
Eerst toen de Olveh ten tonele
verscheen zijn de drie Maat
schappijen gefuseerd en werd
de naam AGO geïntroduceerd.
(Vervolg op pag. 16)
De officiële ingebruikneming van het nieuwe Burmaniatroephuis aan de Johannes Semsstraat. "Akela,
wij doen ons best" aldus luidde de horderoep van de welpen.