in alle prijsklassen AUKE VISSER: EEN MAN VAN ALLE MARKTENTHUIS 'T KLEINE KRANTSJEi midden in de peperstraat 9 bilgaardpassage 56 LEEUWARDEN FOTO VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 5 Camera's bleeker markt: "Ik op een ouwe fiets met kusjebannen en die peer den met een road lampke anne steert". In de zestiger jaren verhuisde Auke Visser naar Amsterdam, waar hij als 'Boere Auke' een overbekende figuur werd op het Waterlooplein. Hij leerde er een vrouw kennen en er kwam zo waar een Vissertje bij - de zoon is nu vierentwintig en woont in Uden bij zijn moeder thuis. Toen Mies Bouwman haar gro te actie ontwikkelde voor Het Dorp zag warempel heel Ne derland hoe Auke Visser als eerste het podium beklom om als 'koopman van het Waterloo plein' een bedrag van vijfen twintig gulden aan te bieden - iedere Leeuwarder constateer de toen tot z'n stomme verba zing, dat Auke kans zag na dit mooie moment nog een lange tijd voor de hele wereld in beeld te blijven - hij leek ge woon niet bij Mies vandaan te slaan. Opnieuw verwierf Auke Visser zich een aanzienlijke publieke belangstelling, toen hij - samen met zijn broer Jan - kans zag bij een grote overstroming een aantal Amsterdammers het le ven te redden - met een bootje werden de Mokumers in veilig heid gebracht. PRACHTIGE TIJD Het werd voor Auke Visser een prachtige tijd daar in Amster dam, maar toch keerde hij uit eindelijk weer naar Leeuwarden terug. En nu zit hij voornamelijk in wat hij zelf eenvoudig als 'het oud iezer' omschrijft. Wordt er ergens een gebouw afgebro ken, dan zal hij bekijken of het de moeite loont aan te kopen, wat er uiteindelijk aan waarde vols overblijft. "Dat slope we er dan uut, iezer, koper, zink of load, alles kanne we bruke, al les kanne we weer kwiet". Daarbij beweegt de actieve Auke Visser zich niet alleen binnen de gemeentelijke of pro vinciale grenzen. Moet er, om maar een paar voorbeelden te noemen, een ondergrondse schuilkelder bij Scheveningen worden gesloopt, dan daalt hij daar in de donkere diepten af op zoek naar het ijzerwerk uit (Vervolg op pag. 14) vroeg ik. 'Jaseker is er wat voor mie bij' se die man, 'ik sal wel even een vrachtauto opha- le'. Wudt mie die hele boel in beslag nomen. Dat mocht hier niet, spullen uut een sieken- huus. Wistikveul". Deze onfortuinlijke start ver mocht hem niet uit het veld te slaan - iedere vrijdag ver scheen hij weer opnieuw als koopman op de markt, nu eens met deze, dan weer met die ontontbeerlijke zaken voor de mens. "Ik he der oek es staan met twee en veetig badküpen en w.c. potten, een hele vracht auto vol". Hij was nog maar heel jong, toen hij al met vader meeging naar de vrijdagmarkt. De ouwe was een figuur, die niet weg te denken viel uit het stadsbeeld van Leeuwarden. Hij handelde in alle mogelijke tweede tot en met tiende hands spulletjes en zijn beide zoons, Jan en Auke, zagen van hem de kunst af. De allereerste keer, dat Auke Visser hier zelf voor eigen re kening en risico op de markt stond probeerde hij een partijtje bedden en dekens uit een zie kenhuis aan de man te bren gen. Alles gestoomd en wel. "Der kwam al gauw een klant op af. 'Is er wat voor u bij?', "Kom, docht ik, laat ik koaningin Beatrix, nou't se hier toch is, een beketsje bloemen anbiede. Mar nee hoor; der vliegt al gauw een pliesje op mie af: "Ho, ho, Visser, der komt niks van in jong, fut met die bloemen!" Mar wat gebeurt er even later? Der komt Claus op mie af. Om ekskuses an te bieden. Kiek, hier he 'k er een foto van. Staan 'k met de prins te praten. In 'e Groate Kerkstraat, ja. Een moaie grap was dat". Aan het woord is Auke Visser, een overbekende stadgenoot, die een dezer dagen zeventig werd. Officieel staat hij als 'koopman' te boek, maar je kunt geen arbeidsactiviteit be denken of hij heeft er vroeg of laat wel eens wat mee te ma ken gehad: Auke Visser, de jongste zoon van de vroeger zo populaire marktkoopman Gerrit Visser, is z'n hele leven bereid geweest alles aan te pakken, waar hij brood inzag. En zelfs bezigheden, die hem geen stuiver opleveren, kunnen we hem op de meest onver wachte momenten en plaatsen zien uitoefenen. "Ja jong, 's winters at er sneeuw leit, dan maak ik wel es de stoepen voor 't Gerechtshof skoan. Kom ik er met een hakmes en een skep en gooi ik er een emmer- ke of vijf, zes pekel op. Op ei gen inisjatief ja. Wud ik niet voor betaald. Mar dan sien se mie daar binnen wel. "Kiek" segge se dan, "Auke is weer bezig hoor". Ja, die meensen der kenne mie wel. Ik kom er oek wel es om er een strafsaak bij te woanen. Gaan 'k er ge- woan op een bankje bijsitten. En dan mut je niet denke, dat se mie der futsture. Se wete der wel, wie Auke is". SEUN VANGERRIET Maar het duurde niet lang of de Leeuwarders kregen de jonge Auke Visser ook in geheel an dere hoedanigheden in het beeld. Als de opbouwer bij een circus bijvoorbeeld of als ver zorger van de olifanten. Als op passer op de ijsbaan aan de Bleekerstraat om de lieve jeugd het oppieken te beletten, of als baanveger op drukke punten van een toeristisch ijstraject. Ook konden we hem 's winters in een ijstentje bij de Hals van de Groote Wielen zien staan. Om, als het zo uitkwam, de vol gende dag een stel paarden te vervoeren naar de Zuidlaarder-

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1988 | | pagina 5