ALS JONGSTE BEDIENDE BIJ
DE COÖPERATIE EXCELSIOR
33
'T KLEINE KRANTSJE
F. POPMA Lzn
IN DE DERTIGER JAREN
WOON- en
Ü3EDRIJFSMAKELAARDIJ
HONDERD
JAAR
GELEDEN
alle onroerend-goed zaken betreffende
Harlingersingel 23
hoek Harlingerstraatweg
Leeuwarden Tel.058-121480*
i
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 8
De zaak van Excelsior op de hoek van het Oldegaliieen en de
Groningerstraat.
Na eerst bij een zaak in kruide
nierswaren/comestibles te heb
ben gewerkt werd ik oktober
1933 aangenomen bij de Coöp
eratie Excelsior.
Ik kwam er als "jongste kan
toorbediende" doch dat hield
niet in dat er alleen kantoor
werkzaamheden verricht wer
den. Ook moest er wel ander
werk worden gedaan. Zo kon
men destijds bij Excelsior "win-
teropslag-aardappelen" bestel
len. Wanneer die door de
groothandel werden afgeleverd,
achteraan in de Eestraat, ge
beurde het vaak dat ik moest
meehelpen de aardappelen te
lossen. Gelukkig heb ik nooit
mee hoeven te helpen bij het
lossen van anthraciet en eier
kolen.
Na het in gebruiknemen van
"meubeltoonzaal" op de Eewal
gebeurde het ook wel eens dat
ik er met een grote driewieler
op uit werd gestuurd om een of
ander meubelstuk te bezorgen.
De eerlijkheid gebiedt wel te
zeggen dat deze, buiten het
kantoorwerk vallende werk
zaamheden uitzonderingen wa
ren.
Op kantoor deed ik eenvoudig
werk: ik zat aan het loket, nam
de telefoon op en moest ge
sprekken doorverbinden. Dit
ging in het begin natuurlijk nog
wel eens goed fout. Het werken
met een telmachine was al in
teressant, doch het werken met
de Gestetner stencilmachine
was nog aantrekkelijker. Op
deze stencilmachine werden
behalve de regelmatige berich
ten aan de filiaalhouders ook
nog duizenden reclamecirculai
res afgedraaid. Je moest goed
opletten dat er geen misdruk
ken tussen doorglipten, of dat
het papier scheef over de rol
ging. Dan kon het gebeuren dat
het stencil kapot ging en moest
er weer een nieuw komen. Je
moest door snel reageren de
machine uitschakelen. Dit snel
le reageren ging volgens de
heer Koopal, de directeur, lang
niet snel genoeg, maar ja, alles
moest wennen en leren. Vooral
tegen de feestdagen waren de
oplagen reclamecirculaires erg
groot. Het verzenden van de
mededelingen voor filiaalhou
ders en andere medewerkers
behoorde ook tot mijn taak. De
verzending naar de filialen
vond als regel plaats met de
eigen vrachtauto's. Het verpak
ken van de partijen circulaires
heb ik bij Excelsior wel goed
geleerd.
Natuurlijk moest ook iedere dag
meegeholpen worden bij de
postverzending. De post moest
naar het postkantoor gebracht
worden en soms ook wel naar
een hulppostkantoor wanneer
dat beter uitkwam. Archiefwerk
was ook iets voor de jongste
bediende.
Nu gebeurde het nog wel eens
dat je 's middags om half zes
nog niet helemaal klaar was
met de postverzending. Ik ging
destijds op de Lagere Avond
Handelsschool. Op de avonden
dat ik naar school moest, en
dat waren er vier in de week,
mocht ik toch altijd wel zo tijdig
weg dat ik op tijd op school kon
zijn.
GEBAKDOOS
Tot de taak van de jongste be
diende behoorde ook het rond
gaan met de gebakdoos wan
neer iemand van het
kantoorpersoneel iets te vieren
had. Daar moest je wel even
kijk op krijgen. In het begin
bleef het minst begeerlijke ge
bakje over voor de jongste be
diende en je kwam er wel eens
een beetje bekaaid af. Vrij snel
kreeg ik echter door dat het
ook anders kon. Als ik met ge
bak rond moest gaan zorgde ik
er voor dat het voor mij meest
aantrekkelijke gebakje er uit
werd gehaald en op een plaats
je apart werd gezet - op die
manier kwam ik beter aan mijn
trekken...
We hadden ook een kantoorbe
diende die, althans dat vond ik,
zo sterk was als een beer. Hij
pakte mij eens bij mijn kraag,
tilde me op en hield me zo een
aantal seconden boven het
trapgat. Ik was blij dat hij me
weer op de grond zette. Die
sterke man was Tjalling Siers-
werda.
Gelukkig ben ik niet alle jaren
als "jongste bediende" werk
zaam geweest. Op zeker mo
ment vond de heer Koopal dat
het tijd werd om mij wat anders
te laten doen. Ik werd inge
schakeld bij de debiteurenadmi
nistratie van de reizigers in ma
nufacturen. We hadden drie
reizigers die de hele provincie
afreisden. Dit werk was wel wat
anders dan stencils afdraaien.
Het beviel me ook heel goed.
Inmiddels had ik de Avond
Handelsschool verlaten en
volgde een cursus boekhouden
bij een meneer Frankena. Dank
zij het onderwijs van hem en
de medewerking van de heer
Koopal slaagde ik in 1938 voor
het "Praktijkdiploma Boekhou
den". Voor het maken van de
door de heer Frankena aange
geven opgaven mocht ik nim
mer gebruik maken van de re
ken- en telmachines op het
kantoor, zodat tel- en reken
werk een hoofdelijke klus was.
Weer een tijdje later mocht ik
nog weer ander werk gaan
doen. Ik kreeg nu onderricht in
het werken op de boekhoudma
chine onder leiding van K. Fa-
ber (thans Haarlem). Ik was
wat trots en vond dit een hele
vooruitgang en zo langzaam
aan werd ik van "jongste"
"aankomend kantoorbediende".
Ik ben nog altijd erkentelijk voor
de opleiding welke ik onder lei
ding van de heer Koopal ont
ving. Het is zeer zeker de basis
geweest van mijn verdere loop
baan. Doch niet alleen de heer
Koopal, ook mej. Dijkstra, die
kassier was, heeft daartoe het
nodige bijgedragen. Werden
haar vele op- en aanmerkingen
vrijwel nooit op prijs gesteld, la
ter heb ik wel moeten erkennen
dat ze goed bedoeld waren.
Dank zij mijn opleiding bij Ex
celsior, waar ik tot 1939 bleef,
IN BAD
Dr. Ph. Kooperberg in 1888
over het Stads Armhuis in de
Haniasteeg: "In een afzonder
lijk gedeelte van het z.g. wash-
hok bevindt zich eene een
voudige badkuip, zeker te
weinig voor het vrij groote getal
jongens en meisjes, dat er ge
bruik van moet maken; de kin
deren worden daar eens per
week gebaad, gewasschen en
verschoond. Volwassenen
gaan niet in het bad dan alleen
bij hunne opneming."
toen ik in militaire dienst moest,
kreeg ik in 1947 een aantrekke
lijke baan bij de Coöperatie Sa
menwerking te Amsterdam. Die
had veel filialen in Amsterdam
en naaste omgeving, een ma
nufacturenzaak, een grote
brandstoffenafdeling en een
aantal brood- en banketbakke
rijen.
In 1958 verliet ik Samenwer
king en trad in dienst bij de Ac
countantsdienst van de Neder
landse Verbruikscoöperaties.
Misschien was het een aanbe
veling bij Excelsior gewerkt te
hebben want verschillende me
dewerkers van Excelsior kwa
men later in leidinggevende
functies terecht bij andere
coöperaties.
Met plezier denk ik ook nog wel
eens terug aan de tentoonstel
ling welke Excelsior organiseer
de in het Beursgebouw ter ge
legenheid van het jubileum in
1938. Het gezelschap De vier
'van Tholen en van Lier" bracht
toen een revue die klonk als
een klok. De Harmonie was
een aantal avonden volledig
gevuld met leden en klanten
van de coöperatie.
Als je, zoals ik nu doe, terug
kijkt, vraag je je af waar de
mensen gebleven zijn die tus
sen 1933 en 1939 op het kan
toor werkzaam waren. Van
sommigen weet ik dat ze over
leden zijn, van een aantal an
deren heb ik de adressen, doch
waar zijn bijvoorbeeld Menno
Hengst; Ditje Stins; Sjoukje
Hoekstra gebleven? Misschien
is er iemand die het weet?
Sjoukje Hoekstra had, zo herin
ner ik me, nog al een creatieve
instelling. Ze zag kans het per
soneel stuk voor stuk onder te
brengen onder een letter van
het alfabet en voor ieder een
paar toepasselijke regels te be
denken. Bij B. bijvoorbeeld "B
ofwel de zingende muis,
op zijn tafel dikwijls een briefje
niet thuis". Dit betrof een be
diende die nog wel eens op
stap moest en dan een briefje
neerlegde dat hij even weg
was.
Een man waar ik ook nog wel
eens aan terugdenk is Hessel
Elzinga, de chauffeur die 's
ochtends vroeg de auto's uit de
garage reed. Omdat ik ook nog
al vroeg was, zat ik vaak bij
hem in de auto's de kunst van
het starten af te kijken. Dat
vond ik een hele kunst. Op ze
ker moment was ik zo brutaal
om zelf eens een auto te star
ten. Toen dat goed ging, mocht
ik het wel vaker doen. Na ver
loop van tijd kreeg ik ook wel
eens de gelegenheid om een
luxe auto uit de garage te rij
den, zij het dat Hessel in het
begin wel naast me zat. We
hadden toen twee luxe auto's.
De merken weet ik niet meer,
doch de kentekens wel: B.
18391 en B. 19326. Misschien
dat de kennis welke ik bij Hes
sel Elzinga opdeed er de oor
zaak van was dat ik in 1958
redelijk vlot mijn rijbewijs kon
halen.
Uiteraard zal ik niet helemaal
volledig geweest zijn. Er zullen
zich misschien ook wel minder
prettige dingen hebben voorge
daan, doch de prettige hebben
zeer zeker de overhand in mijn
ogen. Misschien zijn er nog an
deren uit de jaren 1933 tot
1939 die willen reageren.
Castricum H(enk) Zijlstra
*vele referenties.
LidNVM