J. N. Schuurmans Leeuwarden OUWE KONTAKTEN FAN MYN FAMILIE MET LEEUWADDEN «e» UIT GROOTMOEDERS AHSICUTENALBUM T KLEINE KRANTSJE le NEDERLANDSE KUNSTVUURWERKFABRIEK 'TIS NOG TE MAGER, JAN stoffen-tapijten stans27-67-taiwanfcft VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 60 HOFLEVERANCIER Opgericht anno 1821 Lang geleden, in 1902, kwam een meneer in Waalwijk tot de ontdek king, dat zijn dierbare ko nijn gestolen was: gisteren liep het er nog, nu was het weg. Maar zie: een paar dagen later huppelde het beestje toch weer in de tuin. Het had nu een brief je om z'n nek. Met de tekst: ,,'t Is nog te mager, Jan, tot later". De kontakten fan myn familie met Leewadden bin al oud. Myn overgrootvader tien ge slachten terug, Sytse Edzes, was in 1630 (gin oudere gege vens bekend) turfskipper in Surhuusterveen. - Ja, daar komt de naam van der Veen fandaan. - En syn seun, klein- seun, ensf., ensf.: allemaal (turf-)skippers! Nou, dy bin na- tuurluk faak met hun turf in Leewadden weest. LEEUWADDER MEISKE Maar het ouwste bewezen kon- takt is 1780 as myn overgroot vader zes geslachten terug, fan grootmoékes kant, Fredrik Rep- pel uut Witgenstein, as cavala- rist dienst nimt in ut leger van Prins Willem V. Hij leert een Leewadder meiske kennen. Liesbet Sporre van 'e Nieuwbu- ren, en op 5 juli 1789, negen dagen foor de bestorming van 'e Bastille, wurdt hun huwelijk in de Grote Kerk insegent. Hun eerste kien, myn overgrootmoe- ke vijf geslachten terug, Marij ke, is dan al acht maanden oud! Oek in dy tyd konden se der al wat met. Bij het sneupen in 'e trouwre gisters fan 'e Herformde Ge meente fan Leewadden is my opfallen dat er hiel wat Lee wadder meiskes met soldaten uut andere oorden trouwden. Is er ooit al es een onderzoek deen naar soldatenhuweliken in Leewadden en de uutwerking op 'e Leewadder befolking? Deur alle politieke ontwikkelin gen tydens syn leven is Fredrik Reppel, sonder van post te ver anderen, cavalarist weest in ut leger van vijf verskillende mo gendheden. Eerst bij Prins Wil lem V, dan tweedens in ut le ger fan de Bataafse Republyk, daarna bij Lodewijk Napoleon Koning fan Holland, en vier- dens, na de inlyving fan Neder land bij Frankrijk, in het Franse leger, om uuteindeluk deur Ko ning Willem I in 1823 pensio- neerd te wurden uut het leger van het Koninkrijk der Neder landen! Liesbet stierf, pas achtendertig jaar oud, nadat se na Marijke nog zes kienders bij Fredrik kregen hadde. Fan twee van de jongkjes, Goossen en Ja cob, toen twaalf en zeven jaar, weet ik dat se 'kwekelingen des Konings' wurden binne. Een in stelling fan Lodewijk Napoleon om soldaten te kweken: (half-)- wezen wurden op een internaat opleid tot Kanonenfutter'Dit in ternaat dat fan 1806 tot 1811 bestaan hèt, was op het Bin nenhof in Den Haag vestigd met maximaal duzend leerlin gen. Goossen gaat als acht tien-jarige nog met Napoleon naar Rusland, maar komt niet terug. TEJONG Jacob is daar gelukkig nog te jong voor. In het register fan het internaat fon' ik bij Jacob de antekening: 'Belooft niets, plast nog elke nacht op bed'. De arme, eenzame jonge Maar hij wreekt sich op 'e ge- skiedenis. Hij komt by syn va der in Dordrecht terecht en wurdt daar de stamvader fan 'e veule Reppels die fandaag de dag nog in Dordrecht woone. Een broer fan Liesbet, Cornelis Sporre, wurdt in 1795 in Lee wadden oppakt, omdat ie 'Oranje boven' roepen hèt op straat, maar de volgende dag weer frij laten. Omstreeks die selde tyd krijt een afstammeling van Sytse Edzes, Jan Edzes, oek moeilikheden met de Fran sen. Hij geeft ontsnapte gevan genen een lift op syn skip in 'e Potmarge voor 'e ogen van de Franse gendarmerie. Die roepe hem toe om an te leggen, 'in naam van Vrouwe Justitia'. ('In naam des Konings' was na de inlyving bij Frankrijk uut de geunst.) Jan roept dan terug: 'Ik hè skijt an Vrouw Justiesje' en vaart deur. Bij de eerste brug hè' se hem fanself te pak ken! Dat kost em een week blokhuus en een jaar verban ning uut Friesland. Die geskie- denis hèt myn neef, Berend van der Veen, al es in 't Kleine Krantsje verteld. Deze Jan Edzes nimt in 1811 Van der Veen as syn familie naam an. Ja, hij was nog altyd skipper en dat gaat nog hon derd jaar deur! So overkomt ut myn overgrootmoeke dat hun skip in een strenge winter in Leewadden infroren leit (ca. 1865). Dan komt al gauw bij de skippers, en daar niet allenich, de bojem van de skatkist te sien. In sukke tyden wurden dan hardryderijen houden met as prysen: meel, bonen, spek e.d. Overgrootmoeke kon erg goed ryde en wuu hur dan oek inskryve. Overgrootvader Be rend was poer teugen, want syn vrouw was nog maar krekt uut ut kraambed (en syn eerste vrouw was in ut kraambed stur- ven). Maar Antje sette deur, want se sag de honger ankom men. Se ryd en wint de eerste prys! SKIPPERS Der hèt us een stukje in 't Klei ne Krantsje staan over de veu le jaren dat bepaalde families ut selde beroep uutoefenden. Myn familie is tenminste drie honderd jaren skipper weest. Myn broers en suster bin' nog an boord geboren. Pas na de oorlog 1914 -1918 as de fan ut front terugkomen vrachtauto's de binnenskipperij kapot make, komt daar een eind an. Myn Heit soekt werk an 'e wal. Een paarjaarlaterwur' ikgeboren. Den Haag Berend van der Veen Deze sfeervolle foto van het Hoeksterend, dicht bij de Kiepeloop, moet in het midden van de twintiger jaren zijn gemaakt - de prentbriefkaart waarvoor ze is gebruikt en die we aantroffen in Grootmoeders Ansichtenalbum, is in 1926 verstuurd door de heren of dames A. en G. Dijkstra aan een meneer E. Hornstra, Wagenaarstraat 41 III in Amsterdam. Ook dit stukje van het oude Leeuwarden was toen nog heel wat landelijker dan nu: er staan nog volop bomen aan de kaden en de stadsgracht is rijk gestoffeerd met schepen. Links het inmiddels ook alweer verdwenen kantoor van de gasfabriek op de hoek van het Hoeksterend en het Hoeksterpad.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1989 | | pagina 60