'T KLEINE KEAHTSJE
'T KLEINE KRANTSJE OP T.V.
IN "VAN GEWEST TOT GEWEST"
FOTO
PRIJSVRAAG
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 6
Nadat verscheidene bladen en
radio-omroepen al belangstel
ling hadden getoond voor het
vijfentwintigjarig jubileum van 't
Kleine Krantsje heeft nu ook de
televisie aandacht besteed aan
het bereiken van deze mijlpaal
door "de kleinste krant van Ne
derland": in de rubriek "Van
Gewest tot Gewest" van
woensdag 3 januari vormde 't
Kleine Krantsje een van de drie
behandelde onderwerpen.
De opnamen voor deze televi
sieuitzending hadden een
maand eerder, op donderdag 7
december, plaatsgevonden en
ze hadden de gehele dag in
beslag genomen. Daarbij waren
er niet alleen opnamen ge
maakt op het kantoor van 't
Kleine Krantsje aan de Vrede
man de Vriesstraat in Leeuwar
den, maar ook op de drukkerij,
waar op die dag juist het de
cembernummer werd gedraaid,
en op verschillende plaatsen in
de stad.
Bovendien interviewde de
NOS-reporter Johan van der
Zee twee abonnees van 't Klei
ne Krantsje, mevrouw Klas Bij
kerk en de heer Folkert Popma,
beiden uit Leeuwarden. Zij ga
ven desgevraagd hun mening
(Vervolg vanpag. 4)
Zoals mijn vader vertelde bezai
Piet de Jong eens twee apen.
Op een morgen ontsnapten die
apen uit hun kooi en via het
openstaande raampje van de
"plee" belandden zij in het huis
van de familie Veenstra.
In paniek vluchtten de drie
vrouwen uit het gezin Veenstra
het pleintje op, terwijl de twee
apen met verfpotten smeten en
allemaal rollen behang uit een
stelling haalden en dat zeker
niet met de bedoeling om het
bloemenmotief te bewonderen.
Met veel moeite is het tenslotte
Piet de Jong en het personeel
gelukt om de apen weer te
vangen. Diezelfde Veenstra
had ook een knecht, wiens
naam de lezers van 't Kleine
Krantsje beslist wel eens heb
ben gehoord: Gerrit Benrter.
Hunteburg, BRD Loofenga
DRAMA METGRANAAT
Bij het lezen van het decem
bernummer van 't Kleine
Krantsje met daarin het verhaal
over "Een vergeten tragedie in
de bevrijdingsdagen" werd ik
met een schok geconfronteerd
met het drama, dat zich op die
17e april 1945 in Leeuwarden
voltrok - daar was ik zelf heel
nauw bij betrokken en ik kroop
toen door het oog van de
naald.
over de inhoud en de betekenis
van deze krant "voor Leeuwar
den en de wijde wereld er om
heen".
Op het kantoor werd de redac
Op die bewuste dag zou ik een
bezoek brengen aan familie in
de Lambert Jacobszstraat. Met
mijn dochtertje, dat toen onge
veer twee maanden oud was in
de kinderwagen, wandelde ik
door de Van Cronenburgh-
straat, waar een aantal kinde
ren aan het spelen was. Ze
hadden veel plezier, ze droe
gen, in verband met de bevrij
ding, feestmutsen en ze had
den sjerpen om.
Een van de jongetjes hield mijn
kinderwagen tegen en een
beetje baldadig riep hij: "Je
kunt er lekker niet door". La
chend hield hij zijn vuist om
hoog en hij joelde: "Zól ik
maar, zél ik maar?" en hij deed
net alsof hij me met een steen
wou gooien.
Toen zei ik: "Jongens, even
aan de kant hoor, ik moet ver
der" en zo liep ik ook inder
daad door.
't Was misschien nauwelijks
een minuut later. Net had ik de
kinderwagen achterom bij mijn
familie in de tuin gezet, toen er
een verschrikkelijke knal weer
klonk en het bewuste kereltje
van daarnet met z'n feestmuts-
je aan kwam lopen. Het bloed
droop van hem af en hij viel zo
naast me dood neer. Het ande
re jongetje was helemaal uit
eengereten.
De Luchtbeschermingsdienst,
die in de garage van Statema
was gestationneerd was gauw
teur-uitgever geïnterviewd, ter
wijl hij bezig was een pagina
voor het eerstvolgende nummer
in elkaar te zetten* en daarvoor
fotomateriaal bij elkaar zocht in
het zeer omvangrijke documen
tor plaatse en die mensen ver
telden, dat het jongetje een
handgranaat in zijn hand had
gehad - een moment eerder ik
dus nog gedacht, dat hij mij
plagenderwijs "bedreigde" met
een steen.
In de Van Cronenburghstraat
stond toen een Duitse bus en
later bleek, dat de kinderen de
handgranaten achter de kus
sens in die bus gevonden had
den.
Het drama heeft mij toen erg
aangegrepen. Er waren nu
twee slachtoffertjes gedood,
maar wanneer die granaat een
minuut eerder was ontploft zou
ik er zelf met de baby bij be
trokken zijn geweest en dan
waren er vier slachtoffers ge
vallen
Leeuwarden
F. de Wit-Vorstenburg
KOEMELKERIJEN
Verblijvend op een camping
heb je wel eens even tijd om te
lezen en dan lees je maar weer
eens een stapeltje oude Kleine
Krantsjes door tot ze haast uit-
elkaar vallen, want het Kleine
Krantsje is uniek.
Hou ouder je wordt, hoe mooier
je het vindt, vooral als je je hele
leven in je Ouwe Leewadden
hebt doorgebracht.
Zo stond er in het nummer van
maart een stuk over oude koe-
tatie-archief.
In de stad maakte de NOS-
ploeg opnamen bij het beeld
van de koopvrouwtjes Cohen
aan de Hollanderdijk en in de
Muggesteeg. De tenaamstelling
melkerijen in de stad. Ik wil
hierbij nog een noemen. Mijn
grootouders van moeders kant
woonden op het Noordvliet. Het
pand staat er nog, het is hele
maal wit geverfd en er is een
zaak in wasmachines en koel
kasten in gevestigd. Er naast
staat nog een rijtje heel oude
woningen. In dat pand had je
toen, als je er voor stond, links
een brede overdekte steeg met
een deur ervoor. Dan de voor
deur en drie kamerramen, waar
dus mijn grootouders woonden.
In het midden de slachterij en
dan het woongedeelte met win
keltje van slager Hat Zijlstra. Er
boven liep over de hele lengte
een graanzolder met de ingang
boven de slagerij. De zolder
was alleen bereikbaar van bui
tenaf met een losse trap.
Door de overdekte steeg kwam
je via een heel klein binnen
plaatsje in de boerderij van Jit-
se Stienstra.
Het woonhuis was helemaal
aan de noordkant en als je
daar was keek je over het land
naar de Groningerstraatweg in
de verte. In de schuur was ook
de koestal.
Alle gras en hooi werd met de
praam voor de wal aangevoerd
en met platte kruiwagens door
de steeg naar binnen gebracht.
Dat gras en hooi kwam uit de
buurt van de Kurkemeer, daar
was je toen al een heel eind
van het monument bij de over
weg is naar aanleiding van pu
blicaties in 't Kleine Krantsje
gewijzigd van. "Betje Cohen" in
"Ter herinnering aan Betje en
Roosje Cohen" - het is immers
niet Betje, maar Roosje Cohen,
die hier is afgebeeld. En in de
Muggesteeg, bij het Gouver
neursplein, werd de zotte situa
tie gefilmd van een nog altijd
bestaand verbodsbord, op
grond waarvan het niet is toe
gestaan van dit openbare
straatje gebruik te maken, wan
neer men van de Beyerstraat
naar de Kleine Hoogstraat wil
gaan.
Ook werden de kijkers verrast
op de oplossing van het laatste
"zoekplaatje": de opnameploeg
filmde de redacteur-uitgever,
terwijl die zich achter de huizen
van het Zuiderplein bevond om
foto's te maken van het spitse
torentje, dat de laatste maal fi
gureerde in de rubriek "Lee-
wadders, waar is dit?"
Tenslotte werden in de uitzen
ding beelden getoond van het
van de pers rollen van het de
cembernummer van 't Kleine
Krantsje. In feite was dat het
allereerste geweest, wat men
op de vroege morgen van de
opnamedag had gefilmd.
van de stad af, zo'n zeventig
jaar geleden!
Vanaf de straat was dus niets
van dat hele boerenbedrijf te
zien. Het hele spul is verdwe
nen toen in het laatst van de
twintiger jaren de achterliggen
de straten werden aangelegd,
hier dus de Sumatrastraat en
de Bilitonstraat.
Een jongere broer van Jitse
Stienstra woonde op de hoek
van het Noordvliet en de Java-
straat. Dit was Germen, die
was melkvaarder. Hij bracht de
melk uit de omtrek van de Kur
kemeer en het Ouddeel naar
de butterfebriek aan de Emma-
kade.
Leeuwarden G. Brinck
(Vervolg van pag. 3)
"Verder" zo vervolgde de heer
Visser zijn brief, "woonde er
een Rauwerda, die met tabaks
artikelen ventte en die op de
Leeuwarder kermis een kraam
pje had. En, tenslotte, woonde
er achteraan in de Keyzers-
buurt nog een vrouw Bontekoe,
die in het klein verpakte artike
len, zoals koffie, thee en siga
retten verkocht."
Goed, er kwamen nog meer
goede oplossingen binnen,
maar laten we nu afsluiten met
het noemen van de winnaar.
Dat werd de heer P. de Haan,
Vondelstraat 3, in Leeuwarden.
Hij krijgt hét uitgeloofde foto
boekje "Leeuwarden, ach ja, zo
was hettoegestuurd.