'TKLEISE KEAHTSJE
LEEUWARDEN: ZO WAS HET, ZO WERD HET
asaiïï
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 11
Op bovenstaande foto's zien we de Westerkade en links de Westersingel, gefoto
grafeerd met een tussentijd van dik honderd jaar.In het begin van de 17e eeuw
draaide hier al de z.g.n. "Prinsen-weitmolen" die volgens Eekhoff deze naam
droeg omdat de molen "bepaaldelijk met het malen van de granen voor het
hofgezin des Stadhouders was begunstigd". Zodoende. In 1884 werd bovenstaan
de molen op "den Hoogen Berg" betiteld met de moedgevende naam "De Hoop",
maar de Gemeente kocht dit monument voor f 1562,- en liet het het volgende
jaar aan de slopers over.In deze omgeving werden omstreeks 1788 een achttal
woningen gebouwd en deze buurt (alweer Eekhoff) kreeg de weidse naam "het
Arendsklooster". Een klooster heeft er echter nooit gestaan maar klooster werd in
die tijd meermalen gebruikt bij een aantal woningen, gebouwd rondom een
bleek.De naam Arend vond z'n oorsprong in een ergens gevonden oude
gevelsteen "Inde Svarte Aerndt" en nog is deze steen te bewonderen in de gevel
van gemeenschappelijke woningen in de..Arendstraat!
Nu we het toch over arenden hebben: op de oude foto is nog een tweede molen
te zien n.l. "de Arend" en wel op de z.g.n. Lieve Vrouwen Dwinger bij (uiteraard)
de Vrouwenpoortsbrug. Ook deze molen (de laatste van de binnenstad) werd door
de Gemeente in 1895 gekocht. Hij mocht nog zes jaar draaien, maar wegens
bouwvalligheid kon ook de laatste der Mohikanen het lot van afbraak niet ont
gaan.
In 1903 werd ten gerieve van de bewoners een pontveer ingesteld en de ouderen
onder ons zullen ongetwijfeld het oude pontje van Westersingel naar Westerkade
(t/o Zaailand) nog hebben gekend. De tjalken en wat dies meer zij, zijn vervangen
door een groot geïllumineerd schip, waar men voor goed geld z'n buik kan
spannen.
De bebouwing van de Westerkade heeft sinds kort een geheel ander aanzien
gekregen en wordt genoemd "Arendhof".
De strakke eigentijdse huizenrijen geven wel een groot contrast in beide foto's,
waarvan alleen de Oldehove alles nog zou kunnen navertellen.
Jelle Foppema