TOEN ER OP STRAAT NOG
POLITIE SURVEILLEERDE
'T KLEINE KRANTSJE
LANG GELEDEN.
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 5
Het artikel "Mijn jeugdjaren in
de oude binnenstad" van de
heer S. F. Ter Horst uit Breda
in het februarinummer was echt
weer zo'n verhaal, dat de sfeer
in de eerste decennia van deze
eeuw weergeeft en dat men al
leen maar in 't Kleine Krantsje
kan verwachten.
Soms kunnen een paar zinnen
aanleiding geven analoge bele
venissen in herinnering te bren
gen. Zo troffen mij de opmer
kingen i.v.m. een buitenlandse
auto in de stad, nl. 'dit was wel
zo'n buitengewone gebeurtenis,
dat de destijds populaire com
missaris Wesser omstanders
op dit unieke gebeuren attent
maakte". En dan volgen twee
korte zinnen, die mij een kwa
jongensstreek uit mijn jeugd in
herinnering brengen, t.w. "Ge
woon van aandoening sprong
hij wel een meter omhoog. Dit
voorval zal ik nooit vergeten."
Waarom juist deze twee zinne
tjes bij mij een associatie met
een gebeurtenis in mijn geheu
gen te weeg brachten, moge uit
het hierna volgende duidelijk
worden.
ZEKERERUST
Het stadsbeeld van destijds
straalde een zekere rust uit,
ook doordat er sprake was van
heel weinig verkeer op alle we
gen. Dit verkeer kende boven
dien niet die gehaastheid van
maken. Die eigen vrijheid gaf in
sommige gevallen wel aanlei
ding tot een vermanend "sien
voor die", "kiek uut" of "de
must rechts houwe".
Weer wat later, toen één van
de eerste verkeersregels van
kracht werd: "kaanst dien hand
niet uutsteke", wanneer dit bij
voorbeeld gewoontegetrouw
verzuimd werd bij het inslaan
van een zijstraat.
Het surveilleren door politie
agenten leverde meestal maar
weinig rapportages op. Er zal
inderdaad wel een zekere pre
ventie van zijn uitgegaan. Het
ontbreken van voldoende sur
veilleren bewijst tegenwoordig
duidelijk de kwalijke kanten
hiervan. Men zag vroeger zo af
en toe wel eens een diender op
de hoek van een straat bij een
kruispunt zijn strategische posi
tie innemen om het geheel be-
terte kunnen overzien.
NIET ONWELKOM
Bovendien: een ongeval, ruzie
of vechtpartijtje was niet onwel
kom. Het gezag bewees daar
door immers zijn bestaans
grond. Bekeken door de bril
van thans waren overtredingen
en kriminaliteit vrijwel altijd van
klein kaliber.
En zo geschiedde het in die
dagen, dat op de hoek van de
Peperstraat min of meer gere
geld een agent zijn wakend
thans met als gevolg de vele
noodzakelijke verkeersregels
om de risico's zoveel mogelijk
te beperken. Zo kon men al
wandelende en zelfs fietsende
vrijwel overal plaats en ruimte
opeisen naar eigen inzicht en
genoegen zonder brokken te
oog liet gaan over de ruimte
vóór en rechts en links van
hem. Uiteraard niet over, wat
zich achter zijn rug afspeelde in
de Peperstraat. Wat hem van
daaruit passeerde had nimmer
dreigende allure. De straat was
toen nog niet verbreed en ver
keer, buiten wandelend publiek
en een enkele fietser, deed
zich niet voor.
Als jongen in de puberale jaren
was ik - op welke manier weet
ik niet meer - in het bezit geko
men van een claxon, die toen
normaal op een auto zou moe
ten zitten. Wanneer dat ding
door een bepaalde aandrijving
in werking werd gesteld, maak
te het een lawaai dat horen en
zien je verging. Dat hadden we
met experimenteren al reeds
ontdekt. Hoe sneller de aandrij
ving draaide, hoe groter het
spektakel. Ik besloot dit bui
tenshuis ook eens te proberen
en monteerde het ding op mijn
fiets. Door een stevige bevesti
ging op de voorvork en een
vernuftige verbinding met
het stuur d.m.v. een touwtje,
was ik in staat het apparaat op
te trekken en te laten zakken.
Jn het laatste geval kwam het
in aanraking met mijn voorwiel
en ging het functioneren. Hoe
sneller ik fietste, des te luid
ruchtiger het resultaat.
De lezer ruikt misschien al lont.
Het uitproberen met snel fiet
sen door de Peperstraat rich
ting Nieuwestad leverde toen
praktisch geen enkel bezwaar
op. Evenmin het plotseling
oversteken vanuit de Peper
straat. Misschien een wat al te
optimistische opvatting, die als
jeugdige overmoed gekwalifi
ceerd kan worden. Ik zette -
zoals wij het noemden - de
sokken erin en passeerde met
grote snelheid rakelings de zich
aldaar geposteerd hebbende
agent. Evenwel niet zonder
vlak achter hem de claxon in
werking te hebben gesteld. En
om het maar duidelijk in dezelf
de stijl te zeggen als die van de
heer Ter Horst: de agent in
kwestie maakte van de schrik
een kapitale sprong waar de te
genwoordige records kinder
spel bij zijn. De kapriolen van
de agent komen bij een herin
nering hieraan steeds weer dui
delijk voor mijn ogen. Met an
dere woorden: om nooit weer
te vergeten.
ANDERGEBEUREN
Ook een ander (historisch meer
algemeen) gebeuren kwam mij
in dit verband terug in in mijn
geheugen, analoog aan het
thans zo onbegrijpelijke en na
ïeve enthousiasme van com
missaris Wesser die de geest
van die tijd zo duidelijk weer
spiegelt. Zo herinner ik mij dat
de Leeuwarder Courant op een
dag melding maakte van een
grote gebeurtenis die de vol
gende morgen zou plaatsvin
den. Er zou een auto-vracht-
dienst worden geopend van
Groningen naar Leeuwarden
vice versa. De vrachtauto zou
de volgende morgen om onge
veer zes uur via de Groninger-
straatweg arriveren. Dat moes
ten wij zien! Om deze kans niet
te missen was het om vijf uur
opstaan geblazen. En ja hoor,
we hebben het gezien. Zo'n op
windende gebeurtenis mocht je
toen niet missen.
Tot slot een derde geval in het
kader van dit artikel, dat even
eens de geest van die tijd ty
peert. Namelijk de non-stop
vlucht door de lucht van Leeu
warden naar Groningen. De
naam van de vlieger weet ik
niet meer. Die zal wel Jan Olie
slagers of Van Maasdijk zijn
geweest. Om ook dit evene
ment niet te missen en anderen
hierin te laten delen, schreven
wij onze familie in Zwaagwest-
einde hierover, want de piloot
zou de spoorlijn volgen. He
laas, het avontuur mislukte: het
vliegtuig moest in Veenwouden
een noodlanding maken. En zo
heeft elke periode zijn eigen
gezicht en wordt in de volgen
de een nostalgisch verleden.
Tenminste tot dusver! Zal er in
de toekomst nog reden zijn om
met weemoed terug te denken
aan een tijd met vervuilde rivie
ren, zeeën met zieke vissen,
stervende vogels, besmette
gronden, lekkende kerncentra
les, enz., enz.? Zal ook de nos
talgie sterven? En.zal 't
Kleine Krantsje dan nog even
levenskrachtig en gemotiveerd
kunnen zijn?
Of zal de gemeente Leeuwar
den uit een gulle beurs ergens
in een historisch gebouw een
expositieruimte creëren voor
wat betreft 't Kleine Krantsje
"met alles erop en eraan? Inclu
sief een borstbeeld van de er
onverbrekelijk mee verbonden
Fenno Schoustra. Gemeente
ga alvast maar sparen.
Amersfoort H. Rijpstra
(Vervolg van pag. 4)
Dan wud het een bitsje düdly-
ker voor ons want die "kunde"
van Bonne Sera kon oek wel
es "kunde" van ons weze, al
duurde dat treffen mar een kort
poaske. En oek de woorden:
"Hy was nou tachtig jaar wur-
ren", brochten ons op een
spoor van een ouwe Liwadder
vriend, diet in maart self tachtig
jaar wurren is, en ik in augus
tus, en we zeiden: "Ja, die en
die het er vast de han in had".
Wie is die: die en die?
Nou, hy en ik warren beiden op
foor ons nummer in 'e militaire
dienst in Assen in 1927 of 1928
- negen maanden - gaan er es
an staan! Toen in 1939 op foor
de mobilisatie, oek weer in As
sen en de gruwelyke vyf oor
logsdagen in mei 1940, met
korrupsje en verraad toen al,
wat alles extra moeilijk maakte!
Dat is altied een hechte band
bleven tussen ons tweeën oud-
Liwadders (tegare nou 160
jaar!).
En as hy dit leest en dat sal
fast wel, dan sien ik hem al
gniezen hoor, want lüdop lache
doet ie niet, daar is ie te sünig
foor, mar gnieze in himsels tot
ie er helemaal van skud, dat is
em.
Hy skrieft oek nog al es in "'t
Kleine Krantsje"; een mooi ver
haal over drie geiten langs de
spoorbaan, een skoftsje leden,
en oek over sien grootmoeke
diet vroeger by de kiepeloop
woande; een mooie sinjeur is
dat hoor!
Australië
B. en M. Sferkenburg