ES hellema 'T KLEINE KEAHTSJE de fiwi Makelaars en Taxateurs voor geheel Friesland VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 4 KI DE EERSTE AUTO'S Vader had een zeilmakerij op de Weaze. Het was in de be ginjaren van de twintigers hard werken om acht monden, later zelfs negen, op tijd te laten kauwen. Hij werkte van 's mor gens vijf tot 's avonds half tien. Dan riep moeder van boven af: "No wurdt it wolris tiid om bop- pe te kommen.In die perio de, ik ben van 1916, was het de gewoonte dat mijn vader en ik zondagsmorgens een wan deling maakten door de stad. Ik was toen vier of vijf jaar oud, maar ik kan me zeer goed her inneren dat we op de Span jaardslaan, zo tegenover de Oude Begraafplaats, een auto zagen staan. We zijn er enkele keren omheen gelopen en kwa men tot de ontdekking dat dit wonder van techniek de hele nacht buiten had gestaan. Dat hadden we nog nooit mee gemaakt. En het is dagen lang net onderwerp van gesprek ge weest! Op de Weaze woonde ook Min- tje Ferwerda, een destijds voor uitstrevende caféhouder, die in de twintiger jaren de ELTO, de Eerste Leeuwarder Taxi-Onder neming, oprichtte. Hij had een auto waaraan treeplanken wa ren bevestigd. In de rechter treeplank waren gleuven uit gespaard voor de vier versnel- lings-handles en de handrem. Voorts was de auto voorzien van separé, een glazen af scheiding tussen de bestuurder en de achterin-zittenden. Fer werda nodigde z'n buurkinde ren eens uit voor een korte rit en ik mocht daarbij zijn. Op de Zuidergrachtswal wilde de chauffeur-eigenaar een paard- en-wagen inhalen, maar hij kwam wat te laat tot de ontdek king dat er van de andere kant ook een paard-en-wagen na derde. De man trapte dus op de rem en wij vlogen alle zes (kinderen) tegen de, gelukkig dikke, glazen afscheiding op. Met een bult op de kop stapten we later uit, maar we hadden het voorrecht gehad van het meerijden in een luxe auto. En dat was heel wat in die tijd I Groningen Jac. Aarts GROENEWEG De voorplaat van het septem bernummer roept herinneringen op. Het is de Groeneweg, waar op de foto rechts een soort plank aan de dakgoot beves tigd zit. Het lijkt mij het evange lisatiegebouw Macedonië en dat stond ook op die plank ge schilderd. Dan een smalle deur die de (nooit gebruikte) achter ingang van de Noorderkerk was, daarnaast waren dan de ruimtes van het Sint Antoon. Helemaal naar rechts het huis van de beheerder van Macedo nië. Het beheer betekende al leen schoonmaken. Aangezien dat bijna altijd een grote bende was, werden mijn vader en moeder, koster en kosteres van de Noorderkerk, opgetrommeld om alles met bezemen te ke ren. Als kinderen hebben we vaak meegeholpen I De grote raampartijen zaten aan de binnenzijde van het ge bouw, dat uitkeek op de tuin van de kerk. De appel- en perebomen wer den door derden benut om het 'hofkesjongen' in praktijk te brengen. Wij hielden ons dan schuil en bij een aanval op onze appels hadden we een soort 'flitsspuit' (nog mee gepikt van het vliegveld vlak na de oorlog) gevuld met water, waar mee we dan de 'sjongers' nat spoten. Aangezien wij niet in die 'slech te' buurt mochten komen, was die achterdeur bijna altijd dicht en ik kan me dus wat verzien op de precieze plaats, maar ongetwijfeld weet u dat. Heerenveen G. van der Kooi SKOBBERDEBONK Met veel genoegen lees ik 't Kleine Krantsje. Vooral vind ik de rubriek 'Gesprekken op de brug' prachtig! De laatste keer trof mij twee keer het woord 'bobberdeskonk'. Vroeger spraken wij thuis altijd over 'skobberdebonk'. Kunt u mij uit de problemen helpen? Is het woord van de schrijver of dat van mij goed? Misschien kan het allebei. Graag uw reac tie. Vaassen Mevr. L. Heslinga-Feddema Tja, wat moeten wij hierop zeggen? De brug figuur Skelte, die het had over bobberdeskonk, lijkt ons een man toe, die wel vaker woorden verhaspelt. Hij had het ook over Nogra Centra, toen hij Nova Zembla be doelde. Wij hebben een flauw vermoeden dat hij ook skobberdebonk bedoelde, toen hij sprak over bobber deskonk. Red. 't KI. Kr. DE PRINSENTUIN Deze zomer stond in 't Kleine Krantsje de Prinsentuin een paar maal in de belangstelling met foto's van een zonnig fami lietafereeltje en de poort aan het Toemooiveld. De heer Jon ker had gelijk te schrijven dat deze poort vroeger altijd geslo ten was. Ik zelf heb gewoond op de hoek waar nu de Fryske Akademy is en we speelden vaak op het pleintje. We von den het altijd heel spannend als de deuren opengingen. Het was meestal voor een kar met tuinafval die waarschijnlijk niet door de vooringang mocht. De tuin was vroeger geheel met hekken afgesloten. Elke avond ging de poort dicht, ik denk na zonsondergang. Als er een concert gegeven werd moest je aan het loket naast de ingang een kaartje kopen. Had je daar geen geld voor, dan was er gelukkig ook nog een pad langs de hekken en een paadje onder langs het water; daar kon je altijd langs. Het was daar dan ook meestal erg gezellig. Zelf heb ik een mooie winter in de Prinsentuin doorgebracht. In '38-'39 waren we op dansles bij Henk Kranen. Hij gaf les in één van de zalen van Schaaf, maar die werd die winter net ver bouwd. Hij had toen de zaal gehuurd in de Prinsentuin bo ven het restaurant. Dus alle maal om acht uur naar binnen en dan ging het hek weer dicht. Maar de zaak waar ik werkte sloot pas om acht uur. Je had dan vaak nog klanten en er moest nog opgeruimd worden. Eén van de jongens, of 'heren', zoals we ze vroeger noemden, nogal een goede sportman, kwam mij halen. Hij klom over het hek, haalde de sleutel en liet mij netjes binnen. Ik denk nu, hoe is dat allemaal goed gegaan zonder kleerscheuren. Je kwam netjes en spijkerbroe ken bestonden nog niet. We hebben er een gezellige winter gehad en er ook Sinterklaas gevierd. Gelukkig nog onbe zorgd. Hoorn F. Spoelder-Faber v. SINT J ACOBSSTR AAT Het aannemingsbedrijf van mijn vader verkreeg omstreeks 1925 opdracht tot het aanleggen van een gewapendbetonfundering in de Sint Jacobsstraat. Op deze fundering werden de in een vorige editie van 't Klei ne Krantsje gememoreerde as- falttegels aangebracht. Het ging daarbij om natuuras- falt, een als delfstof gewonnen mengsel van steenachtige mi neralen en bitumen, dat onder hoge druk verdikt en tot tegels gevormd werd. Als ik me goed herinner was de leverancier de Duitse firma Schliesmann, die een deskundige van het bedrijf het (vast)leggen van die tegels deed begeleiden. Met succes! De verharding heeft vele tientallen jaren ge functioneerd tot.Wie het weet mag het zeggen. Groningen P. du Bols KLEINE KRANTSJE BEDANKT In een vorig Kleine Krantsje stelde ondergetekende de vraag of er iemand was die iets wist over de naam de Waal- Malefijt en daarop kreeg ik al gauw bericht terug. Ene me vrouw belde mij op om te ver tellen dat er hier in de stad ie mand woonde die luisterde naar de gevraagde naam. Maar van de persoon naar wie ik vroeg kreeg ik ook al gauw een leuke brief uit Haarlem. Veertig jaar geleden uit Leeuwarden vertrokken en nu ineens toch weer kontakt. Dat krijg je door dit Krantsje. Ook heb ik dat met mijn onder wijzer meegemaakt die in Rot terdam woonde en waar wij nog een keer of wat op visite zijn geweest. Dat 't Kleine Krantsje overal gelezen wordt kun je hieruit wel opmaken. Hartelijk dank aan Fenno Schoustra en de beste wensen aan Wim de Waal-Malefijt in Haarlem. Leeuwarden Jac. Bakker BILGAARD Wie schrijft de geschiedenis van het verdwenen Bilgaard? Op 7 augustus 1540 was er een registratie voor de grond belasting. Het blijkt, dat er in Bilgaard grond lag van Domini canessen Kerkstraat, Francis- caeners Viswert, Abt van Dok- kum, Mariengaarde, Convent Bergum en Haske en Kerk Nij- ehove. Leusden Pater Menno Brada KNIKKER OP DAK Ik heb al heel wat gelezen over de politieman Steneker, over wie ook weer werd geschreven in het Kleine Krantsje van de vorige maand. Maar altijd, dat hij vroeger in Sneek en in Leeuwarden bij de politie was. Maar ik ben een oud Bolswar- der en toen ik zo'n jaar of tien was, nu zeventig jaar geleden, kregen wij een paar meisjes op school en die kwamen uit Me- demblik. Anneke Steneker kwam bij mij in de klas en een ouder zusje kwam een klas ho ger. Dan was er nog een Ate, een veel jonger kind, dat niet helemaal in orde was. Hun vader, politie Steneker, was ook agent in Medemblik geweest en zijn kinderen spra ken "Hollands". Waren er nu kinderen aan het knikkeren, ge woon midden op straat, dan mocht dat niet van Steneker. Hij raapte de knikkers uit de pot en gooide ze over een schutting of op een plat dak. Als hij in aantocht was, dan rie pen we "Jongens, daar komt Knikker-op-dak aan". Toen hij later in Sneek en in Leeuwarden bij de politie was is die bijnaam overgenomen. Zo is het gebeurd. Leeuwarden H. Karsten Een paar jaar geleden heb ben wij al eens geschreven over de Bolswarder periode van de heer Steneker, alias Knikker-op-dak. Wij lieten toen ook een bejaarde Bols warder aan het woord, die ons onder andere het vol gende vertelde: "Als wij zo omstreeks 1920 in Bolsward aan het knikkeren waren, dan kon het gebeuren, dat Makelaardij einde 1896 Leeuwarden plotseling de politieman Ste neker op het toneel ver scheen. "Opgedonderd" zei hij dan, hoewel wij niemand hinderden, want het was toen nog stil in de stad en autoverkeer was er ook nog niet veel. Vaak nam Stene ker dan de knikkers in be slag en smeet ze wel eens op het dak van een huis. Zo moet dan de bijnaam Knik- ker-op-dak zijn ontstaan". Tot zover de lezing van deze oud Bolswarder, die dus geheel aansluit bij de lezing van de geachte in zender. Red.'t KI. Kr. POLITIEPOST Toen ik nog in de Bisschop straat woonde en op school 12 Achter de Hoven zat, moest ik dagelijks langs de politiepost in de Kanaalstraat, niet wetende, dat ik daar ook nog eens zou worden ontboden. Het was op een avond, dat we met een stel jongens in de buurt van de Ambachtsschool waren en enkelen wormen aan 't zoeken waren achter het hek langs die school in de Jacob van Aakenstraat. Een smal stukje dus. Na een poosje ben ik wegge gaan, maar de volgende mor gen was er wel een politieman bij ons aan de deur geweest met de mededeling, of ik me dan en dan wel wilde melden bij de politiepost in de Kanaal straat. Ik was me van geen kwaad bewust en vernam in de post waar het om te doen was. Er waren jongens gesignaleerd op het terrein van de Am bachtsschool en die hadden daar wat uitgespookt. En mijn naam was daarbij ook gevallen. Ik weet niet meer wie er toen meer waren. Abe zal er wel bij geweest zijn, want dat was mijn vaste kameraad. Nou "we" wa ren daar alleen maar geweest om wormen te zoeken. Toen ik zei, dat ik, voordat de anderen naar huis gingen, al was weggegaan kon ik wel weer opstappen. Ik meen later vernomen te hebben, dat er wat ruiten gesneuveld waren toen ik weg was. Misschien is er iemand die zich bovenstaan de affaire ook kan herinneren? Leeuwarden Chris Doorenbos

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1990 | | pagina 4