FOTO DICKVANDERHEIJDE JR 'T KLEINE KRANT5JE VLUCHT UIT GEVANGENIS VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 15 industrie - techniek - bouwkunde - produkt - reportage - portret - reproduktie jozef israëlsstraat 6-10 058-124984 HET VLIET Op de foto van het Vliet in het vorige Kleine Krantsje stond Van der Veen, een bekende Vlietster die handelde in brand stoffen. Hij stond voor zijn huis waar twee erg smalle voordeu ren waren, de rechtse was die van Van der Veen. Ik ben daar als kind vaak binnen geweest want zijn vrouw had er een snoepwinkeltje waar je voor een cent en soms wel voor een nutske, een halve cent, de lek kerste dingen kon kopen, zoals dümkedrop en wit op zwart of gelukstoffees, daar zat dan een briefke in en dan won je soms nog wat. Een keer had ik een dubbeltje gevonden en daar heb ik toen een hele zak met salmiakjes voor gekocht in dat winkeltje. Ik kreeg naderhand wel op mijn kop van mijn ouders want zo maar een "grou dubbeltsje ver- grieme" dat leek nergens op. We woonden toen in de Suma- trastraat met een fijn groot stuk speelland tussen Sumatrastraat en Delistraat. We mochten daar niet op voetballen, wat we na tuurlijk wel deden, maar als er een "pliesie" om het hoekje kwam dan "naaiden we hard uut". Gelukkig waren de "plie- sies" lopend, daar konden we meestal wel aan ontkomen. Toen ze fietsen kregen werd het wat moeilijker. Buurman Sepp sneed onze ballen altijd stuk als ze in zijn tuin kwamen. De heer Gort schreef over boer Jongma, nou daar ben ik ook vaak mee opgetrokken, ik stonk soms knap naar kuil. De Jong- ma's woonden toen nog aan het Vliet op de hoek Soenda- straat; het pand staat nog net op de foto. De toen (1928 - 1935) oude Jongma ventte ook nog met een melkkar geloof ik. Jongma's land lag achter de- Poppeweg, ongeveer waar nu het Bataviaplein is en aan het Kalverdijkje, dat vanaf de Pop peweg het land inliep. De Bildtse vissers hoor ik nog roepen en het schip van de Van der Zee's met o.a. Bonne kan ik me nog goed herinne ren. Jonge Jongma met wie ik vaak meereed naar zijn land is, denk ik, toen hij trouwde naar de boerderij op het eind van Het Vliet gegaan tegenover Te- ake Schat, expediteur en ver huizer. Op het stuk Vliet tussen Soendastraat en Javastraat za ten nog twee "koemelkers", al lebei Stienstra's. De ene woon de in het midden, waar nu een wasmachinezaak is, met een doorgang naar de Billitonstraat waar ook zijn open mestput was, vlak achter de huizen van de Sumastrastraat. Hier is wei eens een kind in gevallen, ge lukkig, voor zover ik weet, zon der ernstige gevolgen maar wel stinkend van de stront. De an dere Stienstra woonde op de hoek Javastraat - Vliet en die was behalve koemelker ook melkvaarder. Ja, in die buurt was voor ons als kinderen veel te beleven en we vielen inder daad wel eens tussen wal en schip in het Vliet. Leeuwarden G. R. Fokkema VERKEERSPER1KELEN In de dynamische tijd waarin we nu leven verandert het beeld van de steden veelvuldig, niet alleen wat het uiterlijk aan gaat, maar ook wat de ver keerssituatie betreft. Nu went men snel aan een veranderde situatie, zo snel zelfs, dat men na enige tijd zich vaak nog maar moeilijk kan herinneren hoe het daarvoor is geweest. Het is juist hierom dat een blad als ,,'t Kleine Krantsje" zo waardevol is, omdat in het ar chief van de heer Schoustra een schat aan historisch mate riaal is opgeslagen, waaruit kan worden geput om ons weer eens aan vroegere toestanden te herinneren. Wat de verkeerssituatie tussen de Beursbrug en de spoorweg overgang betreft, meldde een persbericht dat er in juli 1930 ter bevordering van de ver keersveiligheid op deze plek een groot verkeerseiland was aangelegd. Tevoren moest al tijd een verkeersagent het ver keer regelen, maar nu wees dat eiland als het ware de weg die men moest volgen. Geheel vlekkeloos schijnt dat echter in het begin niet gegaan te zijn en daarom was er toch nog wel eens een agent ter plaatse. Zo wil het verhaal dat op een vrijdagmorgen vanuit de Schrans een boer op zijn fiets naderde met het doel de vee markt te bezoeken. Bijna elke vrijdag maakte hij die tocht en toen hij de spoorwegovergang was overgestoken, wendde hij zijn steven, zoals altijd, naar links richting N.S. station. Een agent die daar toen nog stond, hield hem staande en zei hem dat hij rechts om het plein moest fietsen. "Maar man", zo repliceerde de boer, "ik moet naar de veemarkt en die ligt toch links?" De agent maakte hem de nieu we situatie duidelijk, maar de boer bleef het maar vreemd vinden, dat je, als je links moest koersen, eerst naar rechts moest gaan. Nog niet geheel overtuigd van het ver haal van de agent, stapte hij weer op zijn fiets, reed om het plein heen, maar sloeg toen niet de richting van het station in, maar bleef het plein volgen. Zo draaide hij al twee rondjes en toen hij het voor de derde keer had gedaan riep hij al wui vend de agent toe: "Wat giet dit moai, wat giet dit moai." Ja, zo zijn er in de loop der jaren al heel wat maatregelen genomen om de verkeersveilig heid te verbeteren. Jammer is het wel dat in de huidige tijd een deel van de verkeersdeel nemers zich niet meer stoort aan bepaalde fundamentele voorschriften zoals het niet op trottoirs mogen fietsen en na zonsondergang zonder licht rij den. Het betekent voor de voet ganger steeds op je tellen pas sen en steeds uitkijken en dat geldt 's avonds dubbel op. Mantgum W. Goinga BRIEF UIT AUSTRALIË Hier in Australië, waar ik nu al weer dertig jaar ben, geniet ik ontzettend van 't Kleine Krant sje, dat voortdurend weer an dere herinneringen naar boven brengt. Zo las ik bijvoorbeeld over de oorlogsschade, die in het Werkmanslust en aan het Oldegalileën ontstond. De vliegtuigbenzinetank, die het Werkmanslust trof, miste ons huis maar net en plofte bij de overbuurvrouw op het dak - vader en dochter Commelo kwamen daarbij om het leven. De vlammen sloegen hoog op en grote paniek in ons streekje. Naderhand planken voor de ra men en een Duitse soldaat op wacht om de huizen tegen in braak te beveiligen. Plusminus zes maanden hebben we toen bij Oma gewoond, voor er weer nieuwe ruiten waren. De bom op het Panwerk miste net de andere grootouders, die op de hoek van het Oldegali leën en de Drooge Haven woonden. Dat was daar een heel familiehoekje; ooms en tantes woonden er rondom. Mijn grootmoeder van vaders zijde was vroeger baakster en heeft heel wat kinderen op de wereld zien komen. Klein, maar kordaat was Opoe Landstra. Opa werkte vroeger bij Van der Meulen. Ouwe Elsinga hebben we heel goed gekend. Hij kwam heel veel bij Oma en Opa op het Oldegalileën en we praatten veel met hem. Ook Bertus de ijscoman, Ome Bertus, was daar altijd. Mijn vader was jaren stoker op de gasfabriek en mijn moeder was een Vlietster, die in haar jeugd veel 'kwajongensstreken' uithaalde. De jongens nadoen de liep zij langs de kant van 't water om er in te vallen. Dan de buren boos, omdat zij daar door haar moeder met al die kinderen extra werk bezorgde. Opa Van der Leest heeft jaren meel lopen sjouwen bij Koop- mans meelfabriek en een van de ooms van mijn vader, Pieke Landstra, liep jaren met vis in de stad en in de buurtjes. Als we vroeger wandelden en bij het graf van Opa Van der Bommen op het Panwerk. Leest kwamen, legden we ook zelf geplukte bloemetjes op het graf van de jongelui die om kwamen bij het bombardement van 't Panwerk; die lagen niet ver van hem vandaan. Zelf ben ik een leerlinge ge weest van Juf Plezier, die ook in 't Kleine Krantsje werd ge noemd. In gedachten zie ik haar nog voor de klas staan, geduldig, met de stok in haar hand voor het grote bord. Mijn hart zal altijd in Leeuwar den zijn, ook al leef ik in Au stralië. Dank voor al Uw herin neringen in de krant. Laat ze niet te veel van de stad weghalen, laat het hart van de stad bewaard blijven. Frankston, Australië Mrs. KI. van der Veen- Landstra NIET SU BESKEIDEN. "U zult weer zeggen: hoe weet U dat?" skrieft Ritsko van Vliet in sien laatste bijdrage in 't Kleine Krantsje. Nou, hij hoeft sich niet te verontskuldigen, hoe't ie an sien gegevens komt over fariété-artiesten. Dat doet een ander toch ook niet! Peter Karstkarel befoorbeeld vermoeit ons nog altied met ouwe gebouwen uit ut Leeu- wadden waar ie seis niet gebo ren is. En nim nou de mensen die ut over duizenden jaren te rug hewwe. Die wete krekt hoe un stukje stien indertied bruukt wudde. Nee jong, gaan mar mooi deur met dien historisch-archief-fer- halen. Die mag ik graag leze en ik nim daar niet bij an, dat se uut de duum sogen binne. Leewadden Chris Doorenbos (Vervolg van pag. 6) zonk weg in de diepte van de trekvaart, zonder dat ook maar iemand een reddende hand kon bieden. Intussen wist heel Leeuwarden dat de trekschuit met de gepak te gevangenen in aantocht was en tegen de tijd, dat de schuit bij de gevangenis moest arrive ren zag de hele omgeving zwart van de mensen. Aan de Grachtswal was het gedrang van nieuwsgierigen, die naar de overkant wilden zo groot, dat het daar liggende pontje van wal stak met zeker wel dertig mensen aan boord. En toen het zich midden in de gracht bevond voltrok er zich een tweede drama op deze veelbewogen dag: het pontje sloeg om, alle passagiers raak ten te water en voor een jonge tje van veertien jaar kwam alle hulp te laat: ook hij verdronk. Zo hebben, door de loop der tijden, spectaculaire ontsnap pingen uit de Leeuwarder Straf gevangenis altijd veel stof tot praten gegeven! Fenno Schoustra

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1991 | | pagina 15