'T KLEINE KRAKTSJE
GEVANGENIS
OP'N EILAND
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 11
OP DE BEWAARSCHOOL
VAN JUFFROUW FISCHER
Een van mijn verste herinnerin
gen terug in de tijd: voor op de
stang van vaders fiets naar de
bewaarschool op de Tuinen.
Daar een nauw steegje in, vlak
om de hoek van Bokma's distil
leerderij, een steegje dat uitliep
op een klein erfje. Daar lag het
huis, het dorado voor vele kleu
ters: de "bewaarschool".
In de hal achter de voordeur
stond altijd zij, die de hoofdleid
ster was: "Juffrouw" Fischer,
een grote rijzige vrouw. Nog
herinner ik mij haar ouderwetse
jurken. Mijn vader had een mo
dezaak op de Nieuwestad. Zou
ik toen al iets van zijn ogen
hebben gehad?
De bewaarschool was wat het
woord zegt. Geen kleuterschool
uit de moderne tijd. De bewaar
school was een uitkomst voor
vele kinderrijke gezinnen. Eén
of meer kinderen uit één gezin
werden daar veilig opgeborgen
en bewaard. Wij werden bezig
gehouden met als maar spelle
tjes, waarbij lieve juffrouws ons
leerden dat "meisjes op klom
pen emmertjes water putten".
En nog vreemder: "Twee beren
die broodjes konden smeren",
die wel aan ons voorbij gingen.
BROEKENBINDSTER
Tot het personeel behoorde
ook een "broeken-bindster", als
u begrijpt wat ik bedoel. Je
moet dat eigenlijk in Leeuwar
der dialect weergeven. Maar
zover heb ik het niet gebracht.
Die bewaarschool heeft in mijn
jongste jaren toch een grote rol
gespeeld. Anders zou ik me
verschillende momenten uit die
jaren omstreeks 1910 niet zo
scherp herinneren. Ik wist niet
hoe gauw ik me van de fiets
zou laten vallen om met de an
dere kinderen te leren spelen.
Daar ontdekte ik, onbewust
De "bewaarschool" in vroeger jaren. Wat velen er nu nog aan bewaren? Bijzondere herinneringen!
misschien, al iets van het spel
element in het leven. Er waren
in die dagen nog geen christe
lijke bewaarscholen. Anders
zouden mijn ouders mij daar
heen gezonden hebben, want
bij de christelijke opvoeding
hoorde christelijk onderwijs.
Van de bewaarschool ging het
dan ook naar de christelijke la
gere school en wel de Mulo in
de Margaretha de Heerstraat:
de school van meester Haen-
tjes. Die zwaaide daar de scep
ter, boezemde ons kwajongens
het nodige ontzag in.
Onze school lag een heel eind
van de Nieuwestad. Het deerde
ons niet in het minst. Het was
eerder een uitdaging om de af
stand van huis naar school in
recordtijd af te leggen. Want
dan konden we eerst nog spe
len op het wijde speelerf van
die school.
Dus vlogen wij tweemaal per
dag al "paardje" spelend door
de Peperstraat, door de beide
Oosterstraten, over wat toen
nog was het "kippeloopje" -
een smal bruggetje - naar de
Margaretha de Heerstraat. Een
Romeinse zegekar in de arena
van Rome had ons nauwelijks
kunnen bijhouden, zo'n vaart
zat erin.
JUFFROUWEN
De laatste klassen werden ge
leid door "juffrouwen". Een en
kele naam noem ik nog met
eerbied: Van Buren, Gonggrijp.
Zij die de Haentjes-school be
zochten zullen weten waarom.
In de vierde klas kwamen wij
onder het régime van onderwij
zers. Eerst bij meester Labrée.
Dat was een man die een on
vergetelijke indruk bij mij naliet.
Zijn bijbelvertellingen bleven
boeien. En de psalmverzen, die
hij ons leerde - iedere maan
dag een ander vers en je
waagde het niet om het half te
kennen - zijn mij bijgebleven
tot op de dag van vandaag. In
de Japanse kampen waar we
geen bijbel of psalmboeken bij
ons mochten hebben, heb ik
vaak aan meester Labrée ge
dacht in dankbaarheid, dat hij
ons met die psalmen het leven
had ingestuurd. Zij waren als
evenzovele bronnen in de
woestijn, die wij die jaren door
moesten. Zij hielpen ons over
eind te blijven om de weg voort
te zetten.
In de eerste klassen leerden
we schrijven en lezen. Maar
meester Labrée leerde ons de
kunst van het lezen en opende
daarmee hele werelden voor
ons. Daarmee kwamen wij ver
der op de weg naar onze be
stemming. Achteraf ontdek je
pas hoeveel goud er was in die
jaren.
Amersfoort
Dr. J. van der Linden JSzn
De oude Leeuwarder gevange
nis heeft eigenlijk eeuwen lang
op een eilandje gelegen; er lie
pen grachten om het hele ge
bouw heen, zoals er ook al wa
ter liep rond het hele Blokhuis,
dat in vroeger tijden op deze
plaats heeft gestaan.
Die situatie veranderde in ne
gentienzesenvijftig, toen de om
streeks vijftienvijfentachtig ge
graven Keizersgracht werd
gedempt. Die gracht werd wel
eer het Blokhuisdiep genoemd.
In achttienvijfenveertig was het
stuk van deze gracht tussen de
Keizersgracht en het Droeven-
dal al gedempt. De toen ontsta
ne straat werd eenvoudig de
Gedempte Keizersgracht ge
noemd.
Plannen om de Oostergracht
aan de oostkant van het Huis
van Bewaring en zelfs de Zui
dergracht ten zuiden van de
gevangenis te dempen, zijn ge
lukkig de mist ingegaan - al
leen viel later nog het door ve
len betreurde besluit het Vliet
te dempen.