DE OPSCHUDDING
OVER BIJNAAM VAN
DE BOEIENKONING
'T KLEINE KRANTSJE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 13
Leeuwarden A. van Dijk
ROEST CROLLIUS
FIRMAN. DIJKSTRA
In 1878 werd in Leeuwarden de
firma N. Dijkstra opgericht, een
zaak, die al gauw bekend zou
staan om haar grote sortering
op het gebied van comestibles
en kruidenierswaren. Het was
in zekere zin een voorloper van
wat we nu als supermarkten
kennen.
De heer Nic. Dijkstra vestigde
zich aan de Nieuwestad, maar
verplaatste zijn zaak later naar
de hoek van het Naauw en de
Sint Jacobsstraat, waar nu het
Friese Schathuiszit.
Er werden veel speciale artike
len verkocht en dat bleef zo,
nadat een meneer J. G. Snij
der, de zoon van een kruide
nier uit de Weerd, de zaak van
de heer Dijkstra had overgeno
men. De firmanaam "Dijkstra"
zou ook gehandhaafd blijven.
Producten, die nu in de natuur-
winkels worden verkocht, wa
ren al lang geleden bij de firma
Dijkstra verkrijgbaar, zoals on
bespoten groente, fruit, jam,
sappen en zeewater. Ook kon
men er al vroeg artikelen voor
de Indische rijsttafel verkrijgen,
en voorts gesneden rogge
brood, pompernikkel en pop
corn.
Carvan Cevitan werd door kin
derartsen voorgeschreven en
kon men zich hier aanschaffen,
net als bijvoorbeeld de overbe
kende Haga drabbelkoeken
met de watertoren van Sneek.
De clientèle bestond voor een
deel uit leden van adelijke fami
lies, zoals de Van Harinxma's,
de Van Sminia's en de Van Ey-
singa's. Maar ook vooraan
staande boeren als de Wasse
naars, de Bierma's en de
Roeda's waren klanten van
Dijkstra.
Verder kochten notarissen,
dokters en advocaten uit de ge
hele provincie hier hun bood
schappen. Deze werden zelf
gehaald of besteld via de be
kende bodediensten, waarvan
elk dorp er wel een bezat. Een
grote lichtreclame van Van Nel-
Ie sierde het dak.
Het ingezonden stuk van de
heer A. van Hespen over de
scheikunde leraar Roest Crolli-
us in het laatste "Krantsje"
vond ik beneden maat. Roest
was de meest sympathieke,
nonconformele en originele le
raar van de voormalige
R.H.B.S. in Leeuwarden. Hij
had een lichamelijk gebrek aan
een voet.
Scheikunde heeft hij me nooit
echt kunnen leren, maar toen ik
in 1926 voor de tweede keer
eindexamen deed, heeft juist
Roest me er letterlijk "doorge
sleept."
Wat nu mijn kritiek op het inge
zonden stuk betreft, ik zou het
kunnen samenvatten met:
"C'est Ie ton qui fait la musi-
que" en juist die toon maakt
dat ik reageer. Het is dunkt me
destijds de bedoeling geweest,
om Roest in zijn beschilderde
voddenjas voor schut te zetten
inde leraarskamer.
Als dat zo is, heeft de heer Van
Hespen hem niet goed geta
xeerd. Het had hem geen klap
kunnen schelen. De vergelijking
met Ollie B. Bommel is overi
gens een waarschijnlijk niet be
doeld compliment. Bommel was
"een Heer van stand."
Roest Crollius was een Heer
van geestelijke èn geestige
stand!
Huizen B. Schuurmans
Wie het allemaal toch geen
klap kan schelen, kan naar
onze mening niet voor schut
worden gezet. Maar.zou
dat nou ook werkelijk de be
doeling zijn geweest van de
leerlingen, die, de een met
een streekje zus en de an
der met een haaltje zo, de
oude stofjas van hun leraar
van een doodshoofd voorza
gen? Schoolgeintjes worden
gewoonlijk spontaan uitge
haald, zonder dat er over de
gevolgen wordt nagedacht.
Red. 't KI. Kr.
DE STADSUURWERKMAKER
Met veel plezier las ik het arti
kel van het gevallen gewicht
van het uurwerk in de Am
bachtsschool van de heer A.
van Hespen uit Grouw.
Als kleine jongen ging ik graag
met mijn vader, de heer Y. Kra
mer, en later mijn broer, de
heer H. Kramer, mee op de
fiets, om langs de stadsuurwer-
Zelf ben ik in 1927 bij de heer
J. G. Snijder als bediende in
dienst gekomen. Tien jaar later
begon ik een eigen zaak in de
Hobbemastraat. Maar weer tien
jaar later keerde ik naar de
hoek van het Naauw en de Sint
Jacobsstraat terug om de zaak
van de heer Snijder over te ne
men.
Later verplaatste ik het bedrijf
naar de Grote Hoogstraat,
scheef tegenover de Poststraat
en in 1965 is de zaak gesloten.
de klokken geluid. Eens stond
ik op z'n moment enkele me
ters onder de twee gigantische
klokken op de tweede verdie
ping en werkelijk horen en zien
verging je. Ook ging ik graag
naar het dak om van het uit
zicht te genieten. De toren
werd later echter gesloten voor
publiek, zodat enkelen slechts
dit voorrecht nog hadden. Ik
beschikte toen nog niet over
een fototoestel, doch recentelijk
kon ik nog een ansichtkaart be
machtigen, waarop het huis "In
de Swarte Swaen" ook goed
zichtbaar was.
Tenslotte bericht ik nog dat ik
een leuke jeugd in de binnen
stad heb mogen genieten.
Gouderak Wyger Kramer
ken te gaan om hem te verge
zellen bij z'n werkzaamheden,
o.a. het opdraaien van gewich
ten. Het meest interessant
vond ik altijd het uurwerk van
de Oldehove. Dit stond ge
plaatst in een houten gebouw
tje ongeveer in het midden van
de vloer op de eerste verdie
ping. Als de deur hiervan werd
geopend rook de ruimte erin al
tijd erg naar klokkenolie want
alles liep er gesmeerd. Er
moesten dan vervolgens drie
zware gewichten opgedraaid
worden met een grote sleutel,
om de kabels om de trommels
op te draaien.
Toen ik iets groter was mocht
ik soms helpen en het was dan
de kunst om de zware pal in
een mooi regelmatig tempo te
laten tikken, hetgeen beteken
de dat het opdraaien geheel
beheerst gebeurde en dat klonk
toen als muziek in de oren.
Meestal nam ik dan tevens
even de gelegenheid om als
Tarzan aan de lange klokken-
luiderstouwen te slingeren. Ge
let op mijn toen nog geringe
gewicht kon dit geheel geen
kwaad.
Op bepaalde dagen werden er
Onze medewerker Ritsko van
Vliet Senior, die de Boeienko-
ning bijna dertig jaar heeft ge
kend en die goed bevriend met
hem is geweest, heeft eens in
't Kleine Krantsje een interes
sante verklaring gegeven voor
het ontstaan van de bijnaam
Slappe Douwe. De aanduiding
zou hij te danken hebben ge
had aan zijn lenigheid: hij kon
zich immers zomaar dubbel
vouwen om door nauwe ringen
te kruipen. Hij was dus bepaald
geen Stijve Douwe, integen
deel dit was Slappe Douwe!
(Vervolg van pag. 1)
plezierige bijnaam van een ou
der. Afgezien daarvan: in het
bewuste liedje is enige opzet
tot belediging vanzelfsprekend
niet terug te vinden.
Van Douwe Andries Bijlsma
kunnen we wel zeggen, dat hij
indertijd in het harnas is gestor
ven. Hij was er op z'n ouwe
dag trots op de oudste acro
baat van Nederland te zijn. Kort
voor zijn overlijden op de leef
tijd van twee en zeventig jaar
vertelde hij ons nog plannen te
hebben voor een sensationele
act, waarbij hij zich geboeid in
een bak met water wou laten
stoppen - onder water wel te
verstaan.
Van zijn kinderen, die nu op
een wel heel bijzondere manier
de herinnering aan hem oproe
pen, heeft Douwe Andries Bijl
sma zelf eens in een interview
gezegd: "Ik had een hokvol
kienders. Tien. Fier aardden
der naar mij. Die konnen inne
knoop en waren lienig, mar ik
had der oek bij, die suden je
met gien foorhammer kroem
krijekanne".
K'S; .i
SIfiI
x-