WILLEM SPRIENSMA WAS
EEN BIJZONDERE SPORTMAN
pagina 6
Een paar jaar geleden is in 't Kleine Krantsje een voetbalwedstrijd tussen Frisia en
Nicator ten bate van de t.b.c. bestrijding ter sprake gekomen. Die ontmoeting
eindigde zonder doelpunten, waarna strafschoppen de beslissing moesten bren
gen. Daarbij zagen de Frisianen kans alle vijf penalty's te missen, waarna Nicator
door het benutten van de tweede strafschop de wedstrijd won. De voorzitter van
Frisia, de heer Van der Velde, moet na afloop zijn keeper "Willem", die overigens
in alle wedstrijden geweldig had gekeept, min of meer hebben verweten, dat hij de
bal bij Nicator's tweede strafschop toch liet lopen. Velen zullen zich na het lezen
van dat verhaaltje hebben afgevraagd, wie met die "Willem" werd bedoeld. Wel,
dat was Willem Spriensma, in deze wedstrijden de vervanger van Frisia's basis-
keeper Piet Stedehouder.
De heer Willem Spriensma was
directeur van de draadfabriek
aan de Tynjedijk, thans Mero-
destraat, en woonde Achter de
Hoven nabij het z.g. Rooie
Dorp. Hij was een veelzijdig
sportman met een groot sociaal
gevoel. Ook was hij de stuwen
de kracht voor de jeugd om al
lerlei sporten te beoefenen.
Vandaar dat wij hem volgden
bij alle sportwedstrijden.
Omstreeks 1928 ontmoetten wij
hem voor het eerst op het
schoolplein van school 13. Hij
arriveerde daar meest met zijn
sportwagen, die in onze ogen
gelijk een racewagen was.
Eerst had hij na de training
voor Frisia op de Wilhelmina-
baan de snelheid van de wa
gen beproefd. Op het school
plein kaatste hij daarna tegen
Piet de Jong één tegen één,
wat veel toeschouwers trok.
Omdat het terrein aan de korte
kant was, konden ze alléén het
eveneens in verhouding zijnde
perk bespelen.
Een groot kaatsliefhebber, de
heer L. E. de Boer, die achter
de opslag woonde, daagde de
heren eens uit: Wie het eerst
een bal bij hem door de ruiten
zou slaan, behoefde niets te
betalen. Tot grote hilariteit
duurde het maar enkele slagen
toen Willem een prachtige "her
cules" plaatste en hij de bal
door één van de ruiten sloeg!
Spoedig hierna werd een rui
mere accommodatie gevonden
nl. achter het Rooie Dorp. Dat
was in mei 1930 en meteen
volgde de oprichting van de KV
Het Plein.
Toen werd ook Spriensma als
penningmeester benoemd en
dat was voor de vereniging van
grote waarde, omdat vereist
materieel in zijn fabriek gratis
werd gemaakt. De eerste le
denwedstrijd heb ik met hem
gewonnen. Er werd nooit om
geld gespeeld, maar altijd om
luxe voorwerpen en zo kwam ik
als jongen van twaalf in het be
zit van een theepot met waxi
nelichtje. Nu, met het klimmen
der jaren, wordt de prijs ge
koesterd!
Lopen tegenwoordig de voet
ballers zich warm vóór de aan
vang van een wedstrijd, de z.g.
warming up, mijn maat liep al
vorens met de wedstrijd te be
ginnen (atletisch als ie was), op
handen het veld rond.
PRIJSUITREIKING
De prijsuitdeling vond altijd
plaats aan het einde van het
kaatsseizoen in een algemene
ledenvergadering en wel in het
kantoor van de draadfabriek
onder het genot van de nodige
verversingen.
In de fabriek werden harmoni
cagaas en prikkeldraad ge
maakt, waarvoor een groot
aantal machines was opge
steld. Het was een fascinerend
gezicht hoe alles praktisch zon
der storingen verliep en het
eindprodukt werd verkregen uit
één enkele draad. Het fabrieks
gebouw liep in een laagbouw
van de Tynjedijk (Merodestraat)
tot het Kanaal. Over een diepte
van ongeveer 8 meter was aan
de voorzijde op de achtste ver
dieping het kantoor gebouwd.
Op vrijdag kwam altijd een
vrachtauto van het moederbe
drijf uit Dokkum en werden de
bestellingen naar de vracht
schepen in de grachten en de
bestelwagens op het Oldehoof-
sterkerkhof gebracht. In de va
kantie reden we altijd met de
bestellingen mee.
Was het goed zeilweer dan gin
gen we met Spriensma zeilen
op de Grote Wielen. Met de
grote BM'er wist hij ons de zeil
kunst wel bij te brengen. Tij
dens zo'n tocht gaf hij ook altijd
blijk van zijn zangkunst. Nooit
zal ik het lied vergeten dat we
samen zongen van: "Die Heide
ist grün, aber rot sind die Ro
sen. Vooral dat róóóót
kwam er goed uit! Na afloop
was het thuis altijd meeëten,
waar zijn charmante vrouw
voor de nodige uitsmijters zorg
de.
De draadfabriek was gebouwd
op het eerste industrieterrein in
de gemeente tussen het Ka
naal en de spoorlijn Leeuwar-
den-Groningen. De bedrijvig
heid van het Vliet had zich hier
inmiddels naar toe verplaatst,
zie vooral de nieuwe vestiging
van de Koopmans Meelfabrie
ken. De Condensfabriek was
de eerste vestiging. Later werd
hiervoor een onttinningsfabriek
gebouwd, om de tinlaag van de
resten van de vervaardigde
blikjes van tin te ontdoen.
Aan het eind van de Tynjedijk
was door de aanleg van de
Woudmanstraat tussen deze
wegen een terrein ontstaan dat
geen direkte verbinding met het
water had. Het was gezien de
grootte toen meer bestemd
voor het vestigen van kleine
bedrijven. Doordat het lange
tijd onbebouwd bleef en er
woest bijlag, noemden wij dat
de "Wildernis". In de vakanties
brachten we daar veel tijd door
met het bouwen van hutten,
vlotten e.d., terwijl het snoek-
vissen ons mogelijk werd ge
maakt in de naast lopende bre
de spoorsloot.
Naar het einde kwamen boven
genoemde wegen weer samen
om te eindigen op een breed
grastalud aan het water. Op
deze plek waar het Kanaal en
het Vliet samenkomen, werd
door ons veel gevist en hadden
we een mooi gezicht op Schil
kampen met zijn scheepswer
ven. Er werd aan de schepen
veel onderhoud verricht en het
teerwerk verspreidde een heer
lijke geur. Van onze klasgeno
ten, de gebroeders Geurts die
op Schilkampen woonden, kre
gen we altijd bericht als een
schip weer te water zou wor
den gelaten en het was een
prachtig gezicht hoe het water
dan aan de overzijde werd op
gestuwd. Ook als de vrijwillige
brandweer oefende, waren we
van de partij. De brandspuit
werd dan uit het piepkleine
brandweerhuisje gehaald en op
een dekschuit geplaatst. Aan
weerszijden van de pomp stel
den zich dan de manschappen
op en werd met de hand het
water uit de Greuns in de rich
ting van de huizen gespoten,
waarbij de straal iets groter
was dan uit een tuinslang.
Tegenover de scheepswerf was
ook een kistenfabriek ten be
hoeve van de Condensfabriek.
Voorts was naast de Tynje en
de spoorbaan een grote hon
denkennel, waar prachtige St.
Bernhardhonden werden ge
fokt. De fokker was ook een
zeer forse man met een grote
snor; hij paste wat dat betreft
goed bij zijn honden!
Voor het schoolvoetbaltoernooi
in de Paasvakantie kregen we
van Spriensma alle steun. Hij
adviseerde ons met het kopen
van de juiste voetbal en gaf de
nodige instructies bij de trai
ning. De voorbereiding vond
meestal plaats op een stuk wei
land in de buurt, waarvoor de
betreffende eigenaar ons tijde
lijk toegang verschafte. Na dit
alles trokken we dan in de va
kantie naar het gemeentelijk
sportterrein aan de Fontein
straat, waar de zeer sympathie
ke meester Greben de leiding
had. We speelden daar op de
helft van een normaal voetbal
veld. Na dit sportfestein sloten
de meeste jongens zich aan bij
één van de bestaande voetbal
clubs.
Maar ook 's winters wist
Spriensma onze belangstelling
te animeren en wel voor het
schaatsen. Hij leerde ons 's
avonds op de spoorsloot bij de
schamele straatverlichting het
kortebaanrijden, waarbij vooral
aan het starten veel zorg werd
besteed. Zodra het ijs voldoen
de sterk was op de Potmarge
organiseerde hij ook wedstrij
den voor de jeugd uit de buurt.
Vanzelfsprekend trok het veel
bekijks, vooral van de ouders
om hun favorieten aan te moe
digen. De eerste prijs was altijd
een paar schaatsen.
(Vervolg op pag. 7)
Willem Spriensma als keeper in het tweede elftal van Frisia in het seizoen 1932/33. Links van hem:
E. Meijer, O. Reijnders, H. Banning, D. Heeg, O. Jaarsma en L. Geveke, rechts S. Koster, H. van der
Woude, W. Huitema en J. Brijker
Het piepkleine brandweerhuisje van Schilkampen