Friesland Bank FOTO DIE ONS DOET MIJMEREN WIE ZIJN DITGEWEEST? JENTSJE TIT WAS OERGRIESELIJK STERK Grootste regionale bank OP DE KUIER INDE PRINSENTUIN VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN De Friesland Bank is de grootste zelfstandige regionale bank met vele vestigingen in de provincie Friesland. Door haar regionaal karakter kent de Friesland Bank bij uitstek de plaatselijke verhoudingen en kan daardoor snel en direct op uw wensen inspelen. 'T KLEIHE KEAHTSJE ACHTENTWINTIGSTE JAARGANG AUGUSTUS 1992 NUMMER 582 P Hoofdkantoor Leeuwarden, Zuiderstraat 1 Tel. 058-994499 Drie ouwetjes, lang geleden wandelend in de Prinsentuin: een sim pele foto, die ons tot mijmeringen brengt. Wie zouden dit zijn geweest, deze man en die beide vrouwen? Een echtpaar met een oude moeder? Of een dochter met haar ouders? We weten het niet en we zullen het ook wel nooit te weten komen. Eveneens zal hun achtergrond voor ons een raadsel blijven - waren het echte Leeu warders met wellicht een veelbewogen verleden in deze goede stad? De enige zekerheid, die we hebben, is deze, dat dit drietal nu niet meer in het land der levenden is. Hun leven is stellig al lang geleden geëindigd. Misschien lieten ze alleen een herinnering ach ter bij kinderen, bij kleinkinderen. Maar ook dat weten we niet: er zijn ook mensen, die zonder sporen na te laten, verdwijnen in de mist van het verleden. In de dertiger jaren, toen Leeu warden zoveel kleiner was, kende bij wijze van spreken ie dereen de hier aanwezige uit gesproken stadsfiguren. Een van die kampioenen was een man, die Ane van der Meulen heette, maar die niet anders dan Jentsje Tit werd genoemd. Nog tot op gevorderde leeftijd zou Jentsje bij zijn moeder aan de borst hebben gelegen. Jentsje Tit, die vooral ook be kend werd, omdat hij herhaal delijk op straat z'n bijeengebe- delde centen zat te tellen, moet onvoorstelbaar sterk zijn ge weest - misschien nog een ge volg van zijn werkzaamheden als koeiedriever in jonger jaren. Eens is Jentsje Tit, althans vol gens de overlevering, baas ge bleven in een enorme vechtpar tij met zes stoere politieagenten. De slag vond plaats in de Bagijnestraat, waar Jentsje in beschonken toestand op een vensterbank een zit plaats had gezocht. De bewo ners van het huis, kennelijk bang, dat de man vroeg of laat door de ruit zou gaan, waar schuwden de politie. Twee flinke agenten zouden Jentsje Tit wel even verwijde ren, maar zonder van de vens terbank te komen, sloeg hij ze van zich af. Assistentie bleek dus noodzakelijk en zo kwa men er nog twee agenten bij. Met z'n vieren begonnen ze nu aan Jentsje te trekken en te scheuren, maar deze zette zich schrap en bleef zitten, waar hij zat. Tot er nogmaals politieassisten te verscheen in de vorm van een inspecteur en twee agen ten. Er stormden nu zes man op de dronkaard af, maar of het allemaal niets was, sloeg Jentsje Tit ze zo tegen de grond. Terwijl de agenten moeizaam overeind klauterden, leek het de inspecteur raadzaam van tactiek te veranderen. Hij kwam Jentsje vriendelijk vragen, of die wel mee wilde wandelen naar het bureau. "Met jou altied," zei Jentsje, "mar hou die klabakken uut mien buurt." De zes kregen opdracht de in tussen toegestroomde toe schouwers te verstrooien en Jentsje Tit kuierde gemoedelijk met de inspecteur naar het po litiebureau aan het Hofplein.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1992 | | pagina 1