Uit grootmoeders ansichtenalbum 'T KLEINE KRAHT5JE ZELDZAME VONDST JVff VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN ANTON DALHUYSEN Toen ik nog als kind op het Pieterseliewaltje woonde, speelden we met mooi weer op woensdagmiddag vaak aan de Dokkumer Ee. In een schip huisje in een inham lag daar een wherry van Anton Dalhuy- sen, die toen trainer bij Leeu warden was, bij "De Klomp". Meneer Dalhuysen, die dan ging varen met zijn vrouw had altijd een pofbroek en witte kousen aan. Achter in de mooie, tweepersoons boot, zat een grote leuning van gevloch ten rotan; daar stuurde me vrouw Dalhuysen met twee touwtjes over de schouder. Het is al lang geleden, maar ik vond het altijd een apart ge zicht - ik zie het nog zo voor me. Leeuwarden W. Kramer SWARTMAR LEAFLIK In de rubriek 'Namen uit het oude en nieuwe Leeuwarden' schreef u over ons huis 'Swart mar leaflik'; "de naam van het huis aan de Engelsestraat nummer 2. Dat 'swart' duidt op de kleur van de planken - het is een houten huis". Inderdaad zijn de planken - en dat is het grootste deel van de buitenkant - van ons houten huis zwart geverfd. Maar door het donkergroen en het wit van kozijnen, balcons, deuren en blinden, heeft het huis toch een fleurig en lieflijk aanzien. Dat wilden we laten uitkomen in de naam 'Swart mar leaflik', die wij het huis gaven, toen we er in 1969 in kwamen. Maar er zit nog meer achter de naam. De Friese schrijver Wat- ze Cuperus (1891 - 1966) heeft een van zijn boeken, ge schreven in 1948, dezelfde titel gegeven: 'Swart mar leaflik'. En die titel heeft hij weer ontleend aan het bijbelboek 'Het Hoog lied'. De dubbele achtergrond, het boek met die titel en de venwij zing naar het Hooglied heeft meegespeeld, toen wij het huis deze naam gaven. "Het is een houten huis, oor spronkelijk bewoond door En gelse officieren, die hier tijdens de eerste wereldoorlog waren geïnterneerd," schreef u. Inder daad zijn hier in die tijd Engel se geïnterneerden geweest, die werden ondergebracht in ba rakken bij de Harlingerstraat- weg. En wellicht hadden de of ficieren een beter onderkomen, dan het gewone soldatenvolk. Maar ons huis en de andere identieke huizen - aan de Har- lingerstraatweg en de Engelse straat - zijn later, in de twinti ger jaren gebouwd. Ons huis kreeg in februari 1923 z'n eer ste bewoner. Dat was de latere Rijksarchivaris A. L. Heerma van Voss. Tot maart 1935 heeft zijn gezin dit huis bewoond. Leeuwarden J. Ypma VISWINKELS In het nummer van juli reageert de heer Klaes Sierksma, een zoon van de vroegere bloemist van'de Wirdumerdijk, op een door u in 't Kleine Krantsje ge plaatste oude advertentie. Bij dat stukje stond een foto van de panden Nieuwestad 54 en 56. In dat pand Nieuwestad 54 be gonnen mijn ouders op 1 au gustus 1914 een vishandel met achter de winkel een salon om vis te eten. Op nummer 56 be gon de broer van mijn moeder in 1930 een comestibleszaak: de naam J. Sipsma was op de door u geplaatste foto nog te zien. In 1920 verhuisden wij naar Apeldoorn en mijn ouders ver huurden de zaak toen aan de firma Glastra. Beheerders wer den de heer en mevrouw Ren- kema. Zij bleven dat tot 1937 toen Glastra de huur opzegde. Mijn moeder en mijn jongste zus gingen toen zelf de viszaak weer voortzetten. Mijn zus trouwde met Roel IJsselstein en zij gingen, net als hun buren aan beide kanten emigreren, kennelijk aangetast door een bacil, die na de bezetting van In achtendertig kreeg de Leeu warder Courant een nieuwe ro tatiepers. Daarvoor moest er bij de al bestaande gebouwen van het blad op de hoek van de Voorstreek en de Noorderweg een kolossaal gat worden ge graven. De vrijkomende grond ging naar landerijen onder Lek- kum en Miedum om er de gras- groei te verbeteren. Dit alles zou het vermelden niet waard zijn geweest, wanneer er juist in die opgebrachte grond geen bijzondere vondst was gedaan. Maar iemand vond daar een klein benen voorwerp je, waarvan hij al direct ver moedde, dat het iets belang rijks kon zijn. Het was een met een koningskroon voorzien fi guurtje, dat op een armstoel zat - een zwaard, nog duidelijk herkenbaar aan de uiteinder er van. De oplettende vinder schonk het dingetje aan notaris Nanne Ottema, die in die tijd in de stad algemeen bekend stond als een liefhebber van oudhe den. En Ottema herkende er, tot zijn niet geringe verrassing, een koning uit een schaakspel in en dan ook nog wel een oer- pagina 7 ons land vrij spel had. In die tijd verhuurde moeder het pand aan Marten van der Velde, die er een broodjeszaak annex automatiek in vestigde. In 1964 kocht Van der Velde het perceel en zo ging ook de' tweede viswinkel verloren. Leeuwarden A. de Vlas-Blokzijl en oeroud stuk. Hij dateerde het op de twaalfde, mogelijk zelfs uit de elfde eeuw en hij dacht, dat het afkomstig zou kunnen zijn van een Vikinger rover, die hier bij de Middelzee aan land was gegaan. De heer Ottema baseerde zijn veronderstelling op de vondst van een compleet schaakspel in achttieneenendertig op de kust van het eiland Lewis aan de noordwestpunt van Schot land. Ook die stukken waren naar alle waarschijnlijkheid af komstig van een op die kust in de twaalfde eeuw gestrand Vi kingschip, dat vanuit Scandina vië op roof- of handelsvaart was gegaan. Deze vondst vormde een uit stekend vergelijkingsobject voor het figuurtje, dat de grond tussen Lekkum en Miedum had prijsgegeven. Toen het schaak stuk, eeuwen en eeuwen gele den dus, hier werd verloren of weggegooid, bestond Leeuwar den nog niet eens; pas in de veertiende eeuw zouden de buurtschappen Oldehove en Nijhove en het dorpje Hoek, waar het stuk in de grond be landde, verenigd worden. Sommige meensen hewwe lie ver dat er duzend leugens over hun veteld wudde dan één waarheid, die't se niet graag hore wille. At je een ander stierlijk vevele wille mut je beginne te zeuren over je eigen narigheid. At je gien doel hewwe kanne je oekniet raakskiete. Allienig deur te denken kanne je een kerel wudde. Dankbaarheid kanne je wel as een plicht beskouwe, mar noait as een recht, dat je eise kanne. Voor 't je wat doene, mutte je denke, mar at je denke mut je nogdenke. At je je dom houwe kom je vaak vedder dan wanneer je je slim toane. 4533 Ui:?. S. A. Markui. Dit is wel een hele mooie kaart van de oude Nieuweburen, die we in Grootmoeders Ansichtenalbum tegenkwamen. Voor het maken van deze foto heeft de fotograaf ter hoogte van de Vijzelstraat gestaan - links zien we nog net het hoekhuis van de Nieuweburen en de Vijzelstraat met een ouderwetse lantaarn als buitengewoon fraai ornament. Wie zou Clara zijn geweest? Clara verstuurde deze kaart vanuit Sint Jacobiparochie aan een mejuffrouw J. Bergstra, Stienserweg in Leeuwarden en wie deze juffrouw Bergsma is geweest zullen we ook wel nooit meer te weten komen. Een meens mut niet klage over de moeilijkheden in sien be roep. At die 't er niet waren su- den je je nooit van de konke- renten onderskeide kanne. At de booiem begint te skokken dondere de hoogste huzen het eerst in mekaar.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1992 | | pagina 7