TOEN LEEUWARDEN NOG EEN ECHTE WIELERBAAN HAD ■T KLEINE KRANTSJE IN DE DERTIGER JAREN VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 7 In het begin van de jaren dertig werd er aan de Fonteinstraat een wielerbaan gebouwd. Het was een houten baan van bescheiden formaat, waarvan de planken met een kleine tussenruimte van boven naar beneden liepen. De ruimten tussen de planken waren nodig omdat de baan niet overdekt was en het klimaat zijn invloed erop kon uitoefenen. Bij het berijden van de baan ontstond door de naden en de banden een ruisend geluid, waardoor het leek alsof de snelheid groter was. Soms moest er wel eens een wedstrijd worden gestaakt wanneer er een regenbui viel. Na de bui werd dan met vereende krachten met dweilen de baan weer drooggemaakt. De bochten van de baan waren steiler en hoger dan de lange rechte zijden om de snelheid van de renners op te vangen, zodat men nooit uit de baan kon vliegen. In het midden van de lange zij de vóór de hoofdtribune was de startlijn met een witte streep aangegeven. Hierbij was ook een galg geplaatst, waaraan een grote koperen bel was op gehangen. Wanneer hiermee de laatste ronde werd ingeluid, steeg de spanning ten top. In de bochten waren de staan plaatsen en langs de rechte zij den zitplaatsen. De directie van de baan en de wielrenners met hun mecani ciens namen het middenterrein in bezit. Het was er altijd een drukte van belang, omdat er veel gesleuteld moest worden aan de schitterend blinkende racefietsen. De renners in hun kleurige tenues fleurden het ge heel op. Doordat de meeste renners over een resevefiets en onderdelen beschikten, was het vaak woekeren met de ruimte. Vanzelfsprekend was ook op het middenterrein de EHBO aanwezig, waarop helaas door de vele valpartijen vaak een beroep moest worden gedaan. Door het vallen op die ruwe houten planken kwamen vaak grote schaafwonden voor, zo dat rijkelijk met jodium werd ge werkt. Ernstige ongevallen met gebroken ledematen kwamen helaas ook voor. Op zondagmorgen werd er ge traind en was'het vrije toegang, 's Middags waren er dan vaak wedstrijden tussen Friese ren ners, waarbij zich enkelen van buiten de provincie voegden. Een prachtige sportieve renner was Bep Andriessen uit Leeu warden. Hij had veel ervaring en was zodoende één van de voortrekkers. Voor een goed advies tot het aanschaffen van een sportfiets kon je altijd bij hem terecht. De steeds weder kerende annonce in ons Kleine Krantsje, n.l. 't Rennershuis fa. Andriessen en Co, zal voor ve len herinneringen oproepen. ZEER POPULAIR Het wielrennen was in die tijd ook zeer populair voor het jaar lijks houden van de zesdaagse in Amsterdam en de wielerwed strijden in het Olympisch Sta dion. Ook de grote crack Jan Pijnenburg kon men geregeld op de wielerbaan in Leeuwarden aanschouwen. Omdat de zesdaagse altijd ein digde in het weekend, vertrok ken veel sportliefhebbers met bus of trein naar Amsterdam voor een lang weekend. Een zeer bekend rennerskop pel werd gevormd door Pijnen burg en Wals, die veel van deze wedstrijden wonnen. Voor de winnaars waren er behalve premies ook platina horloges beschikbaar wat in die tijd iets bijzonders was. Natuurlijk gaven de zesdaagse renners ook op de baan in Leeuwarden acte de présence en waren we vaak getuige van wat Friese renners daar tegen over konden stellen. Een be kende sprinter van ons was in die tijd Kees Stapensia. Zijn krachtmeting met de zesdaag serenners vormde veelal een hoogtepunt. Vooral wanneer het op de sprint ging tussen Pijnenburg en Kees lieten de premiegevers zich niet kennen. Bij dit gevecht wist de gerouti neerde Pijnenburg het in de re gel zo uit te kiezen dat hij met een banddikte verschil won! Behalve de sprintwedstrijden waren het ook de koppelwed strijden die een bezoek aan dit sportfestijn rechtvaardigden. Een spannend moment was het aflossen van de renners, waar bij men elkaar vaak weinig ruimte gaf. Zo kan ik mij nog goed herinneren toen Slaats, de opvolger van Wals, ploegge noot was van "de Pijn". Bij het aflossen werd Slaats zo onbe suisd door hem bij het zadel gegrepen dat deze met fiets en al van de baan werd gesmeten! Hij werd door de EHBO per brancard naar het Diacones- senhuis vervoerd, maar tot aller genoegen verscheen hij op het eind van de dag toch weer op het middenterrein. Dergelijke ongevallen kwamen bij wedstrijden in de achtervol ging niet voor, omdat het zel den gebeurde wanneer de be treffende twee renners elkaar inhaalden. In de jaren zestig was Tiemen Groen uit de Lem mer in dit onderdeel Neder lands kampioen. Voor de meeste wielrenners is het nog steeds onbegrijpelijk hoe in To kio de Belgische tegenstander van hem kon winnen. (Ferdi nand Bracke) Tijdens de wedstrijden werden vele premies in geld of natura ter beschikking gesteld. In de eerste plaats door de sportwin- kels en andere zakenlieden. Een sponsering zoals wij dat nu kennen, was er toen nog niet. Voor toeschouwers was het ook mogelijk een premie uit De Leeuwarder Wielerbaan met de renners Van den Bogaerd, Van der Broek en Bakker in actie. te loven. De gevers van dit al les werden vanzelfsprekend door de speaker goed aange kondigd. Spectaculair was altijd het on derdeel sprinten. Spannend was het wie van de twee in staat was de ander te dwingen de kop te nemen. Vanaf de startlijn probeerde men dan door het blijven stilstaan op de pedalen, een zg. sur place, de ander te dwingen voorop te gaan. In de bochten bleef dan de achterste renner hoog in het laatste gedeelte nogmaals stil staan om vervolgens met een duik onder of boven zijn voor ganger door te schieten. Op deze wijze kreeg de achterste renner zo'n grote snelheid dat hij met een klein verschil win naar werd. Helaas kwamen bij dit onderdeel nogal wat valpar tijen voor, omdat bij de duik van boven uit de bocht de voorste renner werd gesneden. ACHTER MOTOREN Zo was dat ook een keer "het geval met een zeer gewaar deerde renner Bakker van de wielerclub De Bataaf uit Haar lem. Hij kwam zo ongelukkig ten val dat hij zijn dijbeen brak. Het maakte op ons een trieste indruk, te meer omdat wij op zondagochtend veelal contact hadden met de renners. Een enkele maal werden er ook wel wedstrijden gehouden achter lichte motoren. De ren ners beschikten voor dit doel over speciale fietsen met een vrijwel rechte voorvork. Zij drukten daarbij het-voorwiel te gen een rol die achter de motor was aangebracht. Spannend was het wanneer de motorrijder met de renner achter zich te genstanders begon te passe ren. Als dit niet lukte en de ren ner door de verhoogde snelheid losraakte van de rol, moest de motorrijder gas terug nemen totdat ze weer verenigd waren. Behalve de aanmoedigingskre- ten van de motorrijder was ook zijn leren uitmonstering met helm en zijn rechtopstaande zit om zoveel mogelijk wind voor zijn renner weg te nemen, zeer spectaculair. In de periode '40 - '45 is de wielerbaan gesloopt. Hetzelfde gebeurde later met de oude RAI in Amsterdam, waarin de zesdaagsen werden gehouden. Nu heeft voor zolang het duurt Rotterdam in de Ahoy dit festijn overgenomen. Aalsmeer Ing. H.Th. Heegstra Toen een grondwerker voor het aanleggen van een gas leiding bezig was met het graven van een sleuf in de Molenstraat, passeerde daar net een bekende Leeuwar der persfotograaf. "Hoe hewwe het nou," vroeg die, "wurmen soeke, midden inne stad?" "Ja,antwoord de de grondwerker op slag: "Se mutte er voor de winter maruut, dochten wij.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1992 | | pagina 7