OUDSTE MIDDENSTANDER WORDT VIJFEN ZEVENTIG GEBOREN EN GETOGEN LEEUWARDER pagina 5 Op de voorlaatste dag van deze maand wordt hij vijf en zeventig en daarmee is hij een van de oudste en zeer waarschijnlijk zelfs de alleroudste nog actieve midden stander in de stad: de heer Leo Copini van de brillenzaak aan de Nieuwestad. De komende verjaardag verdient het dus om er even bij stil te staan, ook al omdat het feestvarken een rasechte Leeuwarder is. En geboren en getogen Leeuwarders, die hier heel hun leven wonen en werken lijken steeds zeldzamer te worden in een tijd, waarin zovelen elders in de wijde wereld hun geluk beproeven. Op letterlijk een steenworp af stand van zijn huidige zaak zag hij het levenslicht. Aan de an dere kant van de Nieuwestad namelijk, in het pand nummer 80, waarin nu De Trekpleister zit en waar vader Jac. Copini een winkel in horloges en klok ken dreef. Ook grootvader Jules was al een zelfstandige horlogemaker en wel aan de Voorstreek bij de Dubbelepijp, zodat de Copi- ni's nu kunnen terugzien op een middenstandstraditie van meer dan honderd jaar. JONGENSDROOM Horloges, klokken en optiek, ja zeker dat optiek kwam er in va ders zaak ook al wat bij. Was het daarom niet een vreemde jongensdroom van Leo om banketbakker te willen worden? Hij kreeg zowaar als jong broekje werk in de bakkerij van buurman Frehe en proefde ook enige tijd in de zaak van Groe- newoudt in de Sint Jacobs- straat het zoet van het banket bakkersvak. Maar toen besefte hij toch al gauw, dat hier zijn toekomst niet lag. Zo kwam hij als zes tien-, zeventienjarige bij vader in het bedrijf, dat later naar de Prins Hendrikstraat werd ver plaatst. Pittige arbeidstijden en een loon van een daalder in de week. LEERSCHOOL Een uitstekende leerschool vond de jonge Leo Copini ver volgens in Eindhoven, waar hij ook in het goud en het zilver kwam en er solderen en grave ren leerde. Toch keerde hij weer naar Leeuwarden terug om hier chef te worden in de juwelierszaak van Hubert Kraak aan het Naauw. Voor hem, zo herinnert hij zich nu nog met veel bin nenpret, kocht hij eens bij een handelaar in Den Bosch een hele spoorwegwagon vol klok ken tegen een bedongen mes scherpe prijs van elf gulden per stuk. Toen daarop de oorlog uitbrak met als gevolg een schaarste in vrijwel alles, vlo gen deze klokken de deur uit - en tegen steeds hogere prijzen, dat spreekt. Heel kort daarna kwam Vader Copini met een gouden tip voor zijn oudste zoon Jules: "Begin in het vrijkomende pand Nieu westad 55 een optiekzaak - mooier kun je niet zitten met twee oogartsen, Ten Thije en Romer, zowat op je schoot!" Dat gebeurde dus en na een paar maanden kwam ook broer Leo in deze onderneming, die al gauw als de Firma J. en L. Copini bekendheid kreeg. Het jonge bedrijf zou zich ook alras onderscheiden van alJe colle ga's door zelf brilleglazen te gaan produceren. En toen, ook alweer door die oorlog, nie mand meer glazen had, had den de Copini's ze nog wel; ze maakten ze immers zelf. SLIJPERIJ Zelfs kwam er een aparte slij perij, eerst in de Sint Jacobs- straat en later aan de Schrans en toen dat ronduit geweldig begon te lopen, werd er op het Industrieterrein de Optische In dustrie Copini opgericht. Daar waren tenslotte een vijf en twintig man aan de slag, die er jaarlijks een half miljoen gla zen maakten. Maar helaas: al les viel er aan scherven, toen de pas begonnen vijfdaagse werkweek en een loonexplosie deze industrie de das omdeden Toen deze foto van de "Oldehove met omgeving" werd gemaakt was het Oldehoofsterkerkhof nog als bodeterrein in gebruik: er staan heel wat ouderwetse autobussen in de schaduw van de oude toren. En de huisjes van het labyrinth achter de Boterhoek waren er ook nog allemaal. Net als trouwens de woningen van de Torenstraat en van de westkant van het Sint Jobsleen. Dit kunnen we dus ook alweer een historisch plaatje noemen - zo kan het nu met geen mogelijkheid meer worden gemaakt. - het moet omstreeks '66 zijn geweest, dat met het fabriceren van brilleglazen werd gestopt. Uit gezondheidsoverwegingen moest broer Jules de firma ver laten, waarna het bedrijf in '81 werd omgezet in een B.V. Daarop kon Leo dus nu al zijn aandacht concentreren, hoewel er intussen nog twee zaken waren bijgekomen, een in Har- lingen en een in de Schrans. De laatste winkel werd weer opgeheven na het zo vroege overlijden van de bedrijfsleider. Zowel hier als in Harlingen ver wierf de naam Copini zich een goede klank. Goed daarom, dat er met het oog op de toekomst aan opvolging is gedacht: zoon Leo Junior, negen en dertig nu, is dan weer hier, dan weer daar in de winkel te vinden. LEKKER ACTIEF De leeftijd van vijf en zeventig belet Leo Copini niet om nog lekker actief te blijven. Maar het lidmaatschap van het hoofdbestuur van de Neder landse Unie van Optiekbedrij- ven heeft hij na veertig jaar als lid van verdienste beëindigd. Z'n werk als beoordelaar van hockeyscheidsrechters wordt er ook niet drukker op en op de schaats, nog zo'n grote liefheb berij zul je hem ook niet meer elke winterdag zien staan. Maar de mooie herinne ring aan vijf of zes gereden Elfstedentochten blijft. En om daarvan nog altijd te genieten hoeft het niet eens winter te zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1992 | | pagina 5