PIJNLIJKE ERVARING VOOR DE OUDE SIKKE DE KEATS HERINNERING AAN GEZIN VAN SANDERS KOEIEDRIEVERGREEP MIS ALTIJD JARIG ZELFDE DAG KORT VOOR DRAMA 'S GEFOTOGRAFEERD pagina 15 Mensen, mensen, wat was dat wat, nu precies honderd jaar geleden, met die koe die een roemloze dood tegemoet zou gaan op de slachtplaats van slager Zendijk in de Breed- straat. Niemand minder dan Sikke Nieuwenhuis, de in de stad overbekende 'Sikke de Keats', moest dat arme beest daar heenbrengen, maar on derweg ging er wat fout: bij het Hofplein zag de koe, die ken nelijk aanvoelde wat er gebeu ren ging, kans aan de greep van Sikke te ontsnappen. En dus ging het beest er van door, met rare bokkesprongen en loeiend en bulkend. Sikke de Keats er op z'n klompen achteraan, maar de koe zette de vaart erin en bleef hem ge makkelijk ver voor. Zo ging het in een wilde draf in de richting van de Voorstreek en vervol gens naar de Tuinen en het Vliet, waarbij er op deze drukke vrijdag een ware paniek ont stond, omdat passanten veron derstelden te maken te hebben met een wild dier. Bovendien keek de koe niet overal even goed uit en kegel de het beest heel wat mensen omver, gelukkig zonder ernsti ge ongelukken te veroorzaken. Intussen had het bericht van de vluchtende koe ook al het poli tiebureau bereikt en de Com missaris van Politie alarmeerde onmiddellijk een paar scherp schutters om het dier zo nodig uitte schakelen. Maar zover kwam het niet. He lemaal aan het eind van het Zuidvliet kwam het beest in een bleek terecht en toen kostte het enkele koene volgers geen moeite meer de koe te overwel digen. Het dier werd gegrepen en degelijk vastgebonden en toen alsnog naar de slacht plaats gebracht. EEN KNOEI De reputatie van Sikke de Keats als koeiedriever zal door dit alles wel een knoei hebben gekregen, maar het fijne daar van weten we niet. Het is ook al even geleden, dat hij leefde, van 1858 tot 1927 namelijk. In 1886, een paar jaar voor het koeieincident, kreeg Sikke Nieuwenhuis een zoon, die offi cieel Jan werd genoemd, maar die de Leeuwarders later ook weer zouden kennen als 'Sikke de Keats'. Ook deze Sikke II werd overbekend in de stad en heel wat ouderen zullen zich hem nog wel herinneren. Hij overleed in 1961 na een verblijf van bijna zestien jaar in een Psychiatrische Inrichting in Wa genborgen. Drie achtereenvolgende gene raties, geboren op dezelfde da tum - zou dat ooit zijn voorge komen? Nou en of! En bij ons in Leeuwarden nog wel. Toen de Van Gend en Loosman Si mon Feddema in achttien tweeënnegentig vader werd van een zoon, gebeurde dat uitgerekend op zijn verjaardag, de vijftiende februari. Maar toen deze zoon, de kapper Wie- brand Feddema op zijn beurt in negentiendertien vader werd, gebeurde dat, hoe was het mo gelijk, ook weer op de vijftiende februari - ook de volgende ge neratie, weer een Simon, zag op die datum het eerste levens licht. Alzo: drie geslachten Fed dema jarig op dezelfde dag. De spanning in de kappersfamilie Feddema steeg tot een hoogte punt, toen de vierde generatie in aantocht was en het er, waarempel, veel op begon te lijken, dat de vijftiende februari nogmaals de grote dag zou zijn. Maar helaas: de kleine Wiebrand, Wyb Feddema, kwam gewoon te laat, drie da gen te laat. De duizend gulden, die grootvader Wiebrand had uitgeloofd voor opnieuw een geboorte op de vijftiende, bleef dan ook in de portemonnaie. Een heel bekende en populaire Leeuwarder is in vroeger jaren Jo Sanders geweest. Joseph Sanders werkte als vertegenwoordiger en iedereen kende hem als een fijne kerel, een vlot type en een enorme sportliefhebber. Jo was een broer van Louis Sanders, die in de Sint Jacobsstraat een zaak in lijsten en schilderijen had. Hun vader, Salomon Sanders, was die zaak daar ooit begonnen. Joseph Sanders, geboren in 1898, was goed bevriend met Pim Regnery van Hotel De Kroon en in 1942, bij de Elfstedentocht van dat jaar, moeten deze heren een stunt hebben uitgehaald, door "als wedstrijdrijders" het ijs van de Noordersingel op te rijden, toen er nog geen enkele deelnemer aan de wedstrijd binnen was. De duizenden mensen aan de kant, die niet anders dachten, dan dat ze hier met de eerste'cracks te maken hadden, juichten en schreeuwden zich de kelen schor, terwijl Jo en Pim deden, alsof ze er nog een laatste eindsprint uitpersten. Pas daarna bleek, dat men hier alleen maar met een paar hampelmannen had te doen. Jo Sanders was getrouwd met Martha Feitsma en zij was een zuster van de ook al zo bekende Benjamin of "Beike" Feitsma, die aan de Nieuwestad op nummer 100, naast C. en A. een zaak in manufacturen had. Zelf dreef de energieke Martha, ook aan de Nieuwestad, een winkel in hoeden. Het Joodse gezin had twee jongetjes, Philip en Salco Hans en een meisje, Judith Sara Mirjam, toen het in handen van de Duitse bezetters viel en terecht kwam in het doorgangskamp Westerbork. Daar zal de buitengewoon handige Jo zich zelf wel gemanoe- vreerd hebben in een functie, die hem nog een zekere vrijheid bood: hij mocht regelmatig het kamp uit om kippen te kopen. Vandaar, dat hij zich de bijnaam De Pluimgraaf verwierf. Op een van de vrijdagse bezoeken aan Leeuwarden zag Jo San ders kans om even het Hotel De Kroon binnen te wippen. Daar schonk vriend Pim Regnery hem gauw een borreltje in en hij siste hemtoe: "Duik nou toch onder man, smeer hem als de bliksem!" Maar Jo Sanders zei hem, dat hij dit onmogelijk kon doen. "Ze hebben in Westerbork m'n hele gezin in handen en ze zouden ze allemaal van kant kunnen maken. En wat op dat moment eigenlijk nog ondenkbaar was, is dan toch gebeurd: op de achtste oktober 1944 zijn mevrouw Sanders en haar drie kinderen in Auschwitz vermoord. En Joseph Sanders? Hij heeft bijna de bevrijding gehaald. Bijna.Op de negen en twintigste maart 1945 is hij nog in Buchenwald om het leven gekomen. Onze abonnee de heer Cor Kooistra, die al jaren in Canada woont, bezorgde ons deze foto's van Jo Sanders en zijn gezin; hij heeft hen heel goed gekend. Achter op de foto met de kippen, gemaakt in augustus 1942, schreef Jo Sanders: "Aan mijn lieve vriend Corrij. Met hartelijke dank voor al de aan mij bewezen diensten".

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1992 | | pagina 15