Jou--
OUDEVROUW
SLAAT INBREKER
MET EEN STOK
DEGIEZEN'S
'T KLEINE KRANT5JE
'mm.
GROOT SCHANDAAL IN 1993.
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 17
ECHTE VADERLANDERS
Toen ik in de oorlog voor de
klas stond in de St. Vitusschool
aan de Speelmansstraat, kwam
er van Onderwijs, Wetenschap
en Cultuurbescherming een
missive bij het Hoofd van de
school de heer J. J. Swart.
Daarin werd gevraagd naar de
namen en adressen van de
leerkrachten aan de school,
welke in militaire dienst waren
geweest. Een paar weken later
bleek, dat de brief gevolgd zou
worden voor een oproep aan
oud-militairen om zich weer in
krijgsgevangenschap te bege
ven.
Mijn naam werd vermeld op
een formulier en, zoals in de
missive stond, verzonden aan
de Rijksinspecteur, de heer L.
van der Zweep in de Alma Ta-
demastraat.
Op mijn vraag aan de heer
Swart of hij mij had opgegeven,
antwoordde hij, dat ik me maar
met de heer Van der Zweep in
verbinding moest stellen. Later
werd het me duidelijk, dat bei
den reeds contact met elkaar
hadden gehad.
(Van de speciale justitie-medewerker van 't Kleine Krant-
sje).
Een hoogbejaard echtpaar in Leeuwarden kreeg een dezer
dagen bezoek van een inbreker, die zich een geldkistje
toeeigende met daarin al het spaargeld van de oude men
sen. De eigenaar van het geld, zes en negentig jaar oud,
was zo brutaal hierover een afkeurende opmerking te ma
ken. De inbreker pakte daarop zijn revolver en schoot de
man een kogel door het hoofd - hij was op slag dood.
De vijf en negentig jaar oude weduwe, die ook met de
revolver en de dood werd bedreigd, meende nu de inbre
ker-schutter te moeten beledigen en sloeg hem zelfs met
een wandelstok op zijn arm. Het schot, dat de inbreker op
de vrouw loste, miste daardoor zijn doel.
De indringer kon hierna ongedeerd en in het bezit van de
buit het huis verlaten.
Op aanwijzingen van een buurman, die de indringer zag
vluchten, kon de politie de verdachte evenwel spoedig ar
resteren. Het bleek een beruchte vijf en twintig jaar oude
beroepsinbreker te zijn, die ook in 1991 al iemand had
doodgeschoten. Hij kreeg daarvoor een gevangenisstraf
van vier jaar, maar al na enkele maanden kwam hij weer op
vrije voeten. Ook nu moest de politie de recidivist direct
weer in vrijheid stellen, daar er geen cel voor hem beschik
baar was.
De politie, die de weduwe direct in verhoor nam, maakte
tegen haar proces verbaal op wegens mishandeling van de
inbreker. Zij zal hiervoor binnenkort terecht moeten staan.
Ook is de kans groot, dat de indringer tegen de vrouw een
klacht indient wegens het aantasten van zijn eer en goede
naam.
Op mijn vraag aan de heer Van
der Zweep antwoordde deze,
dat hij van niets wist en dat ik
gerust naar huis kon gaan. De
heer Swart ried mij, gezien de
aanwezigheid op school van
enkele N.S.B.kinderen aan om
de huisarts op te zoeken, want
volgens hem waren er bij mij
"tekenen van overspanning".
Ik kreeg van de arts een ver
klaring, dat ik overspannen
was. En met dit papier in han
den ging ik de onderduikerij in.
Aan het einde van de maand
bracht de heer Swart mij mijn
salaris. Dit heeft geduurd tot
september 1944, toen de grond
me door het verplichte graven
in Drente te warm onder de
voeten werd. Toen mijn vrien
den me daarna het geld brach
ten tekende mijn moeder voor
ontvangst.
De heer Van der Zweep werd
in 1944 door Goedewaagen op
staande voet ontslagen en toen
werd het Hoofd van de Willem
Lodewijkschool aan de Druif
streek, een N.S.B.er, Rijksin
specteur.
Die heeft toen tot de bevrijding
moeten zoeken naar wie er in
militaire dienst waren geweest.
In het personeelsregister trof hij
uitsluitend gefingeerde namen
en namen van overledenen
aan, die soldaat waren ge
weest.
Het bleek bij de bevrijding, dat
de heer Van der Zweep niet
een, maar twee registers had.
Het juiste had hij onder de
vloer van zijn woning verstopt!
Door de goede samenwerking
van twee echte vaderlanders,
de heer Van der Zweep en mijn
hoofd, de heer Swart, kon ik tot
aan de bevrijding "illegaal" mijn
salaris ontvangen. Het briefje
van dokter Kloos ondersteunde
hen daarbij.
Schoonhoven
VEELDANK
C. F. Hofstede
Mede dank zij het artikeltje in 't
Kleine Krantsje over mijn aan
staande vijfenzenventigste ver
jaardag, ben ik die dag over
stelpt met felicitaties in de vorm
van bloemen, brieven, kaartjes
en telefoontjes. Graag wil ik op
deze plaats allen, die mij felici
teerden, hiervoor hartelijk dank
zeggen.
Leeuwarden
Leo Copini
Het hoogbejaarde echtpaar hoort de inbreker het huis binnenko
men. De man en de vrouw zijn zo stom en ouderwets, dat zij de
indringer niet ongestoord zijn gang laten gaan. De gevolgen zullen
ze ras ondervinden.
GEVANGENENKOOR
In vroeger jaren gingen we op
warme zomeravonden vaak
"een singeltsje om". Dan liepen
we ook graag langs de gevan
genis, dat een prachtig man
nenkoor had - dat was net na
de oorlog. Het was een genot
om daar naar te luisteren, wan
neer ze oefenden.
Ik vraag me af of er ooit gram
mofoonplaten van gemaakt zijn.
Ik meen me te herinneren, dat
de gevangenen zo nu en dan
zongen voor bepaalde groepen,
bij invitatie denk ik.
Een stukje van W. Kramer uit
de oorlogsjaren bracht ook een
bepaalde herinnering bij mij
naar boven. Elke maandag-
"He'je't ooit su beleefd, dat kien guult nóóóóit, mar nou ie jim
siet is ie niet te houwen.Hij mut wel goed skrokken
weze.
avond ging ik in die tijd naar
onze melkboerin Agatha Tek-
stra, om te helpen de melkbon-
netjes te tellen en op te plak
ken.
Op een donkere avond liep ik
bij de hekjes langs naar huis
de huizen van onze straat af te
tellen, tot ik bij ons huis zou
zijn - door de verduistering
was het zo donker, dat ik de
woningen niet kon zien.
Tenslotte dacht ik er te zijn en
voorzichtig opende ik de deur
en liep naar binnen. Toen hoor
de ik tot mijn grote verbazing
vreemde stemmen en ik be
greep, dat ik een verkeerd huis
was binnengestapt. Dus zach
tjes weer terug en het twee hui
zen verder nog eens gepro
beerd. Gelukkig was het deze
keer goed.
Maar het viel dus niet mee op
die pikdonkere avonden en dan
ook nog na de spertijd. Herin
neringen om niet te vergeten!
lawaai, wanneer er auto's over
heen reden.
Er is jaren over geklaagd, maar
er gebeurde niets, tot de betref
fende Waterstaatsingenieur in
Groningen werd overgeplaatst.
Toen werd de brug vervangen
door de tegenwoordige, een
vaste brug, omdat de scheep
vaart toen al hard achteruit
ging-
Leeuwarden
HERKENNINGEN
G. Brinck
Wingham, Austr.
Jenny Setz
DERIJKSBRUG
Het is beslist niet zo, zoals de
heer K. in 't Kleine Krantsje
schreef, dat in Leeuwarden tot
de Tweede Wereldoorlog op
het gebied van het verkeer al
les bleef, zoals het was.
In de dertiger, jaren zijn veel
straten verbreed en geasfal
teerd en veel bruggen werden
vernieuwd en verbreed. Met de
Hoeksterpoortsbrug vlotte dat
niet, omdat dit een rijksbrug
was.
Die brug lag aan het begin van
de Rijksstraatweg naar Gronin
gen en viel dus onder Rijkswa
terstaat, die toen z'n zetel had
in Groningen. De overdracht
aan de gemeente Leeuwarden
wilde maar niet vlotten en dus
werden er telkens maar weer
nieuwe balkjes op het brugdek
geschroefd, die dan na enkele
dagen alweer los lieten. Van
verre hoorde je daardoor het
Een tijdje geleden kreeg ik
weer wat Kleine Krantsjes van
mijn kennis in British Columbia.
In het nummer van juni las ik
over sigarenmakers in Leeu
warden. Toen ik jong was
woonden wij in de Schape
straat en om de hoek in de
Schoppershofstraat woonde
een sigarenmaker Hepke Plan-
tinga.
Ze woonden tussen schoenma
ker Hoekstra en pliesie Veen-
stra in.
Ik was vriendin met hun doch
ter Sippie, die later met een
Jan Arends trouwde. Ze had
den ook twee zoons, Jan en
Hannie. De sigarenfabriek was
aan het eind van de Cambuur-
straat aan een steegje naar het
Vliet.
In het begin van de dertiger ja
ren hadden Sippie, ik en nog
wat andere meisjes een gym
nastiekclub opgericht en we
kwamen dan samen voor de
gymnastiek op de zolder van
de sigarenfabriek. Ik zie nog de
grote tabaksbladeren daar han
gen te drogen. Beneden zaten
de mannen sigaren te rollen
met de hand.
Een paar jaar later is Plantinga
aan buikvliesontsteking overle
den en zijn ze naar Huizum
verhuisd waar de moeder een
kruidenierswinkel begon.
(Vervolg op pag. 20)
Zo heeft moeder Giezen, die al
die kleintjes in deze minder glo
rieuze tijd maar groot moest
zien te krijgen, wel het een en
ander gehad. Maar Maria Hey-
er moet een voorbeeldige
vrouw zijn geweest, een grote
steun voor man en kinderen.
Op latere leeftijd, toen de Gie-
zens na een leven van hard
werken konden uitrusten jn hun
huis aan de Meezenstraat,
mocht de nog altijd strijdlustige
Jan Giezen graag met predi
kanten in debat gaan in een
verenigingslokaal in de Grote
Hoogstraat. Ook daar stond hij
zijn mannetje, want hij kende
de bijbel van voor naar achter,
zoals zijn omgeving het zei.
Een memorabele figuur dus,
deze vader van wie nu Neer-
lands oudste is.
Fenno L. Schoustra