De twintigste eeuw
in ons Leeuwarden
pagina 9
Bij het Jakobijnerkerkhof, in de
schaduw van het vroegere
Stadsweeshuis, bevindt zich
het ruim driehonderd jaar oude
Boshuysen Gasthuis. Veel
Leeuwarders zullen er nog
nooit zijn geweest, maar als
toeristische trekpleister is het
welbekend bij velen, die onze
stad met een één- ot meer
daags bezoek vereren.
Het Boshuysen Gasthuis is oor
spronkelijk gesticht om behoef
tige weduwen een gratis huis
vesting te geven. Nu wordt het
- een aantal jaren geleden
keurig gerestaureerd - nog
steeds bewoond door stadge
noten, die er de haast onwe
zenlijke stilte weten te waarde
ren.
Leeuwarden heeft in vroeger
eeuwen meer van zulke hofjes
gehad en de herinnering aan
een nog ouder hofje dan dat bij
het Jakobijnerkerkhof kunnen
we nu nog terugvinden aan de
Nieuwestad naast het pand van
Marten's Cafetaria.
Daar prijkt nog altijd het toe
gangspoortje tot de zogenaam
de Poptakamers, die er zelf
bijna anderhalve eeuw al niet
meer zijn. De Poptakamers, net
als het Boshuysen Gasthuis
Het oude Leeuwarden, dat verdween. Dit is het Hof Goozen, dat we vroeger konden vinden
in de Boterhoek. Het Hof Goozen is een tehuis voor Joodse oude lieden geweest. Het werd
gesloopt in de dertiger jaren, toen er geen belangstelling meer voor was, omdat de
behoeftigen toen meestal in Amsterdam in De Joodse Invalide werden geplaatst.
bestemd voor arme weduwen,
werd al in het midden van de
zestiende eeuw gesticht door
een mevrouw Eesck van Popta,
de rijke weduwe van Sybolt van
Aylva.
De woninkjes waren aanvanke
lijk alleen toegankelijk via het
Ruiterskwartier. Maar in 1696
werd het nu nog bestaande
poortje gebouwd, zodat de ka
mers van toen af ook via deze
kant bereikbaar waren.
De man, die het poortje liet
bouwen, was een dr. Henricus
Popta - hij woonde er naast in
een huis, dat zijn grootouders
al van de net genoemde Eesck
van Popta hadden gekocht.
In later jaren woonde hier een
meneer Dominicus Jans Strui-
ving, een schilder van behang
sels en schoorsteenkleden en
sinds die tijd, het eind van de
achttiende eeuw, spraken de
Leeuwarders ook wel van het
Struivingspoortje. Onder deze
aanduiding is het poortje nu
nog bekender, dan onder de
naam Poptapoortje of Popta-
steeg.
Wie nu dit gelukkig bewaard
gebleven Struivings- of Popta
poortje met z'n bloem- en
vruchtfestoenen nog eens goed
wil bekijken, moet het beslist
even gaan vergelijken met het
oude, uit 1680 daterende poort
je in de Grote Kerkstraat, vlak
bij de Doelestraat, dat weleer
toegang gaf tot de koninklijke
stallen.
Het is niet onmogelijk, dat bei
de poortjes door dezelfde
bouwmeester zijn gemaakt. Het
Grote Kerkstraatpoortje kan in
ieder geval als voorbeeld voor
dit aan de Nieuwestad hebben
gediend.
Leeuwarden kan voor het eerst "bloot" bewonderen in de Harmo
nie. Drie mannequins uit de revue Voilé betreden er de planken
met ontbloot bovenlijf. De reacties zijn voorspelbaar: sommigen
vinden het prachtig, anderen spreken er schande van. (1957)
De stad verliest een bijzonder monument: de oude watertoren aan
het Zuiderplein wordt afgebroken. De afbraak kost nog zestigdui
zend gulden; het bouwen van de toren in achttien acht en tachtig
had niet meer dan vijftigduizend gekost. Er waren nog plannen
voor het inrichten van een restaurant in de top van de toren, maar
het bouwwerk kwakte al tegen de grond, toen daar door optimis
ten nog over werd nagedacht. (1972)
Het Hervormde Rusthuis in de Grote Kerkstraat krijgt er twee zeer
opvallende bewoners bij. Het zijn ontheemden, die in de Tweede
Wereldoorlog op de vlucht sloegen voor naderend geweld: de
oorspronkelijk in Letland wonende bankbediende Edgar Stein en
diens echtgenote A. Stein-Cilinski. Bij zijn aankomst hier houdt de
tachtigjarige Stein een speechje, waarin hij speciaal koningin Julia
na dankt voor het verlof ons land te mogen binnenkomen. 1950)
De L.A.C. Frisia wordt noordelijk voetbalkampioen. Daarmee on
derbreekt deze club een lange reeks van Be Quick successen.
Maar het kampioenschap komt wel heel uitzonderlijk tot stand.
Van de eerste tien wedstrijden wint Frisia er maar drie, terwijl er
vijf ontmoetingen in een gelijk spel eindigen. De resterende acht
wedstrijden worden, heel verrassend, alle door Frisia gewonnen.
In de daarop volgende competitie om het kampioenschap van
Nederland verwerven de Leeuwarders niet meer dan één schamel
puntje door op de Wilhelminabaan gelijk te spelen tegen H.B.S.,
dat dan z'n kampioensfeest al heeft gevierd. 1925)
Onder grote belangstelling nemen de leden van de Leeuwarder
Schutterij afscheid van het publiek op het Raadhuisplein: deze
muziekcorpsen worden nu in ons land ontbonden. De Schutterij in
onze stad had tachtig jaar bestaan; ze was in achttien zeven en
twintig in het leven geroepen. (1907)
Het ernorme Amerikaanse Circus Barnum en Baily slaat in het
kader van een weddenschap voor één dag z'n tenten op ten
zuiden van het Nieuwe Kanaal, waar nu de huizen van de Gysbert
Japicxstraat staan. Het circus trekt met één middag- en één
avondvoorstelling rond negen en twintigduizend bezoekers, een
kolossaal aantal voor deze tijd. Weken-, ja maandenlang wordt er
met veel verbazing en bewondering over het optreden van de
cirsusartisten gepraat. (1901)
De "karrieders" verhuizen van het Oldehoofsterkerkhof naar het
nieuwe bodeterrein bij de Tesselschadestraat. Daarmee gaat voor
goed de bedrijvigheid verloren, die de buurt bij de oude Oldehove
jarenlang een zekere bekoring gaf. (1968)
De oudste inwoonster van Leeuwarden, de honderd en twee jaar
oude Grietje van Heerewaarden, krijgt bij haar huisje aan de Nieu-
weburen koninklijk bezoek. Koningin Wilhelmina, die er langs rijdt,
laat haar koets voor de woning stoppen, waarna de hoogbejaarde
de vorstin in haar rijtuig de hand mag drukken. 1925)
In het plantsoen bij de Westerplantage wordt door Mr. P. S. Ger-
brandy een standbeeld onthuld van Theodorus Marius Theresius
baron Van Weideren Rengers, groot sociaal hervormer en staat
kundig denker. Het monument, door de befaamde beeldhouwer
Hildo Krop gemaakt, krijgt van de Leeuwarders al gauw een mooie
naam. "Theo met de handsjes" noemen ze het. (1955)
Een practical joke: journalisten bieden stadsarchivaris Jhr. M. J.
van Lennep na het dempen van de Keizersgracht een fles met het
"originele Keizersgrachtwater" aan, zoals er ook na het dempen
van het water langs de Eewal in achttien vier en tachtig een fles
met het "originele Eewalwater" terecht kwam in het Gemeentear
chief. De Jonkheer voelt geen nattigheid en neemt de van een
oorkonde en tal van handtekeningen voorziene fles dankbaar in
ontvangst. Wat niemand weet, is dat twee van de verslaggevers
stiekem de fles grachtwater verwisselen met een fles, die slechts
zuiver drinkwater bevat. Het echte en onvervalste Keizersgracht
water bevindt zich nu nog altijd in de collectie curiosa van 't Kleine
Krantsje. (1956)
Nog een grap: de acht en twintig jaar oude kunstschilder David
van Kampen klimt via een regenpijp over de muur van de Strafge
vangenis om deze inrichting ook eens van binnen te bekijken.
(april 1968).
Een vrachtauto, rijdend over de Nieuweweg, in de richting van het
Blokhuisplein, raakt de koers kwijt en rijdt pardoes het oude
Stadsziekenhuis binnen. Een van de daar verpleegde patiënten
kan zijn leven redden door ijlings uitzijn bed te springen.
(juli 1966).
In de Zuiderstraat vindt de officiële opening plaats van het nieuwe
kantoor van de Friesland Bank Assurantiën. Het nieuwe kantoor
staat pal tegenover het hoofdkantoor van de Friesland Bank op de
hoek van de Willemskade.
(1979).