GERRIT VISSER ONHEUS
TEGEN Z'N KLANTEN?
"KLEINE KEANTSJE
POELSMA
NEE TOCH
"SOMS KAN IK
HEEL WAT OP"
r 91 9 9 t
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
Van een handelsman, of dat nu een winkelier, een straatventer of een marktkoop
man is, mag verwacht worden, dat hij z'n best zal doen de spulletjes, die hij in de
handel heeft, aan de man of de vrouw te brengen. Ondenkbaar is het, dat hij
potentiële klanten, die blijk geven iets te willen kopen, afpoeiert met een onbehou
wen reactie, waaruit moet blijken, dat hij de aspirant-koper niet in staat acht de
artikelen te kunnen betalen. Altijd, zou je zo zeggen, zal een verkoper het liefst
zien, dat hij zijn waren ook inderdaad verkoopt - daar is hij tenslotte een handelaar
voor.
Volgens een onlangs versche
nen boek over Leeuwarden in
de naoorlogse jaren heeft de
populaire marktkoopman Gerrit
Visser er echter bekend om ge
staan, dat hij zijn clientèle bot
weg voor het hoofd kon stoten
door op de vraag "wat kost dat
koopman?" te antwoorden "dat
kenne jou toch niet betale!"
"Gerrit Visser" aldus dit boek,
"was vooral op de vrijdagmarkt
een bekende verschijning. Hij
stond bekend om zijn uitspra
ken en streken."
ONVERSCHILLIG
Wel, van Gerrit Visser, deze
overbekende koopman in onge
regeld, die geleefd heeft van
1887 tot 1972, kon inderdaad
gezegd worden, dat het hem
onderschillig leek, of hij nu wel
of niet. verkocht. Op de gebrui
kelijke vraag "wat kost dat
koopman?" kwam heel dikwijls
een toonloos uitgesproken
"Gulden", want heel veel van
z'n tweede tot en met zesde
hands spulletjes taxeerde hij op
deze prijs, hoewel hij natuurlijk
ook wel duurdere artikelen in
de handel had.
Ooit ontdekten wij in zijn mi
nuscule, nu al lang verdwenen
winkeltje aan de Nieuweburen
een oude aarden kruik, die wij
op slag begeerden op voor
waarde dat de prijs niet te gor
tig zou zijn.
Zo betraden wij zijn bedrijf,
waarna het enige tijd duurde
voor de koopman ergens van
achter uit een donkere ruimte
te voorschijn trad.
"Wat mut die kruuk kosse, Vis
ser?"
"Twee vieftug," antwoordde
onze man met een duidelijk af
gewend hoofd.
Maar toen wij optimistisch ant
woordden: "Voor een daalder
nimme wij em met," draaide
Gerrit Visser zich om en ver
dween weer in z'n duister hol
met de simpele mededeling:
"Oek nog voor gien twee ne
gen enveertug."
Waarmee we dus meteen wis
ten waar we aan toe waren en
zonder verder te zaniken telden
we het voor die tijd nog forse
bedrag van een rijksdaalder uit
en namen we de kruik mee
naar huis.
GOEDMOEDIG
Maar... of de goedmoedige
Gerrit Visser inderdaad poten
tiële klanten afsnauwde met de
fatale kreet "dat kenne jou niet
betale!" menen we te moeten
betwijfelen. Zelf hebben we dat
nooit gehoord, hoewel we deze
bijzondere figuur heel dikwijls
gadesloegen, wanneer hij met
zijn spullen en bullen op de vrij
dagmarkt was. En dat hij er om
bekend stond is zeer zeker niet
waar.
Een veelbesproken stadgenoot,
die inderdaad op een dergelijke
ongehoorde manier uit de hoek
De goedmoedige Gerrit Visser onheus tegen z'n klanten? Nee
toch zeker... (Foto: FennoSchoustra)
kon komen, was Jelle Huisinga,
alias "Dove Jelle", die een win
kel dreef in glas, porcelein en
aardewerk in het pand op de
hoek van de Nieuwestad en de
Sint Jacobsstraat, waar nu het
smulpaleis De Likkepot zit.
Van Dove Jelle wist werkelijk
heel Leeuwarden dat hij klan
ten, die in zijn winkel kwamen,
soms gewoon niet te woord
wou staan. Of dat hij liet weten
bepaalde artikelen niet te willen
verkopen.
Informeerde iemand naar de
prijs van een geëtaleerde vaas,
dan antwoordde Dove Jelle
vaak plompverloren "Die vaas
is veul te duur voor jou". Of,
een pietsje vriendelijker: "Die
vaas is voor jou niet te koop,
die wi'k niet kwiet, gaan mar
naar een ander toe..."
Ook gebeurde het wel, dat er
tegelijkertijd twee klanten in de
winkel kwamen, van wie de
een om wat postzegels en de
ander om steengoed kwam.
Dan kon het geschieden, dat hij
de postzegelkoper eenvoudig
liet staan met de opmerking:
"An dizze klant kan'k meer ve-
diene, gaan jou mar naar 't
postkantoor toe."
Of het Jelle Huisinga een kick
gaf om zo uitzonderlijk te rea
geren is ons niet bekend, maar
wel werd er gezegd, dat hij in
zijn zaak een paar guldens en
rijksdaalders op de vloer had
vastgespijkerd. Klanten, die
zich begerig bukten om het
geld in te pikken, kwamen na
tuurlijk altijd beschaamd en met
rooie koppen omhoog en Jelle
had dan de grootste lol.
MOOIE GRAP
Eens is het gebeurd dat grond
werkers een gat groeven op
het pleintje tussen Wirdumer-
dijk en de Oude Waag. Terwijl
zij druk doende waren onder de
nieuwsgierige blikken van een
tien of twintig omstanders,
toonde ook Jelle Huisinga voor
het gebeuren belangstelling.
"Mannen," zei hij tenslotte, "as
jimme soms wat viene, dat jim
niet tuusbrenge kanne, een
beeldsje of een potsje of suks
so wat, dan mutte jimme mij
even waarschouwe."
Natuurlijk kenden de grondwer
kers Dove Jelle en zij stopten
dan ook onmiddellijk met hun
werk, trokken hun pet recht, ke
ken elkaar eens veelbeteke
nend aan en zeiden toen: "Tja,
alles goed en wel, as wij wat
viene, een vaaske of een
beeldsje, dan waarschouwe wij
jou, maar wat is het je weer-
dig?"
"Al gauw een tientje," sprak
Jelle Huisinga.
De wakkere grondwerkers ke
ken elkaar nog eens veelbete
kenend aan en hervatten hun
werk.
Toen het tijd werd om te schaf
ten, bleef de een in de kuil om
daar zijn lunch te nuttigen, ter
wijl de ander z'n schreden
richtte naar een winkel aan de
Wirdumerdijk - wel uit het zicht
van Jelle Huisinga. Daar kocht
hij voor een paar centen een
prul van een vaasje, dat even
pagina 7
later onder de blabber in de
kuil verdween.
Daarna verscheen de ander bij
Jelle Huisinga in de winkeldeur.
"Suden je even komme wille, ik
loof, dat we wat vonnen hew-
we."
Dus Dove Jelle mee naar de
kuil, waar nog steeds een aan
tal nieuwsgierige Leeuwarders
het graafwerk gadesloeg.
"He jim wat vonnen?" vroeg
Jelle verwachtingsvol aan de
andere grondwerker. "Ik loof
het wel" zei die van onder uit
de kuil. "Wat is't dan?" "Een
vaaske," klonk het. "Laat es
sien,"zei Jelle.
En toen werd hem dat bemod-
derde en oeroud lijkende, maar
toch splinternieuwe prulding
aangereikt. Waarop de gelukki
ge Jelle Huisinga met een
waarderend "Hier mannen" de
kerels in ruil een briefje van
tien toewierp...
Zo was Dove Jelle Huisinga in
het oude Leeuwarden een veel
besproken figuur om wie vaak
werd gelachen. Maar uiteinde
lijk is het heel slecht met hem
afgelopen. Op een kwade dag
heeft hij zich in zijn eigen zaak
door ophanging van het leven
beroofd.
Veel Leeuwarders zullen zich
de Stalhouderij van Poelsma
herinneren, die jarenlang ge
vestigd was aan het begin van
de Spanjaardslaan - in het
pand zit nu het Bouwbedrijf De
Vries.
De firma Poelsma verzorgde
met haar koetsjes trouwerijen
en begrafenissen; ook exploi
teerde zij het beruchte "boeve-
wagentsje", waarmee arrestan
ten werden vervoerd van de
gevangenis naar het Paleis van
Justitie en omgekeerd.
Voor de jeugd was het een
hele attractie een glimp op te
vangen van "de boeven", wan
neer die de celwagen verlieten.
"Must kieke, hest die rotkop
sien?"
Voor Poelsma zich aan de
Spanjaardslaan vestigde, zat
daar de firma H. Schaap en dat
was ook een Stalhouderij.
Er stonden daar, kort na de
eeuwwisseling, meer dan twin
tig paarden en een groot aantal
rijtuigen van allerlei soort. De
heer Schaap verzorgde ook het
transport van kermiswagens
van het goederenstation naar
het Wilhelminaplein.
Het was niet de eerste keer,
dat de man voor het in kennelij
ke staat van dronkenschap op
de fiets rijden voor de Politie
rechter terecht moest staan
al enkele keren eerder had hij
daarvoor moeten verschijnen in
het grote gebouw aan het Wil
helminaplein.
"Hoeveel glazen bier drinkt u
eigenlijk op zo'n dag?" vroeg
de Politierechter ietwat korzelig
na het doornemen van de stuk
ken.
"Och, dat kan'k niet segge" re
ageerde de man, "soms twintig,
soms dettig glaskes, mar der
binne oek wel dagen, dan kan'k
heel wat op