'T KLEINE KRAHTSJE REKLAME DICKVANDERHEIJDE JR TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATËN ROOMS KATHOLIEKE ULO DICHTERS LANGS DE DEUR OM LIEDJES TE VERKOPEN DIE GOEIE OUWE TIJD. VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN adviesbureau voor reklame en publiciteit jozef israëlsstraat 6-10 058-124984 In de zomer van 1943 is deze foto genomen van de tweede klas van de Rooms Katholieke ULO aan de Tweebaksmarkt. We beginnen bij de achterste rij en we gaan zoals altijd, van links naar rechts: R. Pol, H. Reekers, S. de Vries, T. Schuurs, P. van Eist, R. Althof en J. Reekers. Op de voorlaatste rij: leerkracht N. J. Tops, B. Siemonsma, A. Metz, een onbekende, leerkracht Kienstra, E. W. Preusting, M. Hoogma, leerkracht De Jager en P. Wessels. Dan: T. Hettinga, Stornebrink, De Jager en H. Schuurs en tenslotte vooraan: F. Pol, H. Veltman, Starkenburg, Jorritsma, W. van Erp en Berends. "Waar zijn ze allemaal gebleven?" vraagt de inzender van deze foto, de heer E. W. Preusting, zich af. Hij wil het heel graag weten en ziet reacties graag tegemoet op zijn adres: Ubbemastins 12, 8925 CX te Leeu warden. In vroeger tijden, toen we nog niet of nauwelijks sociale voor zieningen kenden, hadden veel mensen grote moeite de finan ciële touwtjes aan elkaar te knopen. Het kwam toen veel voor, dat er mannen langs de deuren trokken en eigen of door anderen gemaakte liedjes in de bussen gooiden in de hoop die voor een paar centen te kunnen verkopen. Onze Grote Doos met Sniep- snaren bevat een aantal van die liedjes uit wat we dan zo gemakkelijk noemen 'de goeie ouwe tijd' - een tijd, die natuur lijk helemaal zo goed niet is ge weest. Het zijn meest smartlappen, voorzien van teksten als 'Dit lied wordt beleefd te koop aan geboden door een werkeloos huisvader van drie kinderen' - of 'Dit biljet wordt U te koop aangeboden door een werkloos vakman zonder eenige onder steuning - Prijs naar eigen goeddunken'. Een van de liedjes uit de Doos, 'Bij moeders ziekbed', is voor zien van een uitgebreide tekst, die aldus luidt: "Mijnheer, me vrouw. Geachte medeburgers. Neemt het mij niet kwalijk dat ik voor een keer bij U kom, daar ik als werkloos Rietbewerker niet weet om op een andere manier mijn brood te verdienen. Zoodoende bied ik U onder staand gedicht aan, om in mijn onderhoud te voorzien. Leg het niet onverschillig ter zijde, want ik kan niet anders. De prijs laat ik aan uw goedheid over. Heeft U soms iets aan rieten stoelen te repareeren, het wordt netjes en goedkoop afgewerkt. Draagt en steunt elkanders lasten." Het liedje zelf willen we nu graag voor onze abonnees even overschrijven. Bij moeders ziekbed Moederlief lag op haar ziekbed En zij zag haar kindren aan, Die er geen besef van hadden Dat zij weldra heen zou gaan. Zachtjes vroeg zij aan haar kleuters Met een koortsbeneveld brein, Wat zal er van jullie worden, Als ik eenmaal dood zal zijn. Refrein Maar de beteekenis van die vraag, Was voor hun klein verstand te vaag. Zelfs als die moeder daar rust in de kist, Beseft toch een kind niet goed wat het mist. Jaren daarna dringt het begrip langzaam door, Wat een kind met het heen gaan van moeder verloor. Toen sprak Mientje: Als U dood bent (Vervolg op pag. 16)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 15