MEIIT1R HULSTRA
■T KLEINE KEANTSJE
MARKANTE FIGUUR
VAN VROEGER
Oeroud nieuws uit de
Stads- en Dorpskroniek
van dr. G. A. Wumkes
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 7
Meester Hulstra, de godsdienstleraar. Wie zou zich deze populaire figuur nog
herinneren? Zeker heel wat oudere Leeuwarders, want jarenlang heeft hij op
verschillende scholen voor de klas gestaan. Daarbij wist hij de jeugd met zijn
magistraal voorgedragen verhalen buitengewoon te boeien - de uurtjes met deze
onderwijzer waren wel heel bijzondere belevenissen.
De heer Hein Hulstra, in 1863
geboren in het Friese Hallum,
was een klein en dik mannetje
met een rond rose gezicht en
een pikzwarte haardos. Bij het
voortschrijden van de jaren
bleef dat haar z'n opvallend
donkere tint behouden; grijze
lokken waren er niet bij. Wat
velen toen al vermoedden,
bleek later ook zo te zijn:
meester Hulstra smeerde zijn
witte haar elke morgen met een
vette zwarte pasta in.
Zo, met een onveranderlijk
jeugdig uiterlijk, verscheen
meester Hulstra dus voor zijn
leerlingen, voor wie hij zijn
godsdienstonderwijs op gedre
ven wijze ten beste gaf. Een
van onze abonnees, de heer S.
Kalverboer,heeft zijn lesgeven
al eens in 't Kleine Krantsje ge
schetst.
VAKKUNDIG
"Vakkundig hield hij met zijn
verhalen de hele klas in span
ning", zo schreef de heer Kal
verboer. "Hij vertelde bijvoor
beeld over Simson, de
oersterke man, die geregeld
twist had met de Filistijnen. In
een boze bui nam die eens een
stadspoort van duizenden kilo's
uit het hengsel en smeet die
zomaar ergens neer. Een an
dere keer, ook in een boze bui,
sloeg hij in één klap duizend
Filistijnen dood. En weet je wat
Simson toen deed? zo vervolg
de meester Hulstra", aldus de
heer Kalverboer, "toen ving hij
duizend vossen, bond ze twee
aan twee met de staarten aan
elkaar, zette tussen die staar
ten een brandende fakkel en
joeg ze daarna door de rijpe
korenvelden van de Filistijnen
en vernietigde op deze manier
hun hele oogst, hun wijngaar
den en hun olijfbomen. Op ze
kere dag, vertelde meester Hul
stra, brachten de Filistijnen
Simson uit de gevangenis naar
de tempel om het volk hun nu
machteloze aartsvijand te to
nen. En weten jullie wat Sim
son toen deed? (Doodse stilte
in de klas en een en al span
ning). Hij, zo vervolgde meester
Hulstra, tastte naar de twee pi
laren in het midden van de
tempel, spande nog één keer al
zijn krachten samen en rukte
aan de beide pilaren, die als
luciferhoutjes afknapten. De
tempel stortte in en al die hon
derden aanwezige mannen,
vrouwen en kinderen werden
gedood door de neervallende
muren, het dak en het puin.
Meester Hulstra vertelde dit al
les op een boeiende wijze en
de morgen was dan zomaar
om - voor je 't wist was het
twaalf uur".
De heer Hulstra woonde in de
Gysbert Japicxstraat op num
mer achtenveertig. Zijn vrouw,
Aaltje Dijkstra, geboren in
Veenklooster, was vier jaar ou
der dan hij. Zij waren, aldus
een getuigenis, idealisten in de
beste zin van het woord en hun
hele leven was gewijd aan het
aanbidden van en het dankzeg
gen aan de Heer. Het gebeur
de wel, dat zij, zelfs zittend in
de tuin, bijbelteksten bespraken
of psalmen zongen.
Het echtpaar had één zoon,
Harmen Bokke Hendrik, die in
de achterkamer van het ouder
lijk huis een kruidenierswinkel
dreef. Ook in de serre daarach
ter werden dé zakjes zout en
suiker ten behoeve van deze
nering opgetast. Klanten kon
den het winkeltje slechts betre
den via de voordeur en de
gang, alzo een vrij primitieve
zaak.
In 1929 kwam er als nieuwe
kracht een dienstmeisje in hui
ze Hulstra bij. Het was de toen
zeventien jaar oude Trijntje
Oost,die zelf bij meester Hul
stra in de klas had gezeten en
die later huishoudster werd en
ook in de kruidenierswinkel be
hulpzaam was.
Trijntje Oost, na haar huwelijk
mevrouw Tartaglia, herinnert
zich nu, dat dat zwartverven
van zijn haar door meester Hul
stra maar een vieze bedoening
was. "Dat haar werd nooit ge
wassen en er ontstond na ver
loop van tijd op zijn hoofd een
hele vette korst. Zo nu en dan
knipte hij dat haar zelf maar
een beetje bij - aan een kap
per raakte hij geen cent kwijt".
STEMMIG ZWART
Altijd gekleed in stemmig zwart
en met een donkere bolhoed
op zijn hoofd, bewoog de heer
Hulstra zich voort; hij liep ook
niet, maar hij schreed naar
school. "Louter eerlijkheid en
goedheid uitstralend", aldus
een tijdgenoot, "lichtte hij zo nu
en dan sierlijk de hoed, zelfs
voor de hem tegemoetkomende
schooljongens van tien, twaalf
jaar, Gearriveerd in de klas
moest hij op zijn tenen gaan
staan om zijn hoed op een
haak te hangen. Dan werd het
"Onze Vader" gebeden, dat de
leerlingen bij toerbeurt uit het
hoofd moesten opzeggen. Eens
gebeurde het, dat een leerling
het gebed in sneltreinvaart af
ratelde. Daarmee maakte hij
meester Hulstra niet boos; de
goedmoedige kindervriend
merkte slechts op, dat hij nog
nooit in zijn leven het Onze Va
der zo snel had horen opzeg
gen".
Veel ouderen van nu zullen dus
alleen maar prettige herinnerin
gen aan deze meneer Hulstra'
bewaren en nooit zullen zij zijn
ademloos aangehoorde verha
len van vroeger vergeten.
Maar mevrouw Tartaglia, die de
Hulstra's negen jaar lang van
zeer nabij heeft gekend, weet
nog best, dat de heer Hulstra
alleen met kinderen en bepaald
niet met volwassenen kon op
schieten.
"Het was", aldus mevrouw Tar
taglia, "gewoon een lastige
man, die geen tegenspraak
duldde en die botste met alle
volwassenen, welke hij ont
moette - werkelijk met ieder
een raakte hij in de proble
men".
Ook zijn zeldzame zuinigheid
werd niet als een deugd erva
ren. Toen het aanschaffen van
een stofzuiger in het gezin
wenselijk leek, hield meneer
Hulstra deze modernisering
krachtig tegen met het argu
ment, dat het veger en blik het
werk net zo goed konden doen.
Met de zoon en de huishoud
ster in het complot, kwam ten
slotte mét een nieuwe stofzui
ger de leugen in huis, dat de
zoon het apparaat gewonnen
had in een loterij van de Zon
nebloem.
Voor zijn eigen echtgenote,
"een ontzettend lieve vrouw"
aldus mevrouw Tartaglia, moet
de heer Hulstra ook niet zo ge
makkelijk zijn geweest. "Zij.
heeft het heel moeilijk bij hem
gehad en hij was bepaald niet
altijd even lief voor haar".
Op de zesentwintigste novem
ber negentiendrieëndertig moet
mevrouw Hulstra in huis met
haar hoofd tegen de een of an
dere gas- of electriciteitsbuis
zijn aangelopen en nog dezelf
de avond kwam zij te overlij
den.
Ruim vier jaar later, op de zes
de februari negentiendrieënder
tig, overleed ook de heer Hul
stra, die in de laatste
levensperiode met een vorde
rende blindheid had moeten
worstelen.
VERONGELUKT
Weer een paar maanden later
reed de ongehuwde zoon, Har-
men Hulstra, toen achtenveer
tig jaar oud, met een auto bij
Apeldoorn tegen een boom. Hij
kreeg daarbij het stuurwiel in
zijn borstkas en werd lelijk ge
wond. Maar de bekende dokter
Hendrik de Jong moet toen,
volgens mevrouw Tartaglia,
hebben gezegd: "Ach man, jou
mankere niks, eet mar snoep,
dan knappe jou wel op!"
Het slachtoffer kwam er even
wel niet meer bovenop en over
leed op de veertiende augustus
achtendertig aan de gevolgen
van dat auto-ongeluk.
Daarmee kwam er definitief
een eind aan het toch wel
merkwaardige verhaal van de
Hulstra's in Leeuwarden.
Johannes Snijder te Leeuwarden roept openlijk: "Vivat Patriotten,
Oranje in de goot, Patriotten boven, de Prins naar de bliksem" en
zingt: "Al is ons Prinsje nog zoo klein, evenwel zal hij verdomd
zijn" en deswege vooreen halfjaar gebannen. 1787)
Gerrit Jaspers Keizer ter dood veroordeeld, omdat hij o.a. een
elfjarig meisje te Berlicum een breed gouden oorijzer heeft afge
rukt en verwond. 1845)
Een gedeelte van het bastion bij de Vrouwenpoort te Leeuwarden
zal worden afgegraven. 1820)
Een persoon van 30 jaar te Leeuwarden in de Groote Hoogstraat
weegt 470 pond, is hoog 5 voet en 11 duim en laat zich bekijken
voor 6 stuivers. (1814)
's Lands hulk "De Dwinger", oorlogschip der Harlinger Admiraliteit,
onder bevel van W. L. van Bouricius, verbrand in de Blauwe
Slenk; van de 140 opvarenden worden 73 gered. Verschenen bij
H. Post te Leeuwarden: "Eene echte missive weegens het aller-
jammerlijkst lot, Vrieslands hulk in den nacht van 15 Maart overge
komen" 1 stuiver. (1793)
Dr. E. Relotius te Sneek adverteert, dat zijn jêneverstookerij, on
langs door een eerloozen schelm onbruikbaar gemaakt, thans
weer continueert. 1789)
In de schouwburg te Leeuwarden opgevoerd: "Charles, of de ge
volgen van een slecht levensgedrag, en het ballet pantomime "De
Sterrekoningin" met open toneelverandering, mechanische voor
stellingen en onderscheidene dansen versierd, uitgevoerd door
kinderen van 6-10 jaar". (1823)
Het gezelschap paardrijders van F. Blondin met 16 personen en
22paarden, bezoekt de Leeuwarder kermis. (1817)
De 83-jarige schilder J. Bonga te Leeuwarden vereert aan de
koningin een schilderij, voorstellende een gezicht op Leeuwarden,
vanaf den Breeden Dijk bij Tonnenburg. (1841)
Besnijdenis in de synagoge te Leeuwarden der drie drielingzonen
van Samuel Nathans Turk aldaar. (1788)
Een detachement militairen trekt uit Leeuwarden met eenige veld
stukken ter beteugeling van de rustverstoorders, die te Stiens
samenschoolden, daar een verschansing en batterij met een stuk
kanon aanlegden, de wegen opgroeven en de passage belemmer
den. Nadat eenige schoten waren gedaan, hebben de militairen de
batterij weldra doen zwijgen en is de bende gevlucht. (1787)
Een talrijk publiek was bijeengekomen om in de zaal van Van der
Wielen te Leeuwarden de letterkundige lezing aan te hooren van
Multatuli. Men had grootsche verwachtingen. Maar men werd over
't geheel niet bevredigd. De spreker droeg fragmenten voor van
"De Vorstenschool". "Wij zullen de eersten zijn om te erkennen,
dat daarin vele schoone gedachten waren, die warm en levendig
als ze werden voorgedragen, niet nalieten indruk te maken. Ook
de litterarische waarde wenschen wij niet te verklaren. Maar van
den anderen kant werd het stuk ontsierd door verscheidene plat
heden (om het zachtste woord te bezigen) en tevens door schet
sen, die wij 't zelfs wagen excentriek te noemen, op gevaar af van
bij de eerste gelegenheid opnieuw van den spreker te moeten
vernemen, dat wij genialiteit niet begrijpen en aanzien voor excen
triciteit. Wat ons het best beviel was des sprekers toespraak tot
het publiek, nadat de voordracht was afgeloopen. Daarin verkon
digde hij menige waarheid in verheven taal. Toch kon dit de
ontstemming niet wegnemen, die de spreker teweegbracht door
zijn herhaalde uitvallen over inrichting van zaal, katheder enz."
(1868)
Joh. Antonius Wallee, afkomstig uit een dorp bij Genua, die met
valsche bescheidenheid geld bedelde voor zijn vader "als bij de
Turken gevangen", en die om zijn hals een zware ijzeren ketting
droeg, is te Leeuwarden gegeseld en verder gebannen. (1726)
De Friesland verkocht medicinale koralen, drie aan een snoer,
voor jonge kinderen om den hals ten einde het tandkrijgen te
bevorderen en een kraal voor vrouwen tusschen de borsten voor
zogvermeerdering. (1801)
De herberg De Klanderij te Leeuwarden wordt door B. en W. voor
zeven jaar verhuurd f 700,-. (1835)
Bij A. Ferwerda te Leeuwarden gedrukt: "Kort onderwijs op welke
men met het beste voordeel de couranten lezen kan, met verkla
ring van allerlei konstwoorden, alsmede een aanwijzing van de
voornaamste zee- en koopsteden der wereld, door J. H. Knoop,
prijs 16 stuivers. 1759)
De trekvaart van Leeuwarden naar Sneek is eenigen tijd onbe
vaarbaar wegens slatting. (1787)