DE NASLEEP VAN EEN
JOURNALISTENGRAP
"BRIEF NOOIT SERIEUS GENOMEN"
DE SCHRIK VAN
EENSPOOK
pagina 9
In de laatste jaren van het bestaan van het vermaarde hotel De Kroon kwamen
daar elke week een aantal journalisten bij elkaar. Deze vertegenwoordigers van de
pers, die eerder in het hotel De Klanderij een vast ontmoetingspunt vonden, troffen
in het etablissement op de hoek van de Sophialaan en de Van Swietenstraat een
ambiance, die zeker niet onderdeed voor de zoveel geprezen gezelligheid in de
zaak aan het Zuiderplein. Het traditionele treffen op de dinsdagmiddag betekende
voor velen een bijzonder hoogtepunt in de week: altijd verliepen deze samenscho
lingen in een erg prettige en vriendschappelijke sfeer.
Het waren niet alleen dagblad
journalisten van de Leeuwarder
Courant en het Friesch Dag
blad, die deze vrijblijvende so
ciëteitsbijeenkomsten bijwoon
den; ook waren er altijd
freelance-journalisten van de
partij en zelfs wel geestverwan
te gasten, die niets met de
journalistiek te maken hadden.
Zo was bijvoorbeeld ook de
classicus en dichter Sybe Sy-
besma een trouwe en graag
geziene bezoeker op deze bij
eenkomsten - er viel veel te
lachen met deze luisterrijke fi-
Een stel opgeschoten jongens
kwam op het idee om een wat
schuchtere kammeraad eens
danig te laten schrikken.
"Jij durft vanavond om twaalf
uur niet over het kerkhof te lo
pen," zeiden ze tegen hem.
"Nou, ik dacht het wel," ant
woordde die jongen voorzichtig.
En inderdaad deed hij het.
Maar toen hij midden op de
donkere begraafplaats kwam,
ontwaarde hij plotseling twee
spoken, die met de rug tegen
de kerkmuur stonden, in witte
lakens gehuld en de een op de
rug van de ander.
Onze vriend bleef er pal voor
staan en mompelde toen: "Eén
hoog heb ik wel eens gezien
en twee hoog ook wel, maar
drie hoog.waarop de on
derste vent zich kapot schrok
en er als de weerlicht vandoor
ging, terwijl de bovenste kerel
met een harde klap tegen de
grond sloeg.
guur, van wie je altijd wel weer
wat verrassends kon verwach
ten.
Eind 1979 bereikte de groep
journalisten het rampzalige be
richt, dat het vertrouwde hotel
De Kroon zou worden gesloten
en dat notaris Hylke Wierda het
pand zou betrekken voor zijn in
omvang toenemende kantoor.
De Leeuwarder Hylke Wierda,
een goede kennis van veel van
de sociëteitsleden, werd een
druk besproken man op de
middag, dat zijn plannen in de
sociëteit bekend werden. En
toen kwam Sybe Sybesma plot
seling met het door iedereen
toegejuichte voornemen om
Hylke maar eens even een
brief op poten op z'n dak te
sturen.
De dichter trok vlot de vulpen
en zette zwart op wit, dat nie
mand van de sociïeitsleden ooit
meer een voet over de drempel
zou zetten, wanneer de notaris
bij zijn plannen bleef en inder
daad De Kroon betrok.
Mooi, het concept ging de tafel
rond en de twaalf of dertien
aanwezigen-van-dat-moment
schoven hun jeneverkelk of kof
fiekop even aan de kant om de
boodschap van hun handteke
ning te voorzien.
NOG NIET VERGETEN
Dat dit geintje nog steeds niet
in het vergeetboek is geraakt,
bleek de vorige maand, toen de
vroegere Friesch Dagblad re
dacteur Arend Jan Wijnsma op
een receptie met notaris Hylke
Wierda kennis maakte.
Enthousiast vertelde Arend, dat
hij dierbare herinneringen had
aan de wekelijkse journalisten
sociëteit in De Kroon. Waarop
de heer Wierda gekscherend
reageerde met de vraag "Dan
bent u zeker ook iemand van
dat vreemde clubje van Fenno
Schoustra en consorten, die mij
indertijd die mooie brief hebben
gestuurd?"
Wel, dat kon Arend Jan Wijns
ma slechts beamen en de he
ren hadden verder samen een
zeer geanimeerd onderhoud.
Als columnist van het maand
blad De Zakenspiegel maakte
Wijnsma melding van dit ge
sprek en dit stukje kwam na
tuurlijk ook onder ogen van de
Leeuwarder Courant.
VERRASSEND
En het was wel verrassend,
wat de L.C. hiervan wist te ma
ken in de rubriek "Gehoord en
Gezien".
"Notaris Hylke Wierda," aldus
de Leeuwarder Courant, "heeft
niet zoveel op met Fenno
Schoustra, nostalgisch Leeu
warder en hoofdredacteur van
het Kleine Krantsje. Zo lijkt het
althans in "Hoe gaat het", de
societyrubriek van Arend Jan
Wijnsma in maandblad De Za
kenspiegel. Wijnsma trof Wier
da op een nieuwjaarsreceptie
en vertelde, dat hij vroeger wel
op de journalistensociëteit
kwam in voormalig Hotel De
Kroon, nu Wierda's kantoor...
Wierda reageerde zuinigjes.
"Dan bent u zeker ook iemand
van dat vreemde clubje van
Fenno Schoustra en consor
ten? zei hij. Want toen hij zijn
kantoor betrok, kreeg hij een
brief, waarin Schoustra en an
dere stamgasten van het voor
malige hotel aankondigden, dat
ze nooit weer een voet binnen
Sybe Sybesma: een luisterrijke figuur op de journalistenbijeenkom
sten in het hotel De Kroon (Foto: Fenno Schoustra) Op de andere
plaat: het hotel De Kroon, zoals het tot kort voor de sluiting was
(Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje)
Notaris Hylke Wierda: "Hele
zaak als soort studentengrap
beschouwd.
de deur zouden zetten. "Uit
protest tegen de verandering
van bestemming van hun ge
liefde stamkroeg."
Tja, notaris Wierda heeft niet
zoveel op met Fenno Schou
stra.
Nou, we hebben Hylke Wierda,
al ettelijke jaren een trouwe
abonnee van 't Kleine Krantsje,
maar eens even gebeld.
"Hylke jongen, wat is dit nou
voor publiciteit?"
"Ach, hier is de zaak helemaal
op z'n kop gezet. Ik heb die
brief natuurlijk nooit serieus ge
nomen en de hele zaak als een
soort studentenstunt be
schouwd. In die geest heb ik
het ook aan Wijnsma verteld.
En die brief heb ik altijd als een
relikwie bewaard. Behalve jou
kende ik ook verscheidene an
deren van wie de namen er op
stonden. Even goeie vrienden
vanzelfsprekend en wat mij be
treft rectificeer je die zaak in je
eigen blad."
En zo zien we maar weer, dat
een geintje soms jaren en jaren
later nog wel eens gevolgen
heeft...
Het gebeurde in het mooie
dorp B., niet zo heel ver van
Leeuwarden, dat er een niet
nader te noemen dorstige
dorpsgenoot tegen het vallen
van de avond in de herberg
verscheen. Hij groette de aan
wezigen en deelde luidkeels
mee, dat hij een biertje begeer
de, maar helaas geen centen
had.
"Geen centen?" reageerde de
kastelein, "da's niet zo mooi,
maar je krijgt voor een tientje
aan bier, wanneer je alleen
maar gekleed in je onderbroek
het hele dorp doorfietst.
"Voor een tientje?" vroeg de
platzakker met een scheef oog
op zeven, acht smakelijk bier
drinkende stamgasten rond de
bittertafel-"nou, dat staat!"
Een paar minuten later reed
hij in zijn onderbroek door het
dorp en groot was het gejuich,
waarmee hij na het beëindigen
van zijn toer bij de herberg
door de kameraden werd ont
vangen.
Maar wat zeiden die boeven
toen?
Dat hij eerst nog even in z'n
nakie over de vijver moest
zwemmen, keurig van de ene
naar de andere kant.
"Nou jonges, ook dat zal ge
beuren!" zeionze man sportief.
En terwijl een hele reeks luid
claxonerende auto's met vol
brandende koplichten een zee
van licht over de vijver wierp,
zwom de poedelnaakte held -
met de honnëklauw! - de hele
vijver over.
Pas toen kreeg hij zijn glazen
bier en werd hij het stralende
middelpunt in de kring van lang
nagenietende dorpsgenoten.