'T KLEINE KRANTSJE PROFESSOR KOKADORUS IN LEEUWARDEN GEBOREN ONGELUK STEENHOUWERIJ De Piepeblazer BEROEMDE STANDWERKER VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHÈEN Het is deze maand zestig jaar geleden, dat de meest beroem de standwerker in het vooroor logse Nederland overleed: op de zes eg twintigste mei 1934 stierf in Amsterdam de man, die zich Professor Kokadorus noemde, maar die eigenlijk Meyer Linnewiel heette. Zeven en zestig jaar eerder was deze Linnewiel geboren in Leeuwar den. De kleine Meyer Linnewiel zag het levenslicht in een huisje aan het Oranjeklooster in de Boterhoek als zoontje van de koopman Jacob Linnewiel en diens vrouw Hester Spier. Toen hij vier was verhuisden zijn ou ders naar Amsterdam en daar werd Meyer in later jaren als marktkoopman buitengewoon vermaard. Hij oogstte veel succes door de manier waarop hij op het Am sterdamse Amstelveld en ook elders zijn waren aanprees, vol politieke toespelingen en met een ruige volkshumor. Hij werd ook dikwijls gevraagd zijn spreekvaardigheid te tonen in bijvoorbeeld studentenbijeen komsten en zelfs trad Professor Kokadorus op voor het konink lijk gezin - met recht noemde hij zich daarna "Hofleveran cier". HOFLEVERANCIER Op de markt verzuimde Profes sor Kokadorus daarna niet van zijn banden met het Hof te doen blijken. "Kokkie," zei de koningin, toen ik verleden week weer eens op het Loo was, "Kokkie, wat was Prins Hendrik blij met de porte feuille, die ik laatst van je ge kocht hebt. Prima, prima, heel, iets anders dan de rommel, die de knoeiers van hofleveranciers ons verkopen. En zo goed koop!" "Ik antwoordde: Majesteit, ik ben blij als een kind, dat je het zegt en ik wou dat dat stomme publiek op de markt, die mij maar met stomme smoelen staat aan te gapen, je eens ho ren kon." En toen zei de konin gin: "Kokkie, blijf bij ons koffie drinken, ik heb lekkere harde Een bekende steenhouwerij in Leeuwarden was in vroeger ja ren die van Van der Meulen aan de Oostergrachtswal. Daar is in 1922 een verschrikkelijk ongeluk gebeurd, dat aan twee mensen het leven kostte. Op de dag van het ongeval had een vrachtauto van de steen houwerij een partij grote mar meren platen van het station gehaald. En toen de wagen aan de Oostergrachtswal gelost werd, zijn de enorme platen waarschijnlijk gaan schuiven, met het noodlottige gevolg, dat ze twee arbeiders verpletter den. De slachtoffers waren een me neer Van der Kamp uit de Klanderijstraat en een zekere Redisueli, een Belg, die ook in Leeuwarden woonde. De heer Redisueli was op slag dood, maar de heer Van der Kamp heeft nog een uur geleefd. Het droeve nieuws ging al' gauw als een lopend vuurtje door de toen nog kleine stad en op de dag van de begrafe nis was er een grote belang stelling voor de plechtige ter aardebestelling. De heer Van der Kamp, die ze ven en dertig jaar was en vader van vijf kinderen werd, rust nu op de Noorderbegraafplaats, naast zijn maat, die ook zo tra gisch om het leven kwam. pagina 6 vette bokking bij het brood en dan kunnen wij meteen samen eens praten over het nieuwe ministerie. Ik geloof, onder ons gezegd en gezwegen, dat ze mij weer met een aardig zoodje tinnef hebben opgescheept!" En dan begon Professor Koka dorus met het aanprijzen van zijn handelswaar: "En hier heb ben we dan om te beginnen een partijtje portemonnaies van echt leer, dubbelgestikt en ge naaid met geheime laden en een brandvrije kluis. Dit artikel wordt op het ogenblik reusach tig gezocht: de recherche zit er dag en nacht achteraan. "Vroom en Dreesmann" - die naam heeft voor Leeuwarden al sinds jaar en dag een bekende klank. Maar er is hier ooit in Leeuwarden ook een zaak met de naam "Roling en Wrees- man" geweest. Dat was een bedrijf, dat in manufacturen deed. Er is evenwel niemand meer, die deze winkel aan de Koornmarkt, de tegenwoordige Voorstreek, zelf nog heeft ge kend. Immers, in 1872 werd deze vennootschap al ontbon den. Van de talloze manieren, waarop men weleer een bekende Leeuwar der kon worden, was die welke een inventieve stadgenoot in de dertiger jaren koos, wel een heel bijzondere. Jan Peters uit de nu al lang verdwenen Poppebuurt zag kans buitengewoon populair te wor den door zijn beroep te maken van - het is haast niet te geloven - het doorblazen van verstopte tabakspijpen van zijn tijdgenoten. De Piepeblazer werd hij dan ook genoemd, maar ook wel De Piepe- stomer en nog vaker doodgewoon Jan P. - wie in de tijd voor de Tweede Wereldoorlog in onze stad begon te praten over Jan P., wist, dat iedereen direct begreep welke zeer aparte figuur hiermee werd bedoeld. Jan Peters, die net als zijn vader een uitermate bekwame machine bankwerker moet zijn geweest en die eerst werkte bij de bekende scheepswerf van Landeweer, dacht na het verdwijnen van deze werf z'n kost te kunnen verdienen als scharenslijper. Dus maakte hij zelf een skeresliep, die evenwel zo degelijk werd, dat hij deze kar zelf amper kon voortduwen. Daarom bouwde hij de wagen al na een paar weken om tot een vernuftige pijpdoorblazerskar: met behulp van stoom kon hij dichtge- slibte tabakspijpen in een oogwenk doorblazen. Op zijn vaste stand plaatsen, eerst op het Blokhuisplein, later bij de Vlietsterbruggen, trok hij met zijn wonderapparaat heel veel belangstelling en zo werd hij binnen de kortste keren een vooraanstaande stadgenoot. Daarbij was de donker getinte Jan P. ook nog een figuur, die wel van een geintje hield. Bekend werden zijn grappen om met alle geweld aan een lantaarnpaal te gaan rukken onder de kreet: "Hij moet er uit! - Hij moet er uit!" Om dan een enorme wind te laten met de constate ring: "Hij is er uit..." Toch werd Jan P., de Piepeblazer van Leeuwarden, door zijn naaste omgeving als "een heer" beschouwd. Hoogbejaarde stadgenoten, die hem goed hebben gekend, laten niet na er op te wijzen, dat hij door zijn taalgebruik altijd een keurige indruk maakte. (Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 6