MIJN JEUGDJAREN IN DE KRUISSTRAAT 'T KLEINE KRANTSJE OVERIGENS Oeroud nieuws uit de Stads- en Dorpskroniek van dr. G. A. Wumkes VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 7 TWEEDE DEEL In het hoekpand ingang woon huis Kruisstraat nr. 37/ingang winkel Nw. Oosterstraat woon de het oudere echtpaar Twijn- stra met zijn enige zoon Fré. Het staat mij zo voor dat het gezin ook nog een rol in het verzet heeft gespeeld. Van Fré weet ik dat hij mooi kon schil deren en in een pandje aan de Tuinen nog wel eens werk in de etalage tentoonstelde. Uit zijn huwelijk zijn geen kinderen geboren. Na het overlijden van zijn ouders hebben Fré Twijn- stra en zijn echtgenote nog een tijdlang de winkel in borduurga rens, knopen, patronen e.d. voortgezet. Daartegenover op de hoek de kruidenierswinkel (later nog een tijdlang gedreven door dhr. Koenraad die tevoren jarenlang als 1e bediende had gefunctio neerd) van Swart, welk gezin, ook met ingang in de Kruis straat nr. 39, daarboven woon de. Vader Swart (ook hij zong in het mannenkoor van de Bo- nifatiuskerk) was gehuwd met een Duitstalige vrouw (naar het accent te oordelen) en er wa ren 3 kinderen t.w. dochter Kahtie die rolstoelgehandicapt was en niet zo oud is gewor den, zoon Rudie die al jaren lang steunpilaar is van Mode huis Flottow en in Marssum woont en zoon André die een opleiding tot kok heeft gevolgd. Ook hij is op jonge leeftijd over leden. Van de benedenbewoners van Kruisstraat nr. 41 weet ik niets meer. In de bovenwoning van dat nummer heeft, voor hun verhuizing naar het busstation bij het station waar de ouders het restaurant exploiteerden, de familie Wijngaarden gewoond. IN DE HORECA Oudste zoon Tinus is ook in de horeca terecht gekomen, ooit had hij een bar op de Weaze en in later jaren Bar Bilgaard. De jongste zoon was Gerard, hoe het daarmee is gegaan is mij onbekend. De rest van de bebouwing aan de oneven kant van de Kruis straat werd in beslag genomen door de Keuringsdienst van Vee met het prachtige portiek met trap. De conciërge van deze dienst is later komen te wonen in de woning waaruit de familie Wijngaarden vertrok. Vanaf de Keizersgracht (die in 1958 net gedempt was, waaruit voor die tijd meermalen onze voetbal moest worden opgevist) gerekend was het eerste hoek huis een zgn. gevangenisbe waarderwoning (als laatste be woner de familie Jonkman?). Daarnaast de Kruisstraat in, was jarenlang een lege plek die benut werd als parkeerplaats, op die plaats had eerst een wo ning gestaan met als laatste bewoners de familie Van der Berg met 4 zoons. De oudste zoon Joop was al het huis uit, (Rooie) Kees is een paar jaar geleden overleden nadat hij in de Insulindestraat nog jaren met zijn moeder had gewoond. De bekendste zoon is ongetwij feld Chris die in de Grote Hoogstraat goede zaken doet, de jongste zoon heet Thijs. PAKHUIZEN Dan een paar pakhuizen in ge bruik bij de firma Wiersma Ra dio en TV van de Druifstreek en op het hoekje van de Kruis straat/Oosterstraat de Vishan del van de familie De Graaf waarvan het ouderpaar oor spronkelijk van Scheveningen afkomstig was, de vrouw des huizes was dan ook vaak in klederdracht gehuld. Het echt paar De Graaf had naar mijn weten 5 kinderen, de oudste zoon was Arie die heeft de zaak uiteindelijk nog een aantal jaren (nadat hij op latere leeftijd was getrouwd) voortgezet en aan hem heb ik goede herinne ringen, maar daarover later. De 2e zoon was Krijn waar maar één ding mij is bijgebleven t.w. dat toen deze terug kwam van het vervullen van de dienst plicht uit het vroegere Ned. In- dië de deur met bogen en slin gers erg mooi was versierd. Van de daarop volgende 2 dochters (Koosje en weet ik als jongen niets meer, wel weet ik dat de jongste zoon Jacob later onderwijzer in Franeker en Scheveningen is geworden. Te genover De Graaf op de noord- /westelijke hoek van de Nieuwe Oosterstraat en de Kruisstraat had en heeft de familie Van der Meulen een groentenzaak; met vader Jan heeft mijn moeder ooit een niet te overbruggen conflict gekregen. Al weer jaren geleden heeft zoon Wiep de zaak overgenomen en doet het kennelijk nog steeds goed. Ver der kende het gezin een doch ter die naar ik meen Carola heet, zij was nogal wat jonger dan Wiep. In het pand daar naast (dat redelijk snel in de vijftiger jaren door Van der Meulen werd gebruikt als op slag) woonde in het bovenhuis op nr. 22 het echtpaar Hoog. Dan volgden een 2-tal grote panden waarvan de ene als pa pieropslag/aanvoer van het op de Tweebaksmarkt gevestigde Het Vrije Volk werd gebruikt en het andere door de groothandel Oostergo die later ook Het Vrije Volk-pand benutte. Het beste wat ik mij daarvan herinner zijn de sleperskarren van van Gend en Loos met die enorme Belgi sche knollen ervoor. Na vertrek van Oostergo naar het Jacobij- ner Kerkhof hoek Grote Kerk straat, werden deze panden gebruikt door Garage Huizinga, eveneens aan de Tweebaks markt gevestigd. Boven deze panden woonde eerst de fami lie Steneker (later woonden zij boven de slagerij van Braak- sma aan het Zuidvliet) waarvan de man Willem in de vijftiger/ zestiger jaren werkzaam was in Zalen Schaaf. Van dat gezin weet ik nog dat er 2 dochters (de oudste heet Boukje) waren. Daarna hebber* in bovenhuizen de gezinnen Kobus/van der Vegt gewoond met de dochters Jellie, Zus en Grietje, met wie ik als kind tikkertje speelde en touwtje heb gesprongen. Jellie die een jaartje ouder is dan ik, is later getrouwd met André Pannekoek Jazeker, een in de Mozartstraat woonachtige kleinzoon van de Opa (André) Pannekoek die zoals ik eerder schreef op nr. 27b heeft ge woond. Het volgende pand was in gebruik als opslag van de fa. Van Eyck van Heslinga van de hoek Nieuwstraatje/Tweebaks- markt. In het pand recht tegen over ons huis had De Graaf zijn visbakkerij en was jaren lang het domein van Arie de Graaf, die ik nog wel eens ter zijde mocht staan met het be zorgen van al dan niet gebak ken vis (in o.a. de gevangenis, waarin ik tot in diepste midden o.m. via het sportveld met daarop de "zware" jongens en enige zware deuren, vis heb gebracht). Ook gebeurde het m.n. winterdag met enige regel maat, dat Arie de Graaf mij een, tijdens het bakken, gebro ken (en daardoor ongeschikt voor de verkoop) visje aanbod. GEK GEWORDEN Het pand op de hoek tenslotte van de Kruisstraat en het Nieuwstraatje, met de ingang in het Nieuwstraatje, was even eens in gebruik voor opslag van de fam. Van Eyck van Heslinga. De bedrijfsleider van dit bedrijf woonde eveneens in het Nieuwstraatje en omdat zijn naam Klut was, zal hij wel gek geworden zijn van de strookjes van de postzegelvellen (uit de prullebakken van het Postkan toor aan de Tweebaksmarkt) die wij met grote regelmaat op het zeer hoog aangebrachte naambordje plakten. Ik heb met veel plezier een en ander op papier gezet over een tijd waarin Leeuwarden nog een slaperig, overzichtelijk stadje was en waarin ik een goede jeugd heb beleefd. Drachten Henk (Hennie) Posthumus Dagblad De Telegraaf: "Pal daarop vloog een motor in de fik. Het cabinepersoneel deed niets" vertelt Boy Raven uit Oss, die overigens op de Am sterdamse Albert Cuyp staat met parfums." De rederijkerskamer Ten Kate te Leeuwarden speelt een blijspel- parodie "Doleeren" van een Leeuwarder, tevens lid der Kamer, aan wiens welversneden pen men reeds menig komediestukje dankt. (1888) Verkocht in het Schippersgildehuis op 't Vliet te Leeuwarden een snelzeilend jacht, lang omtrent 20 voeten, voorzien van 2 masten, 2 gieken, 2 zeilen enz., waarop geboden is 120 car. guldens. (1806) Onder bedekking van een detachement militairen worden 99 crimi- neele vrouwelijke gevangenen uit Leeuwarden naar de gevangenis te Gouda overgebracht. (1838) Dit jaar is voor Friesland het zwaarste jaar der geheele 18e eeuw wegens den grooten financieelen druk. Behalve de florenen e.a. belastingen, moesten de eigenaars van vastigheden de helft van de huur aan de provincie afstaan. Ook voor de veestapel was het jaar noodlottig. In den herfst brak de tweede veepest uit, waaraan van november 1744 tot 1 augustus 1745 stierven 58.539 koeien, 19.196 rieren, 22.991 hokkelingen en 22.599 kalveren. (1745) Andries Hendriks Snel te Boyl wegens het te hulp komen van smokkelaars met een geweer tot resistentie tegen de opzichters, waarbij een der sluikers is doodgeschoten, wordt te Leeuwarden bestraft met geeseting, brandmerken 7jaar tuchthuisstraf. (1728) Te Workum wordt een galjoot te water gebracht, lang 105, wijd 25 en hol 14 voet, toegetakeld met drie masten, voor aan den steven met een galjoen en voorzien met kanonnen. Dit is het grootste kaliber schip, dat in Friesland kan worden gemaakt met het oog op de zeesluizen. (1747) H. Wigersma komt wonen in het Nauw te Leeuwarden en neemt de van ouds bekende hoedenfabriek over van wijlen T. van Dalen. (1802) In het meubelmagazijn van Ids Koster te Joure breekt tijdens een vliegenden storm een brand uit, die 8 gebouwen in de Midstraat, een boerderij en 6 woningen in de Kakelsteeg in de asch legt. (1881) Ruurd Paskiers van Dijk wegens moord te Balk tot den strop veroordeeld. Verschenen: D. J. Baarda; "Een kleine wandeling om en door Leeuwarden in October 1845 door Oom Zwerver en deszelfs neef". (1846) Octrooi verleend aan de kleermakers te Leeuwarden tot het op richten van een gilde voor 15 jaar. 1739) Oudschepen Jan Klemrink te Leeuwarden laat op de geboorte van den jongen erfprins een groot vuurwerk afsteken, waarvan het theater lang is 35 voet, breed 24 voet en hoog 23 voet, beschil derd door Rienk Keijert, vol symbolische voorstellingen. (1749) De schutterij van iedere espel te Leeuwarden ontvangt van den Prins, evenals in 1773 en 1774, twee ankers wijn, die door de wachten van tijd tot tijd in alle vergenoegen en vrolijkheid zijn geconsumeerd. (1791) A. Solaro, Italiaander, staat met zijn kraam bij de Waag, voorzien van Engelsche schilderijen met zwarte vergulde lijsten f 6,- het paar. (1787) Inwijding der nieuwe Bonifaciuskerk te Leeuwarden. (1884) Verkocht de Koehoornspoort met alle deszelfs woningen over de Ruiterswagt in de Kleine Kerkstraat te Leeuwarden bewoond door 9 huisgezinnen, geboden 950 car. guldens. (1804) De omstreken van Dokkum worden geplaagd door een groote menigte muizen, die de inwoners nauwelijks uit hunne huizen kunnen keeren. Zij zijn "bij uitstek hongerig, eetende zelfs de vrugten van de boomen, hebben een langen bek, met een korten staart, en voor het overige zeer onderscheiden van de gemeene landmuizen". 1746) Te Leeuwarden wordt een ijsdub opgericht. (1850) Het bataillon gewapende burgerwacht van Leeuwarden zweert te genover den wethouder P. Cats trouw aan den Keizer door het opsteken van het geweer en een "Leeve de Keizer" en bij monde van den luitenant Haaije Beekkerk met een "dat zweer ik". (1810) Overleden te Leeuwarden Grietje Post, geboren 8 maart 1659, oud 102 jaar; zij kon een half jaar voor haar dood nog een linnen draad door het oog vaneen naald steken. (1761)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 7