BOERDERIJ DE MAGERE WEIDE LIET ALLEEN BOOM ACHTER 'T KLEINE KRAHTSJE WAAR NU DE VOETBAL ROLT "OUWE KEREL" GESTOORD IN LIEFDESSPEL... VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 5 Reitsma in 1965 noodgedwon gen de plaats moet verlaten. Ruim een jaar later wordt de boerderij afgebroken. Eerder wordt er een stuk land aan de Vliegbasis toegevoegd, terwijl ook de Noorderbegraaf plaats een gedeelte voor zich opeist. Het bestuur van de L.A.C. 'Fri- sia 1883', de voetbalvereniging, die de nieuwe sportvelden gaat bespelen, denkt er nog even aan de boerderij als clubhuis in te richten. Maar een leegstand van twee jaren heeft de boer derij geen goed gedaan, zodat dit plan helaas niet kan worden gerealiseerd. Een aantal jaren later, in 1978, is het clubhuis van Frisia ge bouwd op dezelfde plaats waar eens de mooie stadszate stond. Het enige dat ons nu nog aan het verleden herinnert is de boom - op de foto links voor de schuur - die mocht blijven staan. Al het andere dat eens op deze plaats stond is ten of fer gevallen aan de slopersha mer. Op de weide waar in het verle den gedurende vele, vele jaren de Friese stamboekkoeien graasden draven nu de Frisia- nen voor hun wekelijks partijtje voetbal. Leeuwarden E. G. (Puck) Couperus (met dank aan de dames Reit sma, mevrouw Oele, Henzo Dorenbos en Fred Dijkstra). Een van de vele reacties, die wij ontvingen op onze vraag waar in en rond Leeu warden in vroeger jaren boerderijen hebben gestaan, was die van onze abonnee de heer E. G. (Puck) Cou perus. Hij stuurde ons, kant en klaar voor de krant, het hierbijgaande verhaal over de boerderij 'De Magere Weide', die honderd en der tien jaar achter de bekende uitspanning 'De Kleine Bon tekoe' stond, dus dicht bij de Troelstraweg en het Schapendijkje. De naam 'De Magere Weide' is een historische naam, terug^ gaande in ieder geval tot het jaar 1544. In het Beneficiaal- boek van dat jaar wordt gewag gemaakt van 'twee pondemaat in de Magere Weide'. Ook in een oorkonde van het Sint An thony Gasthuis komen wij de naam tegen. Voorts wordt in een concordats van verkopen van 1589 'De Magere Weide achter Syrcxma- hoff'genoemd. STADSBOERDERIJ De architect Thomas Adrianus Romein (1811 - 1881) krijgt in 1853 opdracht tot de bouw van een stadsboerderij. Het wordt een stelpboerderij met inge bouwd dwarshuis op kelders bij de 'Kleine Bontekoe'. De boer derij krijgt de toepasselijke naam van het land, 'De Magere Weide' dus. Een 'reed' zorgt voor de verbinding met de Troelstraweg, die uitkomt op zo'n vijftig meter ten noorden van de uitspanning 'De Kleine Bontekoe'. Hoe het land - ontstaan na het dichtslibben van de Middelzee - aan zijn naam komt is niet duidelijk. De oud-boerin van het bedrijf, mevrouw Reitsma-Vlas- ma, met wie wij in 1980 spra ken (zij was toen 81 jaar) ont kende ten stelligste dat de grond niet goed zou zijn en daarom 'De Magere Weide' werd genoemd. Integendeel, het was juist poerbêst land. Het kan echter zijn, dat het land oorspronkelijk - vele eeuwen geleden - wel van slechte kwa liteit is geweest en daarom destijds die naam heeft gekre gen. De eerste pachter op de plaats is iemand met de wel zeer toe passelijke naam Van der Plaats. Deze kan na verloop van tijd de hoge lasten niet op brengen. De familie vertrekt naar Bolsward, waar men start met een koffie- en theehandel, een onderneming die weldra zeer succesvol blijkt te zijn. De volgende boer is ene Piersma van wie niet veel bekend is; wel weten we dat hij in 1870 de bewoner was. De derde die zijn geluk op de boerderij beproeft is een zekere Teake Swart, een uit de kluiten gewassen man die met schoenmaat 52 op 'grote voet' leeft. Met vrouw en vier doch ters (alle vier voorzien van een prachtig bos kastanjebruin haar) woont hij een aantal jaren op de boerderij. Later gaat de familie naar het Bildt en daarna nog een drietal jaren naar Frankrijk, alvorens naar Fries landterug te keren. In 1930 vestigt zich J. P. Reit sma en zijn vrouw op de plaats. Het gezin telt vier kinde ren, drie meisjes en een jon gen, Aafke, Ytje, Saakje en Pier. De Reitsma's boeren goed op 'De Magere Weide'. Als de Duitsers in mei 1940 het vliegveld bezetten, bivakkeren ze vanaf de eerste dag op het erf van de boerderij. Reitsma toont zich tijdens de bezetting een onverschrokken kerel, die de Duitsers dwars zit waar hij kan. Een viertal onderduikers vindt onderdak op de plaats, 's nachts slapen zij op het naast gelegen tennispark 'De Bonte koe', waar in boxen een aantal bedden zijn geplaatst. Gedurende de gehele oorlog slapen soldaten in tenten op het erf, meestal frontsoldaten die op verhaal moeten komen. Regelmatig wordt de familie Reitsma in de jaren '40-'45 op geschrikt door bombardemen ten van de geallieerde lucht macht op het vliegveld, waardoor de ruiten van de boerderij dikwijls kapot raken. Omdat Reitsma het vertikt meer dan vijf en twintig liter melk aan de fabriek af te leve ren brengt-dit hem regelmatig in conflict met de Duitsgezinde overheid. Een gevleugelde uit spraak van hem in die tijd: "Dan gooi ik de melk nog liever in de sloot". Wel komen er da gelijks zo'n tweehonderd parti culieren hun litertjes melk afha len; een verboden bezigheid waarvoor beide partijen een flinke straf riskeren. BEDRIJFSONGEVAL In 1943 komt Reitsma bij een bedrijfsongeval om het leven, hij wordt getroffen door de boom van een kuiltakel. Zoon Pier gaat dan verder boe ren tot de gemeente in de zes tiger jaren besluit op deze plaats een sportcomplex aan te leggen waardoor de familie Zoals het bij het slopen van oude woonwijken wel vaker gaat, zo ging het, jaren gele den, ook bij het amouveren van het oude Hollanderhof: alle huisjes moesten sneuvelen, ter wijl één woninkje voorlopig nog even kon blijven staan. Dat was het huisje van Blonde Vro- nie, een jongedame uit het vak, aldus werkend op het horizon tale vlak. Nu geviel het, dat de heren slo pers net op het punt stonden een huisje aan te pakken op een meter of vijftig van dat van Blonde Vronie, toen ze zagen, dat er "een ouwe kerel" op de fiets aankwam met de bedoe ling naar het vrolijke vrouwtje te gaan. Hij zette z'n fiets binnen het hekje en verdween in het wo ninkje met het schaapachtige gezicht van een kettingroker, die een sigarenzaak betreedt. Op dat moment besloten de slopers hun werkplan te wijzi gen. Ze gingen meteen naar het huisje naast dat van Vronie, boorden met hun handige vak manschap een paar gaten in de muur en namen toen nog enige ogenblikken van eerbiedi ge stilte in acht. Daarna was een enkele forse mokerslag voldoende om de hele muur van het wrakke wo ninkje te vellen: met een don derende klap stortte een lawine van stenen zich uit over het huisje met het amoureuze stel. Een halve minuut later zagen de grijnzende slopers "de ouwe kerel" naar buiten komen, de bretels van z'n broek nog op de enkels en luid roepend: "Hier kom ik nooit weer." En daar verscheen ook, volsla gen overstuur en met wild wap perende haren, Blonde Vronie zelf. Wanhopig wierp ze haar handen ten hemel en jammer de in de richting van de heren slopers: "So raak ik al mien klanten kwiet!" i&MÊ'i f l1 w|: «ft» w Zo zag de boerderij "De Magere Weide" er aan de voorkant uit. Op de andere plaat de plaats met het rpooie stamboekvee.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 5