DE NIEUWEBUREN HAD IETS VAN EEN KLEIN DORP IN VROEGER JAREN pagina 9 Denkende aan de Nieuweburen van weleer zie ik een merk waardige mengeling van hui zen. Kleine, smalle met boven-, midden- en zelfs souterrain-be- woning. Kloeke burgerhuizen daarnaast, brede en hoge plechtstatige huizen en gebou wen. Allerlei winkels ook. Hoge, oude iepen aan weerszij den van de straat. Het verkeer was rustig, gemoedelijk. Buurt bewoners ontmoetten elkaar in de bakkerswinkel Beets, in de groentezaak van IJlst, (later Van Zwol) bij de slager Schel len, bij 'de kruidenier Harkema of in de melkhandel van Dam. Elke winkel had een eigen sfeer, karakter en geur. Of de mensen maakten zomaar op straat even een praatje over het weer, familie, over ziekte, geboorte of dood. SCHEIDINGSLIJNEN Toch liepen er ondanks de schijnbare saamhorigheid scheidingslijnen tussen de di verse gezinnen. De mensen waren verdeeld in roomsen, christelijken, joden, of mannen en vrouwen die "niks" waren. Aan deze levensbeschouwelij ke zuilen waren vaak politieke partijen verbonden. Als centrum van "de roden" gold onze boekhandel "Ontwikkeling", Nieuweburen 92. Het dagblad "Het Volk" werd van daaruit in de hele stad bezorgd. De Nieuweburen had iets van een klein dorp. Oude Leeuwar der families kenden elkaar, wis ten van elkanders wel en wee. Familieverbanden werden uit geplozen op verjaarsvisites, de kleine schandalen en andere wetenswaardigheden dacht men tot in onderdelen te ken nen. Voor kinderen was de Nieuwe buren heel gezellig. Het stuk tussen de Breedstraat en de Monnikemuurstraat had twee zogenaamde vierkanten. De boekhandel "Ontwikkeling" van waaruit het dagblad Het Volk werd bezorgd - een teke ning van Joop Pietersen, de auteur van dit verhaal. Bij elk vierkant sprong de ge- velwand ter diepte van een pand terug. Het "grote vier kant" werd begrensd door de slagerij op de hoek van de Breedstraat. De familie Panhuis had in de rechter hoek van het grote vierkant een bloemen- zaak. Toen de koninklijke familie door de Nieuweburen reed tijdens een bezoek, stopte het rijtuig. Het grote vierkant was versierd met oranje bloemen. Een hon derd en twee-jarige mocht, on dersteund door de familie, een boeket bloemen aan koningin Wilhelmina geven. Deze bleef afstandelijk-koel in de koets tro nen. Tot duidelijk ongenoegen van de samengepakte Nieuwe- buurters. Het "kleine vierkant" was op de hoek van de Monnikemuur straat voor een scheerwinkel met een koperen scheerbekken als uithangbord. Daar werd op oudejaarsavond om eenden, ganzen en hazen of konijnen in wedstrijd gesjoeld in een door gaslampjes verlichte ruimte. De dode dieren hingen aan de stang waaraan het bekken was bevestigd. Op de straathoek van het klei ne vierkant stond een gaslan taarn waar wij als buurtjongens een "buut-paal", of verlospaal van maakten bij verstoppertje of bij andere spelen. De kinde ren van de zogenaamde Oude Nieuweburen en andere straten en stegen kwamen hier samen. Volop romantiek bij "er zijn geen rovers in het bos-bos- bos." De stille, donkere avond straten, de steegjes en hoeken verborgen de overvallende "ro vers' die de hei-zingende kin derstemmen in hun schuilplaat sen hoorden naderen. Om ze te overvallen. STRAATTYPES Soms passeerden straattypes de Nieuweburen zoals Snorre Wytske, Jentsje Tit, Sikke de Kets of Ries (Rijst) met een ge volg van joelende kinderen. De opgewonden en vluchtgerede sliert jeugd beleefde, zodra de achtervolgde zich dreigend om draaide, een prikkelende sen satie. Ook bijzondere joodse vrouwen zoals Roosje en Betje met hun oosterse gezichten kregen onze jeugdige aan dacht. Soms passeerde statig een dame in lange, witte kledij, met kant afgezet. Ze had een witge- poederd gezicht en werd "heili ge Maria" genoemd. Draaior gel, straatmuzikanten, o.a. het gezelschap van "Scheef Nekje" brachten muzikale fleur in de Nieuweburen. Op Sjabbath, op weg of terug kerend van de nabije Synago ge, liepen ingetogen, op hun mooist geklede joodse families door de straat. In onze z.g. knikker- of toptij den waren de beide vierkanten favoriete speelplaatsen. Maar ook "deursetterke", boksprin gen en balspelen vonden niet alleen daar en op de voetpa den plaats, maar soms ook op de rijweg- Veehandelaren lieten op woensdag koeien over de Nieu weburen de doorgaande steeg naast onze boekwinkel "Ont wikkeling" indrijven. Ze werden in oude stallen halverwege die steeg ondergebracht, gemol ken, soms zelfs geslacht... Wij waren achter onze tuin, een gi gantische mesthoop rijk, in het hartje van de oude binnenstad Een kroegje was de Nieuwebu ren ook rijk. Met gevolg: meer malen openbare dronkenschap en vrouwen die hun mannen scheldend uit de kroeg haal den. Het familieleed lag op straat. Wanneer op zaterdag de markt werd opgebouwd, veranderde onze rustige Nieuweburen in een haast middeleeuwse han delsweg met kraampjes. Aan prijzende verkopers trokken nieuwsgierigen en kooplustigen tot zich. Stank en geuren van allerlei soort dreven over de markt. Dat waren uren van uit zonderlijke gezelligheid met al die langs de kramen schuiven de Leeuwarders, tuk op een koopje, bereid tot een gemoe delijke babbel met elkaar. Op hete zomerdagen bracht de gemeentesproeiwagen water over de straat om stof te bin den. Hel schreeuwende jon gens en meisjes holden achter de wagen aan om zich nat te laten spuiten. In het verkeer begonnen auto's de koetsjes te verdringen. Maar de koetsen bij huwelijken en begrafenissen bleven lang ge handhaafd. Vooral de lijkkoets was imposant-geheimzinnig. Deze geheimzinnigheid werd vergroot doordat de paarden met zwarte dekkleden waren omhangen en doordat de paar- dehoofden met zwarte kappen waren opgetuigd. Hoefgetrap pel behoorde toen nog tot het normale straatgeluid. Sneeuw over de Nieuweburen betoverde de hele straat. Sle den kwamen tevoorschijn voor de kleintjes. De wat grotere kin deren maakten lange glijbanen. Spiegelglad werden ze, tot on gemak van voorzichtig langs- schuifelende ouderen. Sneeuw ballen suisden door de lucht. PURE SCHOONHEID Soms vormden zich spontaan partijen die elkaar fel bekamp- ten. De hoge iepen met sneeuw over de takken waren van een pure schoonheid. En wanneer het frisse lenteblad hen sierde, waren deze oude bomen zeker zo mooi. Het filte rende voorjaarslicht door de uit bottende bomen zette de straat in een feestelijke gloed. De stads en maatschappelijke ontwikkeling stopten niet in de twintiger jaren. Het verkeer ver anderde, het levenstempo ver snelde, menselijke verhoudin gen werden zakelijker, buurtbewoners raakten minder op elkanders hulp en bijstand aangewezen, ruimte en vrijheid van leven vergrootten zich. De iepen van toen werden ge veld, huizen werden weggebro ken, herbouwd. Bewoners trok ken weg naar buitenwijken of stierven. Nieuwe bewoners kwamen binnen in de zich ver grotende stad, gemoedelijkheid veranderde in vervreemding, de joodse gemeenschap werd uit gemoord, de armoede van ve len maakte plaats voor een ze kere' welvaart, de geloofs en politieke zuilen verschoven en losten zich ten dele op. Herin nering blijft over aan een stuk oud-Leeuwarden waarin een kind zich geborgen, gekend en veilig voelde. Een onver vreemdbaar bezit. St. Maarten (NH) Ds. J.Th. Pietersen De oude Nieuweburen - net een dorp - met duidelijk zichtbaar rechts het grote vierkantgezellig trefpunt voor de ieunri /Fntn- collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje) y y irerpum voor oe jeugd. (Foto.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 9