IN MEMORIAM H. G. v. SLOOTEN 'T KLEINE KEAHTSJE VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN DUKKEVAN DIJK Op de vijftiende juli las ik in de krant, dat onze oud stadgenoot Dirk van Dijk, beter bekend als Dukke, na een kort ziekbed op de leeftijd van een en zeventig jaar was overleden. Dukke ken de ik al vele jaren; wij troffen elkaar nog wel eens in de bin nenstad. Vaak was hij ook op het Ruiterskwartier te vinden achter de Hema in het gezel schap van meer bekende stad genoten. Verder ontmoette ik hem nog wel eens op Ameland, waar hij elk jaar in de zomermaanden met zijn vrouw Annie in een ca ravan verbleef. Samen hebben wij nog, met enkele andere Leeuwarders, moeten werken in Frankrijk op het eiland lie de Ré. Daar verbleven wij een jaar onder her juk van de Duitse be zetting onder barre omstandig heden. En daar hebben we me nige vluchtpoging zitten uitbroeden. Later zijn we beiden weer op gepakt. Ik had het geluk, dat ik in Oldenburg in een bakkerij kwam te werken, waar ik drie jaar verbleef, voor ik bij het na deren van het eind van de oor- (Vervolg van pag. 4) ik het verhaal over het liedje van de ijscoman las en dat van Jan Schoustra over Jan Poel- sma, de boksleraar, die als ik me goed herinner, woonde op de hoek van de Achter de Ho ven tegenover de Kanaalstraat. Al meer dan een halve eeuw geleden, toen ik nog op de la gere school was, was er in au gustus de 'Vakantieontspan ning' en dan verzamelden de kinderen zich voor spelen en sport op Sonnenborgh en op de Wilhelminabaan. Een paar keer in die vakantie mochten we dan naar de Tivoli of de Leeuwarder Bioscoop on der leiding van juffen en mees ters. Een van de leiders was de heer Poelsma en die was wel gewild bij de jeugd. Natuurlijk waren wij minstens een twintig minuten te vroeg en voor de film begon was het dan zingen, het lied van de ijscoman, zoals dat in 't Kleine Krantsje stond. Met klemtoon en zo hard mo gelijk zongen we "en roept dan ijs met slagroom" - de melodie zit nog in mijn hoofd. Interessant was ook de afge drukte foto van een ijscoman op de hoek van de Wirdumer- dijk en de Nieuwestad. Op die zelfde hoek was vroeger een log kon vluchten. Dukke kwam met veel stadge noten in het Drentse Vries te recht - toen hij met enkele lot genoten ontvluchtte kwam hij bij Wijlaarderburen in een mij nenveld terecht. Vier jongens verloren het leven, Dukke werd zwaar gewond. Fenno Schou- -stra heeft in ons Kleine Kran tsje aan dat drama enkele ke ren ruime aandacht besteed. Op de dag van de Dodenher denking, 4 mei, bevond Dukke zich meestal op de Noorderbe graafplaats, waar zijn lotgeno ten begraven liggen. Hij zei mij dan altijd: "Ik erger mie der an, dat er nooit één is, die de klok even lude late ken voor die twee minuten stilte." Dit even over Dukke van Dijk, een rasechte en vriendelijke Leeuwarder, met wie ik vele avonturen heb beleefd. Leeuwarden Rinze van der Heide Aan Dukke van Dijk hebben wij altijd een bijzondere her innering bewaard. Hij was de belangrijkste informant voor het "hoofdverhaal", dat op 7 oktober 1964 in het eerste nummer van 't Kleine Krantsje verscheen: een groot artikel over het drama van Wijlaarderburen: "Slechts één die de ramp overleefde." Die ene was Dukke dus, die tot de dag van zijn dood gekweld werd door pijnen ten gevolge van de verwondingen, die hij toen bekwam. Op de foto van Fenno Schoustra Dukke van Dijk in 1964, toen hij 't Kleine Krantsje informeerde over de rampzalige gebeur tenis bij Wijlaarderburen. Red. 't KI. Kr. winkel, waar na het ongeluk met het vliegtuig De Uiver fo to's van de omgekomen be manningsleden plus de versla gen van het ongeval op de ramen waren geplakt - dat moet toen een grote indruk op de mensen hebben gemaakt. Zelfs hier in Sidney is er nog een vereniging, die zich De Uiver noemt. Ik moet nu ook denken aan het vliegfeest op het vliegveld Leeuwarden, in welk jaar pre cies weet ik niet meer. Die dag zou de PH-AJA, de Fokker 36 er landen. Er waren heel wat mensen en heel wat drukte met al die vliegtuigjes, maar jammer genoeg zagen we die dag niet de grote F.36 opstijgen - die vertrok pas de volgende mor gen. Het jaar 1937 vergeet je niet zo gauw: "In 1937 dan zul je wat beleven, dan komt de Jambo ree in Nederland"... St. Marys, Austr. Ab. Visser OOSTKANTSTAD Het verhaal in het julinummer over "de oastkant vanne stad" behoeft nog een enkele aanvul ling. Niet genoemd is de heer Leeg- stra, de pianostemmer die woonde naast groenteboer Tol- sma. Hij had zijn werkplaats in de tuin gebouwd. Dan nog aan de overkant op nummer 15 in de Camperstraat had A (Auke) Leen een lijkauto in exploitatie. In de oorlog reed hij met een rek op de auto met daarin gasflessen. Ik herinner me hem altijd schoonmakend en poetsend opzijn auto. Kapper Jordan had, voordat hij in de Van Beverwijkstraat kwam, zijn kapperszaak in een woonkamer in de van Leeu wenhoekstraat, tegenover Vis ser en Wolfslag. Hij heeft mi, nog geknipt op mijn trouwdag in 1955. De kruidenier uit de Van Bever wijkstraat is indertijd verhuisd naar een winkel aan Achter de Hoven, hoek Tuinbouwstraat, ook als kruidenier. Wellicht is deze informatie nog interessant genoeg om te plaat sen. Franeker J. de Vries NAAR ANTWERPEN Op een dag in maart in 1927 werd er in het hotel "Amicitia" op initiatief van de Vereeniging "Geloof en Wetenschap" een spreekbeurt gehouden over "de Hereniging der Kerken" door de Belgische benedictijn Dom. Constantinus Bosschaerts. Ik was daarbij en raakte dermate geboeid, dat notaris Koch tot mijn vader zei: "pas op je dochter." Inderdaad reisde ik al spoedig naar Schotenhof bij Antwerpen, ter nadere kennismaking. Nog datzelfde jaar heb ik Leeuwar den verlaten om me voorgoed als oblaat aan te sluiten bij de Benedictijner opzet voor het Werk der Hereniging. In de loop van deze eeuw heeft de oecumenische geest voor betere verstandhouding tussen de christen-kerken een hele ontwikkeling doorgemaakt. Tot mijn tachtigste jaar was ik als staflid verbonden aan de Ant werpse Raad van Kerken, die ik mee had opgericht. Bij deze korte toelichting wil ik graag aan de Leewadders zeg gen dat mijn Friese aard en in stelling me veel hielpen bij de diverse werkzaamheden en contacten met andersdenken den. Antwerpen Suzan de Vries CORSCHOONDORP Wanneer bij mij 't Kleine Krantsje binnenkomt gaat het precies als bij de meeste abon nees: "Och heden ja, zo was het" denk je dan. Gaat het over Jan P., de oud-werknemer van Landeweer, of over bijvoor beeld Algra, de mastmaker bij wie we polsstokken of klompen haalden en de schaatsen lieten slijpen - er is altijd wel wat. Het stukje van de heer Lijfering over de grappenmaker Cor Schoondorp zet me aan het schrijven. Cor's vader was le raar electrotechniek en tekenen op de Leeuwarder Ambachts school en bij hem heb ik ook in de klas gezeten. Cor zelf zat in de jaren '34-'35 bij mij in de klas. Hij had een goede hand van schrijven en tekenen en hij is volgens mij een goede teke naar bij de P.T.T. geweest. Vakken als werktuigbuw en mechanica interesseerden hem niet zo en daarbij was hij wel eens lastig bij sommige leraren, 'k Herinner me een repetitie over het berekenen van een as voor een locomotief. Voor wie het bestudeerd had was het niet moeilijk. Toen ik er mee klaar was merkte ik, dat Cor mijn kant opkeek en z'n schou der ophaalde - hij had het ver moedelijk niet bestudeerd. Hoewel we vooraan zaten maakte ik een briefje met de berekening en schoof dat naar Cor toe. Nóg hoor ik Cor roe pen, toen we de repetitie terug kregen: "Ik heb een 8, een 8!" pagina 10 Tijdens een uitleg van de heer Hamelink, die alle moeite deed ons iets van het vak mechanica bij te brengen, maakte Cor de een of andere lollige opmer king, waardoor de heer Hame link zo gebelgd werd, dat hij opmerkte: "Jammer voor zo'n goede vader, dat hij zo'n zoon als jou heeft verwekt!" Gerard Rabius, die er wat grap pen betreft ook wel mocht zijn, stak onmiddellijk zijn hand op en zei ad rem: "Meneer Hame link, Cor is vermoedelijk door een noodlanding van de ooie vaar geboren". Natuurlijk heel wat hilariteit en grote moeite voor de leerkracht om de orde te herstellen. Kortom: Cor was een niet on aardige kerel en een leuke vent om te zien. Soest G. Taekema Een bijzondere, zeer markante figuur - dat is hij zeker geweest, onze abonnee de heer H. G. van Slooten, die de vorige maand, bijna een en tachtig jaar oud, overleed. De koopman Herman van Slooten, in vroeger jaren graanhande laar, exploiteerde het veem- en opslagbedrijf Dirk de Vries en Co en hij was de eigenaar van de bekende pakhuizen aan de Hoek- stersingel, die in 1955 en 1981 door reusachtige branden geteis terd werden - nu staat er een flatgebouw op deze plaats. Hermanus Gooike van Slooten betrad met zijn interesses een groot terrein en daarbij wist hij zich voor tal van verenigingen en organisaties verdienstelijk te maken. Zo was hij tientallen jaren secretaris van de Koninklijke Zeilvereniging "Oostergoo", die hem tenslotte tot erelid benoemde, en deed hij ook heel veel nuttig werk voor de Stichting Ronde-en Platbodemjachten. Bijna veertig jaar was Herman van Slooten bestuurslid van de Vereniging De Friesche Elf Steden en eveneens vervulde hij be stuursfuncties voor de Ottema Kingma Stichting, het Fries Mu seum, het Fries Scheepvaartmuseum en de Stichting Oud Friese Greidboerderij te Wartena. Verder was hij ook ettelijke jaren be stuurslid van de Stichting Ritske Boelema Gasthuis. Zijn grote liefde voor de watersport kwam o.a. ook tot uiting in het publiceren van het boekje "Zeilend door Friesland", dat hij met wijlen Keimpe Sikkema schreef. Herman van Slooten, die Ridder was in de Orde van Oranje Nassau en drager van de Zilveren Anjer, zullen velen zich herin neren als een gedreven figuur, die zijn meningen bepaald niet onder stoelen en banken stak; hij kon, op welk moment en waar dan ook, opmerkingen maken, die vaak verwondering wekten. In vele kringen zal de herinnering aan deze bijzondere en verdien stelijke figuur nog heel lang blijven voortleven. (Foto: Fenno Schoustra)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 10