'T KLEINE KRAHT5JE
m
10
mimvmen
in de ften
N
Makelaardij
en
Bedrijfs-
makelaardij
voorFriesland
H
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 4
INDEFORTUYN
Sinds ongeveer een jaar ben ik
de (gelukkige) bewoner van het
pand Raadhuisplein 34 (gevel
steen: 'In de Fortuyn') waarmee
ik op een van de mooiste plek
jes van de toch al zo fraaie
Leeuwarder binnenstad woon.
Natuurlijk ben je in zo'n situatie
ook sterk geïnteresseerd in de
geschiedenis van en de ge
beurtenissen rond zo'n pand.
Nu is daarover - o.a. via foto's
- wel het een en ander be
kend. Zo is hier ooit het agent
schap gevestigd geweest voor
'goederenverzending naar
Amerika' en van de 'Holland-
sche IJzeren Spoorweg Maat
schappij'. Het schijnt dat enkele
generaties Posthuma deze
agentschappen beheerden.
In de jaren dertig werd hier het
kantoor van Centraal Beheer
gevestigd (uitvoeringsorgaan
Sociale Verzekeringen des
tijds?) en vanaf 1949 kwam dit
pand (met de belendende per
celen) in bezit van de Gemeen
te Leeuwarden en werd de
kantoorfunctie verder uitge
bouwd.
Nu las ik in het meinummer
van het onvolprezen Kleine
Krantsje iri een brief van me
vrouw Kooistra (Canada) dat ze
enkele weken in dienst is ge
weest van Centraal Beheer.
Dat bracht mij op de gedachte
dat er vast wel meer (oud-)Lu-
wadders zijn die op een of an
dere manier herinneringen aan
dit pand hebben. Het zou
prachtig zijn wanneer ze daar
over iets zouden willen schrij
ven. Dit is dus eigenlijk mijn
oproep.
Als geheugensteuntje voeg ik
nog een kopie bij van een teke
ning die mijn schoondochter
Marion Wassenaar-Walstra on
langs van het pand heeft ge
maakt. Links ziet u nog een
stuk van het roemrijke Oranje
Bierhuis, dan zien we het He-
renwaltje in en daarna volgt het
hoekpand waar ik thans woon.
Leeuwarden J. J. Wassenaar
PIPEGAAL
De heer B. van Raalte komt in
't Kleine Krantsje van juni terug
op de Pipegaal. Hij haalt daar
bij een boekje, geschreven
door ir. W. van Schier en dan
nog een boekwerk van de hand
van dr. E. J. Haslinghuis, aan.
Maar.de heer Van Raalte
gaat er aan voorbij dat de Pipe
gaal en een Pijpegaal twee ver
schillende begrippen, ofte wel,
kruiwagens zijn.
De Pipegaal is een kruiwagen
(in 't Fries kroade), voorname
lijk in Friesland in gebruik, zo
als beschreven op blz. 64, 66
en 128 in het boek 'Aid Ark',
uitgegeven door de Fryske
Akademy in 1990 (zie of infor
meer aldaar) en is geschreven
door de heer Albert Mulder.
Hieraan wil ik nog toevoegen
dat de Pipegaal buiten Fries
land nauwelijks bekendheid ge
niet. De naam Pijpegaal stamt
uit het West-Vlaams. Hiermede
eindigt voor mij het verhaal
over de Pipegaal.
Leeuwarden H. Hoekstra
MEESTER WOLTHUIZEN
In het juninummer werd ik ge
troffen door een stukje van
Geertje van der Schaaf-de
Graaf over meester Wolthuizen.
Als geboren en getogen Huizu-
mer heb ik ook mijn lagere
schooljaren doorgebracht op de
school aan de Zuiderstraat. Het
hoofd van die school was in die
tijd meester Camping, door ons
de Majoor of oneerbiediger
Sjampie Puust genoemd. Vroe
gere klasgenoten weten wel
waar die bijnaam vandaan
kwam!
Ook ik heb bij meester Wolthui
zen in de (6e) klas gezeten.
Dat moet geweest zijn om
streeks 1949. Mogelijk was
Geertje de Graaf een klasge
nootje van mij. Haar naam
komt me bekend voor.
Zoals ze al vertelde werd er
veel gezongen. Voordat er met
zingen begonnen werd moest
'de toon worden gezet'. Dat
deed Wolthuizen door met een
stemvork niet tegen de tafel,
maar tegen zijn schedel te tik
ken en de toon te neuriën,
waarna wij moesten invallen.
In die tijd werd er zoiets als
een landelijke zangwedstrijd
tussen (lagere) scholen gehou
den. Of wij nu zo goed konden
zingen of dat het toeval een rol
speelde weet ik niet, maar wij
deden mee.
Daar het gezang zou worden
uitgezonden door Radio Neder
land Wereldomroep en Wolthui
zen niet wilde afgaan werd er
heel wat afgerepeteerd. Vol
gens mij deden we niets an
ders meer!
Op zekere dag kwam de opna
me. Deze vond plaats in het
oude gymnastieklokaal dat bij
de school hoorde. De liederen
die waren ingestudeerd, Geer
tje noemde er al een aantal,
werden grotendeels driestem
mig uitgevoerd. Hans(je) de
Vrij, van het bekende garage-/
taxi-/ziekenvervoerbedrijf, en ik
moesten samen de derde stem
zingen.
Stel u voor: wij met z'n tweeën
tegen ruim dertig man/vrouw.
Nou, wij lieten horen dat we er
waren! Dit tot grote wanhoop
van de opname-technici, want
Hans en ik overstemden de
rest van het koor.
Maar meester Wolthuizen loste
het op door Hans en mij bij de
oren te pakken en ons hard
handig op grote afstand van de
microfoons te plaatsen. Zo
werd de opname toch nog een
succes. Of we een prijs won
nen weet ik echter niet meer.
Misschien is er nog een oude
klasgenoot die daar ophelde
ring over kan verschaffen.
Heiloo Wim van der Stouwe
STIBBE
De baas van het "trillerige
meisje", over wie werd ge
schreven in een vorig Kleine
Krantsje, heb ik mogen mee
maken als leraar Engels aan
de Rijks H.B.S. Deze man was
leraar, eigenlijk te schrijven met
hoofdletters. Zijn kennis van de
Engelse taal zal zeker groot
zijn geweest, zijn persoonlijk
heid stak daar ver bovenuit.
Een man, die voor de brutaal
ste en dreigendste puber niet
bang was en dergelijke leerlin
gen dan ook onmiddellijk in zijn
teugels had. Bij deze man leer
de men een Engels spreken,
waar de leerlingen na jaren nog
profijt van hadden en hebben.
Hij was erevoorzitter van de
debatingclub "Eloquentia" en
hij regisseerde elk jaar het
schooltoneel. Als bijzonderheid:
de heer Stibbe had een witte
snor en hij rookte vele sigaret
ten, bij voorkeur Turkse. De in
geademde rook werd via de
neusgaten uitgezucht en zijn
witte snor was in de omgeving
van zijn neusgaten dan ook al
tijd bruin getint. Wij vonden dat
toen erg "mannelijk", stoer en
indrukwekkend.
De heer Stibbe was jood en hij
had een dochter, Vera. Het ge
zin zal wel vermoord zijn; ik
weet dat niet zeker.
Hierbij gaat een foto van de
heer Stibbe, gemaakt op 17 fe
bruari 1934 ter gelegenheid
van het vijf en twintigjarig be
staan van "Elo". Op de achter
ste rij van links naar rechts:
Ruurd Olivier Boelstra, later in
de muziek, Hidde W. Hoekstra,
tandarts, Benno Gros, architect
en Wim Lijfering, in de kolen
handel.
Op de voorste rij: A. Nubé,
paardenstamboek, Hennie Sim
mer, gehuwd met onderwijs
man, de heer Stibbe, voorzitter
Marinus Plantema, later bij de
Spoorwegen, Mies ten Brug-
gencate en Klaas Koopmans,
later ambtenaar bij de rechterlij
ke macht.
Leeuwarden Lijfering
Van het lot van het Joodse
gezin Stibbe is ons niets be
kend. Wij hebben het idee,
dat het niet meer in Leeu
warden woonde, toen de
oorlog uitbrak. Zijn er lezers,
die er meer van weten
Red. 't KI. Kr.
JAN PETERS
Begin 1935 heb ik enkele
maanden gewerkt bij de jacht
werf van Drijver aan de Tijnje-
dijk. Ik was daar hulp bij de
bouw van een kleine stalen
NVM
1 T
Leeuwarden, Nieuweweg 7-11
tel. 058-131215*
kruiser van tien meter.
Dat was helpen bij het in model
brengen van platen door middel
van krimpen en rekken, het
ponsen van gaten, nagels in
zetten en het tegenhouden
hiervan bij het klinken. Dit ge
beurde door Bustra en z'n maat
die beurtelings snel sloegen.
De naam Bustra weet ik nog,
maar die van zijn wat oudere
maat ben ik kwijt. Hij had een
glazen oog.
Het bootje werd buiten ge
bouwd. En zo gebeurde het dat
ik vaak een man opmerkte, die
een eindje bij ons vandaan in
een oude keet of bus woonde,
maar veel buiten bezig was. Hij
viel op, wel of niet bezig, als
een vrolijke en rustige man. Je
miste hem als hij er niet was.
Op mijn vraag wie dat was
kreeg ik te horen dat hij zich
Heinrich von Boehaha noemde.
Vaak heb ik sinds die tijd mij
afgevraagd wie het nou werke
lijk was. Nu weet ik dat het niet
anders kan dan dat het Jan Pe
ters is geweest. Is er misschien
nog iemand die de naam Hein
rich von Boehaha ook wel heeft
horen noemen?
Den Helder J. Hospes
JEUGDHERINNERINGEN
Zoals gewoonlijk heb ik ook nu
weer met veel plezier 't Kleine
Krantsje gelezen, vooral omdat
(Vervolg op pag. 10)