'T KLEINE KRANTSJE
GOEDBEDOELD
SLECHT BEGREPEN
BRUTALE
ACCOUNTANT
Snorrewietske
JAN-MET-DE-PET
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 6
zwakkere - ja, mag ik dat nu
wel zeggen, is dat ook niet dis
criminerend? - het ging hier
voor de kleine man, dat zit mij
juist zo hoog, met name voor
de huisvesting en dat weet toch
ook iedereen, het gaat mij ge
woon uit sociale bewogenheid,
voor Jan-met-de-pet, daar heb
ik me juist voor uitgesloofd en
dan krijg je zo'n reactie, waaruit
blijkt, dat die meneer het alle
maal verkeerd begrepen heeft
en waarbij de zaak, waar het in
feite om gaat, helemaal niet
naar voren komt. Maar goed,
wanneer iemand zich stoort
aan die term, dan accepteer ik
dat en dan zeg ik het niet weer.
Maar nogmaals: iemand kwet
sen, verre van dat!"
Er heeft ooit in onze goede
stad een accountant gewoond,
-aan wie in hoge mate de eigen
schap brutaliteit werd toege
schreven. Eens moet het zijn
gebeurd, dat deze heer bij goe
de kennissen een borreltje
kwam drinken. Onder het genot
van een lekker glaasje kwam
toen het gesprek zo terloops op
het reilen en zeilen van het be
drijfje van de gulle gastheer. Al
lemaal leuk en gezellig dus,
maar twee weken later viel er
bij de gastheer wel een nota in
de bus. Van die vriend de ac
countant. Tien mille. Voor "ad
viezen". Even betalen! En dat
moet nog gebeurd zijn ook.
Even de krant lezen in de zon: stadgenoot Willem Dijkstra
blijft zich op de hoogte houden van het nieuws van de dag.
't Kleine Krantsje fotografeerde hem voor zijn huis aan de
Oostergrachtswai, waar hij jaren lang z'n schoenmakerij
heeft gehad. Daar heeft hij nu nog volop de ruimte om zich
uit te leven in z'n grote hobby, het bouwen van miniatuur-
stoomcarrousels. Ook het bespelen van de accordeon heeft
heel zijn hart. Zo nu en dan kunnen we hem nog beluiste
ren in de binnenstad, soms op de Nieuwestad, vaker nog.
op het Ruiterskwartier, waar hij bij voorkeur een zonnig
plekje zoekt. Zeven en zestig is hij nu - ook bij hem is 't
jongste er alweer even af.
Precies vijf en twintig jaar gele
den kwam in de gemeenteraad
van Leeuwarden het uitbrei
dingsplan 't Aldlan ter sprake.
Wethouder Klaas Jan de Jong
hield toen een geestdriftig plei
dooi voor een bepaalde bevol
kingsgroep.
In het vuur van zijn betoog riep
hij uit: "Wij moeten ruimte ma
ken voor Jan-met-de-pet. Dat
kan als we nu in het Aldlan de
nodige eengezinswoningen
gaan bouwen. We moeten nu
los. Het plan is flexibel genoeg,
men kan kiezen uit zeven wo
ningtypes. En de flats? Ze zijn
op het zuiden gericht met een
machtig mooi uitzicht op Gou-
tum en omgeving."
Enkele dagen later verscheen
er in de Leeuwarder Courant
een ingezonden stuk van "Ie
mand, die respect heeft voor
Jan-met-de-pet", waarin deze
inzender meedeelde erg te zijn
geschokt door 's wethouders
uitdrukking Jan-met-de-pet.
Vragenderwijs gaf hij de wet
houder er van langs: "Zorgt
deze groep niet, dat wij elke
week tweemaal ons huisvuil bij
de stoep kunnen zetten en dat
«it netjes wordt opgeruimd?
/orden onze lekkages bij gas
en water niet vlug gerepareerd
door Jan-met-de-pet? Wanneer
bij sneeuw en gladde wegen de
auto's niet kunnen rijden, wie
springt er bij nacht uit zijn bed
om sneeuw te ruimen en zout
te strooien, zodat wethouder
De Jong er weer met zijn auto
door kan? Dat is alweer Jan-
met-de-pet, die dat karweitje
opknapt!"
"Wanneer ik iemand beledigd
heb, dan spijt me dat," rea
geerde wethouder De Jong op
dit emotionele schrijven in de
krant, "en ik zal dat woord ook
niet weer gebruiken, omdat ik
niemand wil kwetsen, maar het
ging mij er juist om duidelijk te
maken, dat het hier ging voor
het belang van de sociaal
Een overbekende stadgenote uit vroeger jaren, die iedereen kende,
maar van wie bij wijze van spreken niemand wist, hoe zij werkelijk
heette, was Sijtske Dijkstra, die altijd als Snorrewiets of Snorrewietske
werd aangeduid.
Wat was het nou eigenlijk dat deze Snorrewiets tot zo'n populaire en
veelbesproken verschijning in de stad heeft gemaakt? Waardoor
stond zij ontegenzeggelijk in de voorste rij van de stoet stadsfiguren,
die altijd en overal de publieke aandacht vroegen
Aan - om maar eens wat te noemen - openbaar drankmisbruik of
ander aanstootgevend en spraakmakend gedrag is zij zich bij ons
weten nooit te buiten gegaan en toch, toch was er iets, dat haar
anders, zo heel anders dan een ander deed zijn.
Kwam het misschien doordat er in de stad geen muzikale optocht kon
zijn of Snorrewiets marcheerde met krachtige passen mee, met daar
bij altijd zichtbaar in de hand de sleutel van het piepkleine woninkje
dat zij bewoonde
Sijtske Dijkstra was hier in 1890 geboren als het dochtertje van een
ongehuwde vrouw, die Wietske heette. In later jaren traden beide
dames hier als straatwiedster op, soms in gemeentedienst, soms in
opdracht van particulieren.
Tweemaal trouwde Snorrewiets, eerst met Petrus Wilhelm Bos, die
maar liefst negen en twintig jaar ouder was, daarna met de evenoude
Jacob Mink - beide huwelijken bleven kinderloos.
Straatwieden deed Snorrewiets op. haar oude dag niet meer, maar nu
maakte zij zich nog vaak verdienstelijk met het schillen van aardappe
len. "Mutte er nog eerpels skild wudde büfrouw?" werd in haar omge
ving een vaste kreet.
Na het overlijden van haar tweede man stortte er voor Snorrewiets
een wereld in. En zie, toen zou er ook nog een dag komen, waarop
zij-haar geboortestad verliet. En het was in Utrecht, dat zij in 1964
overleed.
(Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje)