'T KLEINE KRANTSJE
VREEMDE RECHTZAAK
IN OORLOGSJAREN
STA TES EN STINZEN
Oeroud nieuws uit de
Stads- en Dorpskroniek
van dr. G. A. Wumkes
UIT DE DOOS METSNIEPSNAREN
SCHOONHEID DIE VERLOREN GING
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 7
Dr. H. Gonggrijp te Leeuwarden publiceert in de Leeuwarder Cou
rant, dat de geruchten, die jarenlang aangaande hem geloopen
hebben als zou hij bij de verplaatsing der lijken van het Huis van
Oranje in de Groote Kerk aan menschonteerende en schandelijke
buitensporigheden aan de beenderen zich hebben schuldig ge
maakt, laster zijn; hij looft 100 ducaten uit aan dengene, die kan
aantonen dat hij bij dit voorval tegenwoordig is geweest. (1813)
W. Eekhoff, boekhandelaar en archivaris van Leeuwarden, oud
bijna 71 jaar, overleden. (1880)
Hessel Zelich van Ferth bij Neurenberg, also 't Hoff genoegsam
gebleecken is, dat de gevangen sijnde een Jood, tegen 't placcaat
d.d. 18 Nov. 1720 tegen de Joden, sonder wettig bescheijd in
deze provincie is gecomen, en daerenboven van een suspect
gedragh is bevonden, is 't dat 't Hoff denselven gebannen heeft
uyt Frieslandt, te ruymen de stad Leeuwarden binnen 's daags
sonneschyn, en 't Landt binnen den derden daghe. (1721)
Het diaconie-armhuis te Leeuwarden bijna geheel afgebrand.
(1794)
Chalon-Maffey laat in de schouwburg in het Fluiterskwartier te
Leeuwarden een persoon een luchtwandeling doen met de voeten
tegen het plafond en het hoofd naar beneden. "Hij houdt zich in
de lucht vast, evenals Mohamed onder het gewelf van de mos
kee". (1820)
De Friesche couranten hebben uitvoerige berichten omtrent den
zelfmoord van B. J. Korteweg en zijn vrouw Elize Baart. Zij waren
groote vereerders van Multatuli (1879).
Brand in de kantkraam van den Joodschen koopman Salomon de
Groot op de Sneeker kermis met verlies van f. 2000- aan kant
(1817).
Sytze Jimmes uit Lioessens buiten Leeuwarden aan een staak
gewurgd; daarna is zijn lichaam met een mes in de rechterhand
op een rad gesteld, omdat hij Maaike Douwes, met wie hij na
trouwbelofte als man woonde, de keel had uitgesneden (1707).
Hendrick Strick te Leeuwarden wenscht wegens ouderdom en
zwakheid zijn boeknegotie niet langer te continueeren en houdt
uitverkoop van zijn magazijn 1765).
Op de Leeuwarder kermis staat het Theatre Optique van P. F.
Pfeifer uit Amsterdam, waar alle natuurverschijnselen, zonsopgang
en ondergang, regenboog, nachtevening enz. vertoond worden
(1817).
Mr. P. J. Troelstra, die zich vestigt te Huizum, Schrans 362, wordt
als advokaat-prokureur beëdigd bij het Hof (1888).
Overleden te Leeuwarden: Gerrit van der Wielen, geboren 1767 te
Tietjerk, autodidact; wist zich op te werken tot den voornaamsten
bouwmeester der stad en bouwde als zoodanig de meest aanzien
lijke huizen, terwijl hij, door voor eigen rekening een concertzaal
en aanverwante lokalen te bouwen, in een erkende behoefte voor
zag. Van 1813 tot 1843 was hij stedelijk architect en droeg hij veel
bij tot verfraaiing der stad. Hij leidde de afgraving der wallen, den
bouw der kazerne, de aanleg der begraafplaats (1858).
Tijdens den bedestond in de Jacobijnerkerk te Leeuwarden ont
staat door het gerucht van brand een paniek, waarbij een menigte
van menschen onder den voet raken; vensters worden stukgesla
gen, velen worden van kleederen en sieraden beroofd en vier
personen komen om. Vinkeles maakt er een plaat van 1785).
Een boereplaats afgebrand in het zogenaamde Modderland bij
Leeuwarden, niettegenstaande de aangewende vlijt der brandspui
ten (1776).
Het eerste nummer der Saturdagse Leeuwarder courant verschijnt
bij Abr. Ferwerda, boekdrukker in de Peperstraat. Hij verzoekt
vooral bericht te doen van eenige nieuwe ontdekking in kunst of
wetenschap. Hij geeft een schets van Europa's politieken staat
(1752).
Inwijding der nieuwe Synagoge in de Sacramentstraat te Leeuwar
den in tegenwoordigheid van vele autoriteiten en predikanten. Om
den toevloed van menschen te beperken was de entrée gesteld
op een zilveren ducaton voor de Joodsche armen. Toen de heilige
boeken werden binnengebracht, hief de voorzanger Herman Levi
uit Zwolle vier psalmen aan, waarvan eenige zangers het slot
reciteerden. Terwijl men zevenmaal met de heilige Schriften
rondom het altaar ging, zong de gemeente zes psalmen. Toen
werd het formuliergebed voor de Overheid des lands uitgesproken.
Nadat de Schriften in de heilige kast waren geborgen, hield rabbi
Levi Mozes Sauel een redevoering, eerst in het Hebreeuws en
toen in het Nederlandsch. Daafna werd de plechtigheid met gebed
gesloten (1805).
Uit onze grote Doos met Sniepsnaren is deze week een
klein krantenknipsel te voorschijn gekomen van een merk
waardige rechtzaak uit waarschijnlijk het begin van de
Tweede Wereldoorlog, waar de betreffende zaak overigens
niets mee te maken had. Er blijkt uit het knipsel, dat er een
zekere ploegbaas H. S. van de Nederlandse Spoorwegen
voor de Kantonrechter terecht moest staan, notabene voor
het onbevoegd betreden van de spoorbaan!
De heer H. S., die officieel
Harm Scholtens heette en die
eerst in de Van Asbeckstraat en
later met vrouw en dochter Rika
in de Delistraat woonde," was
door een nijvere politieman be
trapt, toen hij heerlijk aan het
snoekvissen was in een sloot,
die langs de spoorlijn liep. Hij
bevond zich dus op dat moment
op grondgebied van de Neder
landse Spoorwegen.
DOOIE DIENDER
Maar dan wel met een hengel
als uitrusting en zonder de ge
bruikelijke spoorwegpet op z'n
hoofd. En omdat die dooie dien
der veronderstelde, dat de
ploegbaas-in-burger daar op dat
moment niet in opdracht of ten
behoeve van de Spoorwegen
stond, slingerde hij Harm op de
bon.
"Op dat baanvak tussen Leeu
warden en Hardegarijp mag ik
altijd zijn" betoogde de heer
Scholtens voor de kantonrech
ter, "ik ben daar altijd in dienst,
want ik ben er als ploegbaas
verantwoordelijk voor. En ik
moet er dus ook te allen tijde
toegang hebben".
Een hoofdopzichter van de
Spoorwegen, een zekere me
neer D. S. Geurtsen, trad naar
voren om precies hetzelfde te
zeggen: "Jazeker, de ploegbaas
heeft volgens het dienstregle
ment altijd het recht het baan
vak te betreden".
"Ook om er te snoekvissen?"
vroeg de Ambtenaar van het
Openbaar Ministerie verbaasd.
"Nou ja, nou nee" begon de
heer Geurtsen te hakkelen, "die
mogelijkheid is niet in de dienst
voorschriften opgenomen."
"En mag hij er op zondag ook
komen?" wilde de kantonrechter
weten. "Nou en of" reageerde
de chef van de verdachte gretig,
"dat hebben we zelfs graag,
want dan is er immers ook toe
zicht op het baanvak."
Waarop meneer de kantonrech
ter droog constateerde dat de
Nederlandse Spoorwegen het
personeel in dat geval veel
snoek en weinig visite waar
borgden.
AANGEHOUDEN
En toen vroeg de Ambtenaar
maar aanhouding van de zaak
voor onbepaalde tijd om een
nader onderzoek in deze kwes
tie in te stellen.
Maar hoe het daarna verder is
gegaan? Helaas, helaas, we
weten het niet, want dat komt
misschien op een ander knipsel
voor. Hebben we geluk, dan be
vindt zich dat ook nog ergens
onder in de Doos met Sniep
snaren en, wie weet, halen we
ook dat nog eens omhoog.
Je mutte nooit segge, dat je
één kenne, voor je een erfenis
met hem deeld hewwe.
Mm
:v>;vuv:
Deersum: Harsta State