EEN BIJNAAM HAD JE VROEGERZOMAAR 'T KLEINE KRANTSJE II liiiif De twintigste eeuw in ons Leeuwarden VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 25 Het geven van bijnamen mag in vroeger jaren een gewoonte zijn geweest, die meer in zwang was dan tegenwoordig, ook nu worden er aan bepaal de mensen nog wel scheldna men gegeven. De wijze, waar op deze bij- of scheldnamen ontstonden of ontstaan, is soms wel heel merkwaardig. Er heeft weleer in Leeuwarden een notaris geleefd, die klein van stuk en zeer mismaakt was. Ook hij had een bijnaam, maar die dankte hij niet aan zijn fysieke handicap. Nee, deze notaris werd algemeen De Dokkumer Inktpot genoemd. En waarom dan wel? Nu, ooit leidde de notaris een verkoping in Dokkum en toen moet zijn kleine gestalte voor het publiek in de zaal nauwe lijks zichtbaar zijn geweest, om dat er voor hem een inktpot op de tafel stond. 'Doe die inktpot wat opzij, wij kunnen de notaris niet zien', werd er toen geroe pen. En warempel, van dat mo ment af werd de notaris zelden meer met zijn eigen naam ge noemd - voortaan was het De Dokkumer Inktpot en zo bleef het ook. Het was niet alleen de-man- van-de-straat die in vroeger ja ren in veel gevallen van een bijnaam werd voorzien. Ook notabelen en andere figuren uit 'de betere kringen' gingen door het leven onder aanduidingen, die met hun werkelijke naam niets te maken hadden, maar die de volksmond hen op een bepaald moment had gegeven. Ooit is er hier een eerzame burgemeester geweest, die Dirk Zeper heette. De heer Zeper was een bekend zakenman - hij exploiteerde een zeepziede- rij; vandaar dus ook de toepas selijke geslachtsnaam, die hij droeg. Hij was raadslid en wet houder voor hij in 1865 voorzit ter werd van de gemeenteraad. Toen was het dus 'Burgemees ter Zeper' tot hij op de onzalige gedachte kwam om terwille van de houtopbrengst de mooie kastanjebomen aan de Span jaardslaan om te hakken. Dat plan stuitte op een grote weer zin van de Leeuwarder bevol king en haar protest kwam nog het mooist tot uiting in de bij naam, die deze burgervader prompt kreeg. 'Durk Hak' noemden de men sen hem nu en zelfs in de tien jaar, dat die meneer Zeper nog leefde na zijn eervol ontslag in 1871 bleven de echte Leewad- ders hem aanduiden als Durk Hak: 'Must nou es kieke, der komt Durk Hak oek an, die kwiebus su de bomen vanne Spanjerdslaan so gau even omhakke Een andere burgemeester van Leeuwarden, nog niet zo heel lang geleden overleden, was de heer mr. A. A. M. van der Meulen, een nogal stijle figuur en bepaald geen type om er een gezellig een borreltje mee te gaan drinken. Burgemeester Van der Meulen, eerder advocaat en procureur en net als Dirk Zeper raadslid en wethouder, was de zoon van een strijdbare geheelont houder en net als papa zal ook hij wel nooit een druppel alco hol hebben geproefd. En ook voor hem hebben de Leewad- ders indertijd een passende bij naam bedacht. 'Piet Spuitwater' noemden ze hem M£f ji^S Ij^Sl In een tijd, toen er bij wijze van spreken in elke straat in de stad nog wel een of meer sigarenzaken te vinden waren, behoorde het Sigarenmagazijn van de Gebroeders Schier- beek zeker tot de bekendste en drukst beklante van al deze bedrijven in dit genre. Oorspronkelijk zaten de broers op de hoek van de Wirdumerdijk en de (nog smalle) Peperstraat, waar zij deze speciaalzaak in 1873 vestigden. Chef in de winkel werd later Gerrit Jan Steenbergen, die de onderneming in 1902 overnam. Zes jaar later verhuisde hij naar de Kelders bij de Brol, waar de Leeuwarders niet alleen hun rookartikelen, maar ook lectuur en snoep konden kopen en waar ook al met lotto- en totoformulieren werd gewerkt. In 1952 nam zoon Jan Steenbergen de zaak van zijn vader over en ook hij werd, net ais papa, door veel van zijn klanten als "meneer Schierbeek" aangesproken. Eind 1981, na honderd en acht jaar dus, kwam er een eind aan het bestaan van deze zo bekende zaak, die eigenlijk officieel "Het Wapen van Leeuwarden" heette. En dat wapen is nog boven de deur te zien. (Foto: Fenno Schoustra) Het jammerlijke einde van een tijdperk: de Stalhouderij van Poels- ma aan de Spanjaardslaan verkoopt haar laatste koetsjes. De tijd van de paardentractie is vrijwel voorbij - voor het vervoeren van bruidsparen en stoffelijke overschotten wordt voortaan alleen nog van auto's gebruik gemaakt. Een van de koetsjes, die nu definitief de deur uitgaan, wordt aangekocht door een ploeg Leeuwarder journalisten. Zij betalen er niet meer dan vijf en vijftig gulden voor. Het voertuig zal als "Journalistenkoets" een zekere bekendheid krijgen. (1955) Er worden in dezelfde maand twee voetbalclubs opgericht, die beide een lang leven beschoren zijn. Het zijn de voetbalvereniging Nicator en de voetbalvereniging Rood Geel (1921) In het Friso Bioscoop Theater aan de Nieuwestad wordt "een prachtige kunstfilm" vertoond: "De laatste dagen in Pompéi". Het is, volgens de advertenties in de krant, "ontegenzeggelijk de meesterlijkste film van alle tot heden verschenen bioscopische werken". De entreeprijzen zijn dan ook een weinig verhoogd en variëren van dertig tot vijf en zeventig cent. Daarvoor krijgen de bezoekers te zien "vijf afdeelingen met overweldigende prachttafe- reelen, o.a. Paniek in den Circus, 10.000 vluchtelingen, De Zwaardvechters, De Uitbarsting van den Vesuvius en Ondergang van Pompéi' '(1913) Hardnekkige geruchten spreken van een belangrijke vondst bij het bouwen van de nieuwe brug over de Oostergracht tussen de Nieuwe Oosterstraat en de Wijbrand de Geeststraat. Er zouden heel wat antieke gouden en zilveren geboorte- en andere lepels zijn gevonden. De verhalen zijn waarschijnlijk erg aangedikt. Wel zeker is het, dat een van de gravers een zilveren lepeltje en een oorijzer gevonden heeft. (1924) De adjudant H. Gol is precies vijf en twintig jaar in dienst van de gemeentepolitie. "De Heer Gol heeft zich steeds doen kennen als een zeer bekwaam politieman, wiens optreden hem de sympathie van alle lagen der bevolking bezorgde.(1949) Na twaalf jaar kan er eindelijk weer eens een Elfstedentocht ge houden worden. Helaas wel bij zware vorst en bitter koud weer. De strijd van de wedstrijdrijders levert een grote verrassing op. Want het is een volstrekte outsider, die winnaar wordt, na eerst wel een half uur achterstand op de koplopers te hebben gehad. Zijn naam komt plotseling van ieders lippen: Karst Leemburg uit Leeuwarden. De triomfator is nog een oudje ook. Hij is al negen en dertig en dat wordt nu nog als een ouwe veteraan beschouwd. (1929) De minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Mr. Maarten Vrolijk, opent het zwembad De Kleine Wielen. Het bad zal zeker in een behoefte voorzien, nu de oude baden van de Grote en Kleine Wielen buiten gebruik zijn gesteld. (1965) De eerste betonbouw in Leeuwarden: de architect Hero Feddema ontwerpt voor de firma Jellema, die kruidenierswinkels exploiteert aan de Voorstreek en op de Nieuwestad, een "wolkenkrabber". Het pakhuis wordt gebouwd aan de Nieuweburen, dicht bij de Dubbele Pijp. (1911) Op een boelgoed van oud oorlogstuig in Groningen koopt de melksalonhouder F. Kimp van de Nieuwestad een voormalige Duitse legerauto van het merk Opel. Hij laat de auto opknappen en inrichten als autobus. Dan sticht hij de Leeuwarder Auto Bus onderneming en zo gaat de eerste autobus op de Friese wegen rijden. De eerste lijn is die van het station naar het Tolhuis aan de Groningerstraatweg - deze rit kost vijftig cent per persoon. (1921) In het gebouw van de Middenstands Bank aan de Langemarkt- straat zijn drie man bezig een zware brandkast te verplaatsen. Plotseling bezwijkt de marmeren vloer, waardoor de kast kantelt en een van de mannen bekneld raakt onder de zware last. Het is de vier en vijftig jarige H. Zondervan uit de Groeneweg, die de volgende dag aan zijn verwondingen bezwijkt. (1933) Afscheid als burgemeester van Jhr. Mr. J. M. van Beijma. Hij leidde de gemeente Leeuwarden van 1918 af. Zijn opvolger is "de foute" Mr. J. W. Schönhard - hij staat aan de kant van de Duitse bezetters. (1943) Op de leeftijd van twee en zeventig jaar overlijdt de heer Teunis van Dijck, die als leedaanzegger zeer bekend was in de stad. Veel stadgenoten kenden hem niet bij naam, maar noemden hem "Tien voor twee". Dat sloeg op de stand van zijn opvallend grote voeten, die altijd deze tijd aanwezen. 1952) De Leeuwarders zullen er op dit moment niets van merken, maar het gebeurt dan toch maar: in Vincennes wordt de door de Fran sen ter dood veroordeelde Mata Hari gefusilleerd. Mata Hari was de artistennaam van Margaretha Geertruida Zelle, de dochter van de Leeuwarderpettenkoopman Adam Zelle. (1917) VvsttTGsj Li" J

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 25