TKLEIHE KKAHTSJE ABONNEES DIE VOOR ONS BERICHTTEN Uit grootmoeders ansichtenalbum VERDACHTE HERBERGBRAND Leent» arden GOUDENHUUSKE VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 9 (Vervolg van pag. 7) Nimmer vergat hij daarbij de herinnering aan het kleine en gemoedelijke Leeuwarden van zijn jeugd en de doorwrochte verhalen, die hij daarover schreef, waren altijd de moeite waard om ze te lezen. TROUWE MEDEWERKER Een trouwe medewerker aan 't Kleine Krantsje in de tachti ger jaren werd de heer W. H. Kuipers, oud-journalist bij onder andere Het Vrije Volk en de Leeuwarder Courant en oud Hoofd van de Gemeentelijke Voorlichtingsdienst. Zijn wieg had wel niet in Leeu warden gestaan, maar zijn ban den met onze stad waren wel zo sterk, dat hij zich, schrijvend voor 't Kleine Krantsje, hele maal kon uitleven. In 1965 was hij een van de auters van het boek "Leeuwarden 1945 - 1965" en later verzorgde hij de uitgave "Leeuwarden 1965 - 1980". De laatste bijdragen van Wie- bren Hendrik Kuipers in ons blad betroffen een serie artike len onder de kop "Leeuwarden, een eeuw geleden" en een aantal kleinere bijdragen "Leeuwarden 100 jaar gele den". De heer Kuipers overleed in 1988, toen hij negenenzestig was - tot dat moment bleef hij in de pen klimmen om van zijn belangstelling voor alle wel en wee in Leeuwarden te getui gen. Ettelijke malen, vooral in de laatste jaren, hebben de lezers van onze krant ook de naam van de heer Jelle Foppema ontmoet. De heer Foppema, vroeger bedrijfsfotograaf bij het Provinciaal Electriciteits Bedrijf, heeft ons met heel veel mooie foto's verblijd en leverde zo nu en dan ook frappante tekenin gen van het oude Leeuwarden. Zijn laatste bijdragen betroffen typerende opnamen voor de ru briek "Leeuwarden, zo was het - zo werd het", waarbij hij van bepaalde punten in de stad de situatie van vroeger stelde te genover de toestand van nu en waarbij hij zelf ook de toelich tingen schreef. Jelle Foppema is vierenzeventig jaar geworden - hij overleed in juni van het vorige jaar. Konden wij alle nu genoemden als min of meer vaste mede werkers beschouwen, er zijn ook abonnees geweest, die ooit opvallende series schreven en die intussen eveneens van ons zijn heengegaan. Zo denken wij nu ook weemoe dig terug aan de heer S. J. Strijkstra, die een reeks artike len over de vroegere Houtstra ten schreef en aan drs. C. N. de Boer, die voor 't Kleine Krantsje de geschiedenis van het zwembad De Groote Wie len in een serie verhalen heeft vastgelegd. En dan moeten we nu ook ze ker noemen de verhalen van Dr. J. S. Brouwer over het vroegere Stedelijk Gymnasium en de epistels van de heer G. T. van Kampen, die breedvoe rig herinneringen ophaalde aan zijn jeugdjaren in onze goede stad. En wel heel groot is vanzelf sprekend het aantal meeleven- Drie abonnees, die ook heel veel voor 't Kleine Krantsje schreven: van links naar rechts Henk Rijpkema, alias Amekpyr, S. K. Kalverboer en Bart van der Weerdt. den van 't Kleine Krantsje, die ooit door het insturen van inge zonden stukken blijk van hun belangstelling gaven en die er nu heiaas ook al niet meer zijn. Op de hoek van de Wirdumer- dijk en de toen nog smalle Pe perstraat heeft in vroeger eeu wen een grote herberg gestaan, De Keizerskroon. Die zaak werd op de avond van de dertiende december zeventien honderdtweeënvijftig, precies om twaalf uur, bezocht door een onbekende gast, die opval lend weinig te vertellen had. Maar toen hij op het punt stond af te rekenen, deed hij een wel heel onheilspellende uitspraak. Over een jaar na heden op ditzelfde uur, zult gij zo vrolijk niet bij elkander zitten," zei hij tot de kastelein en de anderen rond de stamtafel. De voorspelling zou woordelijk uitkomen, want op de dertiende december zeventiendrieënvijf tig, 's nachts om twaalf uur, brandde Keizerskroon tot de grond toe af! De oorzaak van deze grote brand is nooit be kend geworden en ook de on heilsprofeet bleef onbekend - niemand heeft de mysterieuze man met zijn ernstige uiterlijk ooit teruggezien. TWEE EEUWEN Het zou bijna twee eeuwen du ren voor er weer een horecabe drijf in Leeuwarden getroffen werd door een brand. In mei negentienvijfendertig ging het café Oud Tolhuis aan de Gro ningerstraatweg goeddeels in vlammen op. En vier jaar later, december negenendertig, ging de gehele bovenverdieping van het Café Blauwhuis aan de Hoekstersingel door brand ver loren. Erg opvallend waren daarna de SSieuwestad. Dat Van der Velde deze prentbriefkaart uit Grootmoeders Ansichtenalbum heeft uitgegeven hoeft geen verba zing te wekken, want de "Boek- en Kunsthandel" van deze uitgever staat immers zelf zeer nadrukkelijk op deze plaat. In een uitvoering, zoals we die nu niet kennen, want het pand is intussen enkele malen verbouwd. De afbeelding dateert van voor 1905 en in dat jaar is de kaart van hier door een ons onbekende 'Jelte' naar Heerenveen verstuurd. De speelgoedzaak van Van Gelder en Van der Meuten, naast Van der Velde, is er al lang niet meer en het andere hoekpand van de Oude Doelesteeg heeft intussen ook al (verschillende) andere bewoners gekend. branden in verschillende barbe- drijven in de zeventiger jaren: november zeventig Bar The Five Pennies in de Doelestraat, mei vierenzeventig de bars Barbarella en Kicky in de Grote Hoogstraat, februari zesenze ventig Bar Q, ook in de Grote Hoogstraat en november ach tenzeventig de bar op de hoek van de Bagijnestraat en de Nieuwesteeg, die ook The Five Pennies heette. Waar nu, tussen de Bleeklaan en de Bote van Bolswertstraat, een kleine verkeersrotonde ligt, stond in vroeger jaren een woning, die door de Leeuwar ders Het Gouden Huuske werd genoemd. De woning bevond zich aan het Zuidvliet, dicht bij de waterkant. Er werd - altijd nogal geheim zinnig - van verteld, dat er ooit een zekere Sybren Bosch had gewoond, een figuur, die ook wel als Sybren Moskou werd aangeduid. Sybren Bosch zou, volgens de verhalen, in de Franse tijd in Rusland hebben gevochten en hij zou met het Napoleontische leger in Mos kou zijn geweest. Toen Sybren Bosch na dat gro te avontuur in Leeuwarden te rugkeerde was hij plotseling schat- en schatrijk en hoe dat nou precies zat wist natuurlijk geen mens. Maar van dat mo ment af werd zijn woning aan het Zuidvliet Het Gouden Huus ke genoemd. Het Gouden Huuske, dat tot het erf van het naastliggende pand maar een kleine ruimte openliet, werd gesloopt, toen men hier over het water van het Vliet een nieuwe betonbrug bouwde, de Camminghabrug. Daardoor kon er ook een veel betere verbinding ontstaan tus sen de Bleeklaan en de Bote van Bolswertstraat. Wie nu, zwervend in deze buurt van het Vliet, aan passanten vraagt waar precies Het Gou den Huuske heeft gestaan, zal wel geen bevredigend ant woord krijgen - alleen de aller- oudsten onder ons hebben het nog gekend en van die steen rijk geworden Sybren Bosch zal ook geen mens ooit hebben gehoord.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 9