'T KLEINE KRANTSJE Oeroud nieuws uit de Stads- en Dorpskroniek van dr. G. A. Wumkes 'N TRIEST TRANSPORT VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 11 In de Westerkerk te Leeuwarden wordt bijgezet het lijk der weduwe van Dr. Huber, die f 80.000- aan het Stadsweeshuis aldaar vermaakte, dat in zeer armelij- ken toestand verkeerde 1749). In het Stadsweeshuis een gedenkzuil opgericht met het opschrift: "Jacobus Martinus Baljée, oud Raad van Ned. Indië, weldoener van dit gesticht, geb. te Leeu warden 9 Sept. 1752, verpleegd in dit huis 19 Juli 1762 - 29 April 1752, overt te Batavia 18 Febr. 1832. Hulde aan godsvrucht en menschlievendheid. Uit dankbaarheid opgericht 1 Sépt. 1835. Gedukt bij A. Jeltema te Leeuwarden: "Het vermaak der slagterij, in de platte Leeuwarder taal door een geboren inwoner dier stad onder den naam van Pieter Weltevreden, twee stuivers 1768). F. Buchsieb, jager van A. Hoogh. op 'f Bildt, maakt bekend, dat bij hem een witharige windhond is, ver zoekt de eigenaar wien de hond toebehoort om die tegen 8 Juni af te halen, dat anders de hond zal worden doodgeschoten (1780). Alzoo zommige eeven kwaadaardig als ongegront heb ben een gerugt verspreid, dat de goederen uit de boedel van den heer Emminga tot Goutum afkomstig en aan Mevr. Laigieur gedevolteert, met fideicommis zouden zijn bezwaart, zoo is 't dat de hr. M. H. van Harinxma thoe Heeg, resideerende op de Hemmer- keen (Hemrikein) te Warga belooft 100 ducaten aan diegeen, die zulks van eenig stuk goed bovengedagt zal komen te bewijzen 1767). In de schouwburg te Leeuwarden gegeven ter benifi- cie van den heer Richter: "Scherts en Ernst; groot muzijkaal dramatisch quodlibet in drie bedrijven, mu- zijk van verscheidene voorname componisten (1823). J. Darmes uit Parijs, woonachtig in de Groote Kerk straat te Leeuwarden geeft onderwijs en zang, Spaan- sche en Engelsche guitaar en de Vlagoolet (1811). Hardrijderij op schaatsen te Sneek om een gouden horloge en een zilveren tabaksdoos. Een halve com pagnie gewapende burgers zetten aan dit winterfeest op de stadsgracht luister bij en leiden de winnaars Atse Geerts van Terzooi en Sybren Hyltjes van Deer- sum in triomf door de stad naar de Witte Arend, waar de prijsuitdeeling plaats heeft (1809). Verschenen te Leeuwarden Alegunda liberi, huisvrouw van dominee A. Alberthoma: "Verademingen eener vermoeide ziele in de woestijne dezer wereld 1736). De Leeuwarder Gymnastiekvereenigingen Bato, Frie- drich Ludwig Jahn en Claudius Civilis houden een gemeenschappelijke samenkomst in de Prinsentuin (1881). Verschenen bij J. Ennema te Franeker: "Rouwklachte over het afsterven van Johanne Hempenius, wegge rukt van haaren echtgenoot, Paulus Ennema door Mattheus Smit 1732). Casper Abrahams Berke te Leeuwarden, zich schuldig gemaakt hebbende aan de zonde van Sodomie, ver gezeld van zoodanige omstandigheden, waarvan een bloot gedenken zelfs den mesch doet schrikken, is buiten de stad aan een staak geworgd en daarna in het vuur gesmeten en totasch verbrand 1730). Op 24 januari 1941 kreeg ik, als chauffeur van een ambulan ceauto in Leeuwarden, de op dracht om een uitermate vreemd transport te onderne men en wel naar Duisburg in Duitsland. Een jongeman uit Huizum-Dorp werkte daar op een fabriek. Als dwangarbeider was hij door de Duitsers te werkgesteld Na verloop van tijd werd hij zeer ernstig ziek met weinig hoop op herstel. Het was zo erg, dat zijn ouders het verzoek kregen om hem nog eens te bezoeken - een kans om te overleven was er volgens de artsen eigenlijk niet. De ouders reisden af naar Duisburg, maar toen zij daar kwamen zeiden de artsen, dat hun zoon weer herstellend was en dat zij gerustgesteld weer naar huis konden gaan. Twee dagen nadien kregen zij een telegram, dat hun zoon toch overleden was De gestorven jongeman moest naar Leeuwarden worden ver voerd en de Firma De Vrij kreeg de opdracht om met de ambulancewagen het transport te verzorgen. Dat mocht van de Duitsers niet met een lijkwagen gebeuren. Het was een raadsel waarom dat niet mocht, maar misschien was het wel veiliger, omdat een ambulance niet zo gauw onder vuur zou komen te liggen, als een zwarte lijkwagen. De bran card en houder moesten uit de wagen verwijderd worden om plaats te maken voor de dood kist. De broer van de overleden jon geman en een vriend, die op dezelfde fabriek werkte in Duis burg en die met verlof in Ne derland was, reisden mee. Normaal neem je die kant uit de route via Arnhem, maar de Duitsers stonden dit niet toe en gaven de raad om via Gronin gen te rijden, bij Nieuweschans de grens naar Duitsland te ne men en dan de route te volgen langs Laten en Meppen naar Duisburg. De reis verliep allerminst veilig. Onderweg kregen we met een dichte mist te maken, die uren duurde. Het gevolg was dat we niet sneller opschoten dan zo'n vijf en twintig kilometer in een uur. Uiteindelijk kwamen we 's nachts om vier uur in Duisburg aan. Daar overnachtten we in het kosthuis van de jongeman. Om twaalf uur reisden we weer af naar Leeuwarden. Onderweg merkte ik tot mijn schrik, dat het benzinepeil in mijn wagen zeer laag stond. Maar gelukkig was een pomphouder zo vrien delijk om wat benzine te geven. En in Nieuweschans kon ik weer bijtanken. 's Avonds om half twaalf arri veerde ik in Huizum Dorp, waar ik de lijkkist kon afleveren bij het Huizumer Hervormde kerk je. Net op die dag, 25 januari, kon ik mijn vrouw nog felicite ren met haarveijaardag. Dat was het einde van een triest transport, dat me altijd is bijgebleven. Jazeker, echte ouwe Leewadders, dit is inderdaad de heer Van der Craats, gefotografeerd met zijn vrouw ter gelegen heid van zijn tachtigste verjaardag. De heer Van der Craats was in een grijs verleden directeur van het gerenommeerde onderwijsinstituut Poutsma in de Weerd. Zijn dankbare oud leerlingen verrasten hem met deze smakelijke mand, toen hij de tachtig bereikte. Initiatiefnemer van deze gewaardeer de hulde was de heer Sybe S. Sevenster, de latere direc teur van Zoffmann 's Laboratorium aan de Merodestraat. Leeuwarden A. Bons Op de negentiende december zestienhonderd zes en zeventig binden vier stoere kerels uit Koog aan de Zaan de schaat sen onder voor het maken van een fikse tocht. Het zijn May- nert Arent, Jacob Blau, Jacob Buur en Claes Aris Caeskoper, welke laatste besluit hun erva ringen op deze dag op papier te zetten. Zo noteert hij dat ze vertrekken "de clock 's morgens vier uur in heldere maneschijn" en dat ze eerst naar Haarlem rijden. Van daar gaat het naar Amsterdam en dan via Weesp en Naarden naar Muiden. Vervolgens gaat de reis via Pampus, Monnikendam en Edam naar Purmerend. "Van- daer op de Ouwendijck, daer wij de eerste mael playsterde, synde omtrent de clock een uur". Verder voert de tocht de mannen langs Enkhuizen en Medemblik naar Alkmaar, waar nog eens wordt gerust en waar het ook "begoste snouwen." Tenslotte rijdt Claes Aris Caes koper met zijn kameraden naar Koog aan de Zaan terug. Daar arriveren zij gezond en wel "omtrent de clock half nege sa ves" en dan realiseren de man nen zich dat zij op één en de zelfde dag twaalf steden hebben bezocht. Alzo: een echte en onvervalste Twaalfstedentocht. Maar wel een historische, een eenmalige tocht, want van een herhaling van deze bijzondere schaats- prestatie zal de wereld nooit iets vernemen. Tweehonderd en veertien jaar na de monstertocht van die vier schaatscracks uit Koog aan de Zaan, op de twintigste decem ber achttienhonderd negentig, 's morgens om zeven uur, stapt in Leeuwarden de sportieve Willem J. H. Muiier uit Haarlem op de schaats om op deze dag alle elf steden van Friesland aan te doen. En vooral ook om de records te breken, die andere krachtpat sers eerder hebben bereikt. Want al zeker een honderd jaar is het voor sterke schaatsers een hele eer om in een zo kort mogelijke tijd alle Friese steden op één dag te bezoeken. Willem, in de wandeling Pim Muiier, in Witmarsum geboren als zoon van de burgemeester van Wonseradeel, is een uiter mate boeiende en veelzijdige fi guur, enorm vitaal en bruisend van energie, wereldreiziger, journalist, talenkenner en no vellist, begaafd schilder en te kenaar, verwoed kunstverza melaar, op en top sportman, voetballer en atleet, organisator en inspirator, oprichter van de eerste voetbalclub in Neder land, oprichter van de eerste Nederlandse tennisclub, oprich ter van de Nederlandse Voetbal Bond, organisator - en win naar! - van de eerste hardloop wedstrijd, importeur in Neder-' land van hockey en bandy, stimulator van de lichamelijke oefeningen op de scholen en van het georganiseerde wed- strijdkaatsen in Friesland. Bij dit alles is hij ook nog een verdienstelijk schaatser, die nu inderdaad een Elfstedentocht volbrengt in een tijd, die mis schien wel nooit iemand heeft gemaakt - zeker is dit niet, want niet iedereen maakt de toer langs de steden met het horloge in de hand. De tocht heeft Pim Muiier zo goed voldaan, dat hij op het idee komt er een georgani seerd evenement van te ma ken. En het is op zijn initiatief, dat de Friesche Ijsbond in ne gentien negen de eerste tocht uitschrijft. Er doen drie en twin tig rijders aan mee, van wie de theologisch student Minne Hoekstra uit Warga de wed strijd wint. Dat doet hij in bijna veertien uren - dertien uren en vijftig minuten om precies te zijn. Direct na deze eerste tocht wordt de Vereniging De Frie sche Elf Steden opgericht en onder leiding van deze organi satie zal het evenement uit groeien tot een nationaal sport gebeuren van de eerste orde.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 11