Jlet
'T KLEINE KRANTSJE
■WU4-
STERK ALS
'N GAZELLE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
(Vervolg van pag. 4)
deed belangeloos mee. Gewel
dig.
Het zingen met de kinderen
raakte wat in 't slop. Met de
kleintjes kon het wel, maar de
grote kinderen, dat lukte niet
meer. Zo timide als wij vroeger
waren, vergeet het maar. Dat
was een teken des tijds.
Meester Greben was in het be
gin Sint Nicolaas, hij bleef altijd
één bedrijf in de zaal en ging
dan weer meespelen in het
sprookje.
Gelukkig draait het sprookje nu
weer in een eenvoudiger uit
voering in de Zalen Schaaf,
maar de goeie ouwe tijd van de
Harmonie komt niet weer. He
laas.
Leeuwarden
Ali Talman-Rinsema
BOUWEWESTRA
Bouwe Westra - vanwege de
fraaie kleuren, waarmee hij zich
uitdoste werd hij ook wel 'de
Papegaai" genoemd. (Foto:
Fenno Schoustra)
Tot de prachtige figuren, die
vroeger woonden in het zoge
naamde IJsbaankwartier, be
hoorde ook de kleurrijke Bouwe
Westra, een aparte man.
Hij had altijd schitterend ge
kleurde truien aan, die iemand
voor hem maakte. Wij zeiden
dan wel "Westra heeft ook een
bliksemafleider op de rug".
Hij was een schuwe man - als
je 's avonds op straat kwam,
dan stond hij wel in de deur
opening, maar zodra hij je zag,
ging hij naar binnen.
De buurvrouwen hoorden hem
wel eens uit over vrouwen en
dergelijke, maar daar zei hij
nooit zoveel van.
Maar op een keer kwam hij bij
buurvrouw Van der Meulen bin
nen en vroeg hij of hij wel zo'n
mooie pioenroos uit de tuin
mocht hebben.
"Wat moet je daar mee, Wes
tra?" vroeg buurvrouw.
"Nou sjoch," zei Bouwe, "ik
heb een huwelijksadvertentie
geplaatst en nu zou ik een roos
in het knoopsgat doen om te
worden herkend."
Toen hebben de dames hem
een beetje gek gemaakt en
hem zover gekregen, dat hij in
plaats van de roos in 't knoops
gat de pioenroos op de klep
van zijn pet zou doen.
Dus Westra toog met de klep
half voor de ogen, omdat de
roos natuurlijk veel te zwaar
was, naar de plaats van be
stemming.
Later hoorden we, dat de
vrouw in kwestie er niet was
geweest - hij had haar tenmin
ste niet gezien. Nee, wat dacht
je...
Dokkum Anneke Rozema
Uw verhaal over de pioen
roos van Bouwe Westra
heeft ons buitengewoon ge
frappeerd. Het deed ons im
mers terugdenken aan een
van onze eigen jeugdzon
den! Het was niet een
vrouw, die reageerde op
Westra's "kennismakingsad
vertentie" in de krant,
maar... dat waren wij. Per
brief spraken wij af, dat hij,
om gemakkelijk te kunnen
worden herkend, een roos
op zijn pet zou doen en dat
deed hij dus ook. Nu, tien
tallen jaren' later, mogen wij
dus vernemen, hoe hij in
dertijd aan die roos is geko
men. Westra hield zich keu
rig aan de gemaakte
afspraak en stelde zich ge
ruime tijd met zijn fiets op
onder de kastanjeboom bij
de Hoeksterpoortsbrug.
Daar konden we hem prach
tig observeren vanuit ons
ouderlijk huis er pal tegen
over aan de Hoekstersingel.
Ja, ja, een schandelijke
kwajongensstreek, zegt u
dat wel...
Red. 't KI. Kr.
DE OUDE HARMONIE
Als zovelen heb ik ook herinne
ringen aan de oude Harmonie.
Een wil ik de lezers van 't Klei
ne Krantsje niet onthouden.
Het was in de winter van 1931
De grote zaal was omgetoverd
in een filmzaal, waar de film 'La
béte humaine' werd gedraaid -
'het dierlijke in de mens'.
Op school ging al gauw het ge
rucht, dat die film er een was
om beslist gezien te worden.
Het verhaal speelde zich af op
een Franse spoorlijn met enor
me locomotieven, die bestuurd
werden door stoere, gezwarte
witte mensen, die af en aan
vlogen.
In hun vrije tijd hadden deze
mecaniciens liefdesverhoudin
gen met vrouwen uit hun leef
omgeving. Er kwam een feest
op het doek en zowaar: er ver
scheen een poedelnaakte
dame in beeld! Voor die tijd, nu
bijna vijf en zestig jaar geleden
een totaal ondenkbare gewaar
wording.
Ondenkbaar was het ook, wat
onze leraar Frans ons advi
seerde. "Ga deze film bekijken"
zei deze jonge man, "het is
goed voor je Frans en voor je
verdere ontwikkeling
Leeuwarden W. D. Lijfering
BLEEKERSTRAAT 73
De jaren 30
Een arbeiderswoninkje met een
grondoppervlak van ca vijf bij
zes meter in een hofje van
acht. Onderdeel van een leven
dige volkswijk met honderden
equivalenten, ingeklemd tussen
Rengerspark en Dokkumer Ee
en tussen de Ijsbaan en de
Spanjaardslaan. Bij binnen
komst een gangetje, dat door
loopt tot de achterkant van de
woning. Het achtergedeelte be
nut als "keuken". Hierin bevindt
zich eveneens de trap naar de
zolder, waarvan, zeer vernuftig,
het ondergedeelte is opgeklapt
tegen de zijmuur.
De deur rechts leidt naar de
woonkamer. Hierin bevinden
zich twee bedsteden met de
provisiekast er tussenin. Vanuit
de schouw leidt een zwarte ka
chelpijp naar de hekjeskachel
midden in de kamer. Een hek
jeskachel is een "Salamander",
omkleed met een opengewerk
te mantel van gietijzer en aan
de voorkant twee deurtjes. Er
achter staat de turfbak met
baggelaars. Onder de schouw
de petroleumstellen.
Op de zolder, die bereikt kan
worden door de trap neer te la
ten en met het hoofd het valluik
op te tillen en daarna vast te
zetten, bevindt zich het "huus-
ke", het gemak met het tonne
tje, dat éénmaal per week
wordt verwisseld. Dus zuinigjes
aan en zo veel als mogelijk bui
tenshuis zien kwijt te raken
Er is stromend water, maar
geen afvoer. Dat moet d.m.v.
een emmer en het putje buiten.
Er is geen elektrische stroom,
maar wel gas, doch alleen voor
verlichting en dan eerst na een
lange schemerperiode. En al
leen in de woonkamer.
Het behang is betengeld, waar
door zo af en toe het getrippel
van een muisje hoorbaar is.
Hier woonden Opoe en Opa,
zeer trots op en gelukkig in hun
eigen bezit!
Het kleinkind van vier genoot
van de sfeer en de weldadige
rust die van het geheel uitgaat.
Ruikt nog heden de geur van
petroleum en turf. Het aroma
van de tabak uit Opa's pijp en
de zachte stand van het licht
gas. Ziet Opa, die klein van
stuk was, 's avonds de stoel
beklimmen en met de knie op
tafel de gaslamp aansteken.
Hoort nog zijn drift als de gas
meter alweer een munt be
hoeft. Hoort ook de runderlap
jes tevreden sudderen op het
petroleumstel onder de schouw
en ruikt de luchtjes van het
"vetpantsje". En voor het raam
staat de theepot op het thee
lichtje, met Opoe in de zorg
erachter, continue breiend.
De jaren 60
De hele wijk wordt gesloopt. Er
zal een groot stadskantoor ver
rijzen of een Belastingkantoor,
men weet het nog niet precies.
De jaren 90
Het werd een groot opgezette
autobaan: de Rengerslaan.
Met fietspaden, wandelwegen
en parkeerruimte.
Aan de zijkant verrees een Ho-
telschoot, een enorm Bejaar
denhuis en.o symboliek.
een fonkelnieuw Uitvaartcen
trum met Aula's en veel par
keerruimte.
En de gelukkige bewoners van
het bejaardenhuis kijken met
een nostalgische blik naar het
terrein van hun verleden en
met een gelaten blik naar het
gebouw van hun toekomst.
Observer
DESPOORWEGEN
Vaak fiets ik langs de Stations
weg en daar, direct naast de
spoorwegovergang, staan nog
steeds drie prachtige woningen
uit de twintiger jaren met een
typische bouwstijl, en behorend
tot de Spoorwegen. Kennelijk
staan deze woningen leeg,
wantje ziet er nooit een mens.
Oh wee, oh wee, als de sloper
deze woningen in de gaten
krijgt. Door deze huizen is de
sfeer van de vroegere N.S. nog
enigszins te ervaren. Dus
Leeuwarders, bezie ze nu het
nog kan.
Er hebben verantwoordelijke
spoorwegambtenaren gewoond
en hun plichtsgevoel en gezag
zorgden ervoor, dat "het gan-
sche raderwerk" nimmer stil
stond, zoals de kreet luidde
van de organisatie van de
Spoorwegstaking in 1904.
Leeuwarden W. D. Lijfering
DEHOUTPOLLE
Als jongens van het Oldegali-
leën zwommen wij altijd bij de
houtzaagmolen van Timmer
mans bij de Houtpolle; dat is,
waar we nu het gebouw van
pagina 7
De Terp kunnen vinden.
Daar had je toen nog een ha
ven, waarin de boomstammen
van Timmermans lagen. Wij
legden daar dan een grote
plank tussen en dat was dan
voor ons een duikplank, waar
we van afdoken.
Dan zwemmen naar de over
kant waar we van het beton-
bruggetje afdoken. Dat was
vlak bij de Cichoreifabriek.
's Winters kon je onder dat
bruggetje doorrijden en dan
kwam je langs de kwekerijen
achter de ijsbaan bij de Bleek-
erstraatuit.
Leeuwarden W. Kramer
Lammert de Vries - "Zo sterk
als een gazellerijwiel..." (Foto:
Fenno Schoustra)
De onlangs overleden dokter
Pasma stond bij zijn patiënten
in Leeuwarden bekend als een
humorvol man. Eens is het ge
beurd, dat de bekende Lam
mert de Vries van de Gazellerij
wielen zich niet erg lekker
voelde. Hij woonde toen al in
Nijlanstate, waar hij bezoek van
dokter Pasma kreeg.
Als contrólearts onderzocht
dokter Pasma deze patiënt en
hij keek hem daarna nogal
doordringend aan. Toen greep
hij hem met beide handen bij
de borst, schudde zijn patiënt
flink door elkaar en zei: "Dit is
net zo sterk als een Gazellefra
me - dat gaat nog wel even
mee!"
En... de dokter heeft gelijk ge
kregen! De heer De Vries be
reikte de gezegende leeftijd
van vier en negentig jaar!
"De hele middag hek al prebeerd met u in contact te kommen. Wat denkt u van een etentsje
morgenavend, nou het ies eindeluk broken is?"