LATER KWAM ZOWAAR IEDEREEN BIJ HENKIE BLANKSMA OVER DE VLOER 'T KLEINE KRANTSJE VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 9 (Vervolg van pag. 8) Een meisje hielp hij door het eindexamen van de Mavo heen ("Dat had ik absoluut aan hem te danken!"); ook een jonge man, die nu de doctorstitel voor zijn naam heeft staan, hielp hij als een volleerde leraar op de goede weg. Een grote attractie in Biank- sma's huis is lange tijd het schieten met zware windbuk sen geweest. Henkie zelf maakte er een eind aan, nadat een achterbuurvrouw op een haar na door het hoofd was ge schoten. Waar de man ook een hele aardigheid aan had was het klappen met zwepen, zoals we dat in circussen kunnen bewon deren. Zoals hij met het laten ontploffen van bommetjes en het afsteken van rotjes lawaai maakte in huis, zo liet hij ook de zwepen knallen, die hij bij zijn bezoeken aan de Manege achteroverdrukte. Heel veel heeft het bezit van (oude) auto's voor De Sterre kieker betekend. Hij kon er zijn vrijheid mee proeven om Leeu warden heen. De laatste wagen was een blauwe Opel ("Di's mien achttiende"), waarin hij - altijd langzaam rijdend! - ook veel jongens en meisjes liet meerijden. Werd hij, wat eigen lijk immer gebeurde, door zijn passagiers geplaagd ("Kan diz- ze auto niet hadder Henkie?") dan kon het geschieden, dat De Sterrekieker zomaar op de snelweg z'n passagiers op straat smeet om alleen z'n weg te vervolgen. Maar dan keerde hij later toch terug om, medelij dend, de kinderen, die zich te pletter liepen om thuis te ko men, met de auto op te halen. Frappant was het toch, dat Henkie Blanksma van het ene De begrafenis van Henkie Blanksma, alias De Sterrekieker, bijgewoond door veel van zijn vrienden, die tenslotte als een treffend eerbetoon vuurpijlen de lucht inschoten. (Foto: Fenno Schoustra) Het huis in de Marnixstraat, waarin de aanslag op Henkie Blanksma werd gepleegd. (Foto: Fenno Schoustra) op het andere moment van stemming kon veranderen. Zo was hij goed gemutst, zo had hij de pest in, of werd hij gede primeerd. Niet alleen op autorijden was Henkie Blanksma gek - ook had hij een z,wak voor de spoorwegen, waardoor hij dank zij vader's beroep werd gefasci neerd. Hij moet trouwens zelf ook nog een tijdje op de loco motief hebben gestaan. De aanduiding "De Sterrekieker" kunnen we ook terugvinden in de afdeling Spoorwegen van de lijst met meer dan duizend "Leeuwarder bijnamen", die wij ooit samenstelden. Dikwijls had hij er gewoon geen aardigheid aan om jongelui in huis te laten: "Nee jonges, nou niet, nou niet hoor!" Ook liet hij niet iedereen zomaar binnen. Twee gerenommeerde Leeu warder zwervers liet hij niet verder komen dan de voordeur, bang dat ze zouden blijven hangen, wanneer ze er een maal waren. Maar hij stuurde ze niet weg zonder de heren een aantal sinaasappels toe te stoppen. "DER UUT!" Soms gebeurde het, dat De Sterrekieker jongens de deur wees, die het al te bont hadden gemaakt ("Der uut, dou komst er nooit meer in"), maar de vol gende dag kon hij ze weer bin nenlaten met de tekst: "Nou kom mar, dou bist toch oek de slechtste niet". Vaak kwam het voor, dat Hen kie Blanksma z'n jonge vrien den wat geld gaf na duizend afwimpelingen: "Nee jong, dat kan niet, dat kan 'k niet doen, dat past mie niet!" Tenslotte kwam er dan toch een morsig jampotje met kleingeld te voor schijn, waaruit een rijksdaalder of een muntje van vijf werd op gevist. Het laat zich denken, dat der gelijke gasten later terugkwa men om weer zo'n donatie te kunnen incasseren. Hoe vaak dat is gebeurd, of en in hoever re de man daarbij onder druk is gezet, zal altijd een vraagteken blijven. Veelbetekenend waren zijn me dedelingen, dat hij ergens bij een bank een kluis had, waarin hij zijn geld bewaarde. Er was thuis, zo liet hij blijken, niets te halen, in weerwil van de hard nekkige geruchten, dat hij een half miljoen had geërfd en dat zijn moeder ooit op duizend plaatsen in het huis geld had verstopt. Dat Henkie Blanksma niet uit sluitend betrouwbaar volk in zijn huisje haalde, is tenslotte wel gebleken. En het is net of voorvoelde hij het tragische einde van zijn mysterieuze be staan met zijn voortdurende uit latingen over Magere Hein, die hij zozeer zei te vrezen Veertien jaar geleden werd het naastliggende pand in de Mar nixstraat door de heer en me vrouw C. P. Muizer aange kocht. Het jonge echtpaar kreeg de schrik van z'n leven, toen het er achterkwam, welke zonderlinge kwiebus er eigenlijk naast hen woonde. Zonder dat de onderlinge verhoudingen er voorgoed door kapot gingen, werden de Muizers toch voort durend geconfronteerd met de onplezierige gevolgen van Blanksma's uitzonderlijke leef wijze. Nu eens werden ze door dave rende knallen of onverklaarbaar gerommel of gestommel opge schrikt, dan weer verschenen er plotseling twaalf of vijftien jonge kerels voor de deur met brullende bromfietsen, maar met weinig begrip voor de noodzakelijke slaap van de kin deren. Aan de andere kant kon er best een beroep op de bizarre buur man worden gedaan om tijdens de vakanties en andere afwe zigheid op het leegstaande huis te passen. Ook gebeurde het eens, dat de heer Muizer 's nachts om drie uur z'n slaap werd ge schreeuwd, toen Henkie Blanksma plotseling twee of drie kwaadwillige indringers in zijn huis ontwaarde: "Chris! Chris! Help! Help! Dieven! In brekers!" Kortom, voor de Muizers bleek Henkie Blanksma gewoon een buurman uit duizenden. Het droeve einde van De Ster rekieker, die zo vaak had ver zekerd, dat zijn huisje alles was en dat hij daar zou sterven, on dergingen heel velen als een grote schok. De Sterrekieker, kort voor zijn dood door Arjen Kamminga ge fotografeerd. In de Aula aan de Rengerslaan en op de Noorderbegraafplaats bewezen een vijftigtal medele venden Henkie Blanksma de laatste eer. Terwijl een van de jonge kame raden in enkele woorden zijn gevoelens weergaf ("Henkie, eerst waren we bang voor jou, later werden we je grootste vrienden") nam een zeer geë motioneerde mevrouw Muizer afscheid van de zo veel ver wenste buurman, die zij toch niet zouden kunnen vergeten. VADER DADER En bij de open groeve trad de moedige vader van de jongste dader naar voren om eveneens van zijn medeleven te getuigen. Tenslotte lieten de vrienden van Henkie Blanksma, de on vergetelijke Sterrekieker, zeker handelend in de geest van de overledene, een aantal vuurpij len de lucht ingaan om zo op een zeldzame wijze afscheid te nemen van een zeldzame fi guur.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 9