'TKLEINE KRANTSJE.
Makelaardij
Bedrijfs-
makelaardij
voor Friesland
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 4
SEDERT ACHT JAAR HEEFT 'T KLEINE KRANTSJE
GEEN KANTOORUREN MEER. EVENTUEEL BEZOEK
AAN DE REDACTIE IS ALLEEN MOGELIJK NA TELEFO
NISCH OVERLEG: (058) 120302. CORRESPONDENTIE
M.B.T. DE REDACTIONELE INHOUD ALLEEN NAAR HET
ADRES VREDEMAN DE VRIESSTRAAT 1, 8921 BP LEEU
WARDEN.
Leeuwarden, Nieuweweg7-11
tel. 058-131215*
van de derde zorgen/Er klinkt
een schot door de straten/'k
Riep: "Daar zijn de yankee-sol-
daten/
Maar toen zagen wij/Het was
de verzetspartij/Zij hadden
Leeuwarden bezet/Dat gaf een
reuze pret/Om half één trokken
de Canadezen binnen/De men
sen wisten niet wat te bezin
nen/Maar toen gingen ze vlag
gen/En aan 't juichen en aan
't lachen/En we riepen: "Leve
de Canadezen"/Weg met het
moffewezen/Hoera.
OPGEPAKT
Vanuit ons huis aan Camstra-
buren hadden wij uitzicht op de
Noorderbrug en deze brug is in
de oorlog voor mij van zeer
groot belang geweest.
In de zomer van 1943 moest ik
naar Duitsland vertrekken om
daar als slavenarbeider te gaan
werken, hetgeen ik toen niet
heb gedaan. Ik werkte toen op
kantoor in Groningen en ten
slotte kwam er een dreigbrief
uit Den Bosch dat ik mij onmid
dellijk moest melden voor de
Arbeitseinsatz, daar anders an
dere maatregelen zouden wor
den getroffen.
Deze brief werd verzonden
naar mijn kantoor in Groningen
en het was dus niet meer ver
antwoord om hier te blijven
werken en ben in eerste instan
tie naar mijn ouders gegaan.
Na een paar dagen kwamen er
twee landwachters bij ons aan
de deur om mij op te halen.
Daar ik toevallig achter huis
was, hadden zij mij meteen ge-
(Vervolg op pag. 11)
De Duitsers bliezen het vliegveld op: zo lieten ze het achter.
"UNIE CLUB"
Het was in de laatste oorlogsja
ren dat ik met mijn ouders aan
het Werkmanslust woonde. Ik
moet ongeveer twaalf jaar zijn
geweest toen ik op bijgaande
foto kwam. Daarop staat jeugd
uit de omgeving van het Olde-
galileën. Een groep jongens
met houten geweertjes en hel
men op het hoofd. Naast de
groep loopt de commandant,
een Landstra. Zelf loop ik in het
midden, er iets bovenuit ste
kend door op mijn tenen te
staan. De helmen die we droe
gen waren oude "melktemsen"
die bij Cohen uit een oudijzer
praam waren gepikt. We liepen
door de Leliestraat toen een
bewoner een foto nam. Uitzon
derlijk, want fotomateriaal was
niet te krijgen.
Door de bezetter waren padvin
derij en andere clubs streng
verboden. Alleen de "Jeugd
storm", een onderdeel van de
N.S.B., werd gepropageerd.
Deze club was gestoken in
mooie uniformen met zwart-
oranje hoofddeksels en zij wa
ren uitgerust met trommels en
trompetten. Voor ons als jeugd
wel aantrekkelijk. Wij hadden
echter, ondanks onze leeftijd, al
gauw door dat die club ver
keerd was.
Het kantoor van de N.S.B. was
destijds gevestigd in een pand
op de Turfmarkt hoek Tuinen.
Aldaar zat toen ook de "Neder
lands Unie". Deze organisaties
bestreden elkaar aanvankelijk.
Wij als jeugd gingen er van uit
dat de "Unie" dus wel goed
zat. Vandaar, dat wij kozen
voor de "Unie-Club". Ook de
"Nederlandse Unie" bleek later
op het verkeerde paard te heb
ben gewed.
De "Jeugdstorm" marcheerde
vooral zaterdags door de volk
rijke wijken om propaganda te
maken. Toen zij op een zater
dag via de Kippeloop het Olde-
galieën in wilden marcheren
werden zij door onze "Unie-
Club" opgewacht en ontstond
er een vechtpartij. Enkele trom
mels sneuvelden daarbij. De
Leider van de "Jeugdstorm"
droeg een klein kaliber pistool
en hij joeg ons daarmee op de
vlucht. Wij verlieten de stad via
Snakkerburen en keerden pas
tegen de avond, via de "Mauer-
Muur" op de Groningerstraat
weg naar huis terug. Het avon
tuur liep nog goed af.
Mijn geheugen laat mij wel
eens in de steek, maar ande
ren weten misschien veel meer
te vertellen. Ik ben zeer be
nieuwd.
Leeuwarden
Hillebrand Feenstra
DOODGESCHOTEN
Nee, dat vergeet je nooit, die
oorlogstijd met de razzia's,
waarbij de huizen doorzocht
werden naar vaders of zoons.
Ik weet nog, dat er iemand uit
de Dekemastraat achterna
werd gezeten door de Duitsers.
Die man vloog bij Van der
Meer door het keukenraam, dat
grensde aan de achterkant van
de IJsbaan aan de Bleeker-
straat. Hij holde over het veld
om weg te komen, maar is toen
door een Duitser doodge
schoten. Dit heb ik als kind ge
zien.
Dokkum Anneke Rozema
De man, die hier als het zo
veelste slachtoffer van de
wrede Duitse bezetters het
leven verloor zal de veertig
jarige grondwerker S. Pie-
tersma zijn geweest. Hij was
ondergedoken en nam vlak
voor de bevrijding, op de
eerste april 1945, de benen,
toen hij vreesde te zullen
worden opgepakt. Het was
een lid van de beruchte Si-
cherheits Dienst, die de
vluchtende Pietersma dode
lijk trof.
Red.'t KI. Kr.
ZONDAG 15 APRIL 1945
's Morgens omstreeks vijf uur
werden we door mijn vader ge
wekt. "Er uit", riep hij "Duitse
soldaten achter huis!" Wij, va
der, moeder, zus en ik naar be
neden en hier hoorden we dat
er achter op de deur werd ge
slagen. Een Duitse soldaat riep
dat hij naar binnen wilde. Wij
bang de deur openen en er
dacht, want ze riep "doe dat
buiten, want ik heb net de bij
keuken gewit".
Dit is mij na al die jaren bijge
bleven. Maar er was geen
sprake van dat men een onge
wapende vijand ging neerschie
ten.
Ik zie het nog altijd voor mij,
de Duitser met de handen om
hoog werd weggebracht de
Azaleastraat uit en toen wisten
we het, wij waren vrij.
's Middags plusminus twaalf
uur kwamen de Canadezen
vanaf het Tolhuis de stad bin
nen en toen waren we echt be
vrijd!
Drachten Jan Otter
GEDICHTJE
De al vijf en twintig jaar gele
den overleden Tammie Noord
raven was twaalf jaar oud, toen
hij direct na de bevrijding van
ons land in de pen klom om
"Drie spannende dagen" in een
gedichtje vastte leggen.
Het is vrijdagmorgen/De dag
van de eerste zorgen/Om tien
klinkt een slag,/Op alle men
sengezichten schijnt een lach/
De moffen laten 't vliegveld
springen/En misschien ook nog
andere dingen,/Misschien ook
de centrale en postkantoor./De
moffen gaan er vast vandoor/
Het wordt midden van de dag/
De slagen volgen slag op
slag/'s Avonds zeggen de men
sen met een zucht:/'"t Springen
is van de lucht."
Het is zaterdagmorgen/De dag
van de tweede zorgen/Heel
Leeuwarden was aan 't hout
stelen/"Ga je mee naar 't vlieg
veld," klonk uit alle kelen/'s
Middags gingen de moffen op
de vlucht/Al het vuil was haast
van de lucht/'s Avonds om half
acht/Sloeg de Oldehove met
kracht/Het langverwachte
groot-alarm/Hoe de mensen
vlogen, 't was erbarm/En om
een uur of half tien/Je kon het
duidelijk zien.
Er was in de stad een brand/Ze
maakten het weeshuis van
kant/Toen lieten ze de telefoon
centrale springen/Onder 't Ge
rechtshof, die kringen
Het is zondagmorgen/De dag
voor stond een zeer jonge ge
wapende soldaat die nog ban
ger was dan wij.
Hij vertelde dat de Duitsers wa
ren vertrokken richting Afsluit
dijk en dat hij gewond was, wat
achteraf nogal bleek mee te
vallen.
Hij was gevlucht voor de 'parti
zanen', was via de schutting bij
ons terechtgekomen en wilde
zich verbergen tot de Canade
zen kwamen, die al dicht bij de
stad waren.
Dit wilden we niet, maar hij
dreigde ons gevangen te hou
den tot de Canadezen de stad
binnenkwamen. Na wat gepraat
werd er een afspraak gemaakt:
de wapens weg, dan mocht hij
blijven.
Toen hij zijn wapens ergens
had verstopt en weer terug
kwam, mocht hij ironisch ge
noeg op mijn eigen onderduik-
plaatsje waar ik diverse keren
tijdens razia's mij schuil had
gehouden.
Intussen was het lichter gewor
den en wij hoorden stemmen
en zagen wat vage figuren lo
pen. Weldra bleek, dat het de
"B.S. ondergrondse" was, die
waren aan het zoeken. Wij bo
ven het raam open en roepen
om aandacht te trekken.
Maar ja "ramen dicht - wegwe
zen" riepen ze, dus wij wach
ten tot het licht werd. Eindelijk
zagen we bekenden lopen, ge
wapend in blauwe overalls.
Weer roepen en weer wegwe
zen, want er werd gezocht naar
een gewapende soldaat, ja dat
was ons bekend.
Wij riepen dat de Duitse sol
daat bij ons was en dat hij on
gewapend was. De groep met
onder andere de heer Vrees
wijk, voorzitter Speeltuin Jong
Leven en de heer Frits Jansen,
voetballer, met nog zo'n vijf
man. Men haalde de Duitser
van zolder. Hij dacht dat hij ge
lijk werd doodgeschoten, wat
blijkbaar mijn moeder ook