'T KLEINE KRAHTSJE Jou VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN Leeuwarden: gedurende de winterperiode bezoekt een oude Leeuwarder met zijn vrouw de Harmonie. Oktober 1994: Wurttembergi- sche Philharmonie. Een pracht orkest met Noorse zangeres met liederen van Grieg. Volle zaal, goed verlicht toneel, geen versterkers, geen gekrijs, dus: plus. November 1994: Noord Neder lands Orkest, er een beetje slapjes bijzittend, een droeve dirigent, volle zaal, goede so list, vroeger naar huis, in de gangen duisternis alom, lift bij na niet te vinden, avond: plus min. November 1994: Rosenberg Trio. Hier hadden wij voile ver wachting van, gezien de t.v. optredens van dit trio plus so list. Solist ontbrak. Toneel slecht verlicht met veel rook, diende nergens voor; er was geen brand. Een buitengewoon muzikaal trio met een slecht verlicht podium, inclusief la- waai-machine, die elk gehoor- vermogen te boven ging, zeer jammer. Avond: min (lag niet aan de muzikanten), duistere gangen en spelonken. December 1994: Pim Jacobs met vrouw en klarinet en vibra foon. Rita was jarig, dus extra. Een kostelijke avond, goed ge vulde zaal, veel succes, lawaai- machine behoefde er m.i. niet bij. Avond: plus, toneel matig Verlicht, geen rook. Februari 1995: Jasperina de Jong, cabaretière, leuke avond, goed veel publiek. De minne zijde: veel te veel versterking, te veel licht op Jasperina en te weinig licht op een prachtig be geleidend orkest, dat af en toe door een voile in de duisternis verdween. Waarvoor men de sluier toepaste is mij niet duide lijk, zeer jammer, daardoor avond: plus-min. Maart 1995: Donetsk Philhar- monisch Orkest plus soliste. De topper van de winter. Zeer wei nig publiek. Schaamt u zich, Friese liefhebbers! Geen rook, geen rook, geen versterkers, die waren niet nodig. Avond: plus-plus. Duistere gangen. Leeuwarden Lijfering nog een dochter, Katrien. En deze Katrien bracht mij op herinneringen aan de eerste oorlogsjaren. Wij: Henk en ik, zijn vlak voor de oorlog in 1939 getrouwd. Arm, maar gelukkig. En toen begon al gauw de ellende. Henk werkte in de bouw en werd werkloos. We kregen 13 steun per week en woonden op een bovenhuis in de Diepen- brockstraat voor 4,75 huur. We kregen toen het idee om zelf wat te beginnen. Henk ont wierp wat houten "kunsf'voor- werpen, zoals lepeldoosjes, theekistje, pijpestanders, kaar senstanders, tassenbeugels en broches. We probeerden ze eerst te slijten aan winkels in Leeuwarden en later ging ik er met een koffer met spullen op uit naar Groningen, Sneek, Heerenveen, Meppel en zelfs Zwolle. Ondertussen was Henks broer Theunis ook werk loos geworden en die kwam bij ons werken op de slaapkamer. We moesten toen dus voor twee huishoudingen verdienen. De mannen zaagden, schuur den en ik lakte de boel en zorg de voor de verkoop. Mijn vriendin Riek Kamminga, nu mevr. Wortman gaf ons een tip over een handelsfirma, die wel broches wou afnemen. We gingen er op in en toen ging het in 't groot. Zo van 144 stuks tegelijk. We kochten grote pla ten multiplex. De broches wer den er uitgezaagd in verschil lende vormen en versierd door de multiplex schuin af te vijlen. We hadden uitgevonden, dat je, om de broches te bevesti gen veiligheidsspelden kon ge bruiken. Een gleufje zagen aan de achterkant van de broche, de kop van de veiligheidsspeld eraf en de speld ombuigen. Dan met de kant in het gleufje en met plaksel een rond stukje leer er op en het zat muurvast. Maar waar zoveel spelden van daan te halen? Wel, ik struinde alle winkels in Leeuwarden af en zo kregen we ze bij elkaar. In die tijd heeft Katrien de Boer voor ons geprobeerd de boel te verkopen. Het was een zeer enthousiast kind. Lang heeft het geloof ik niet geduurd. Het verdere verloop van de oorlog was voor ons zeer onaange naam, maar daar wil ik niet ver der over uitweiden. Nu nog een vraag. Leeft Ka trien de Boer nog? Waar is ze gebleven? We zijn erg be nieuwd. DR.ZAMENHOF Zoals altijd 't Kleine Krantsje met plezier gelezen. In het nummer van februari was het artikel over "De Sterrekieker" ontroerend. Alleen één opmer king: de Poolse oogarts, die Esperanto heeft gecreëerd, heette Dr. L. L. Zamenhof, met één f en niet met twee, zoals u schreef. Amstelveen Romana de Vries DE STERREKIEKER Met grote belangstelling heb ik het schokkende verhaal over de moord op "De Sterrekieker" in 't Kleine Krantsje gelezen. Hij kwam er in naar voren pre cies, zoals hij was. Ik kan me niet herinneren deze Henkie Blanksma anders dan moppe rend te hebben gezien - hij maakte inderdaad de indruk al tijd in opstand te zullen komen. Leeuwarden J. de Jong VANDECRAATS De heer Duintjer Tebbens, die reageerde op een foto in 't Klei ne Krantsje van de heer Van de Craats, moet ongeveer in dezelfde tijd als ik op het Leeu warder Gymnasium zijn ge weest en dat was in 1928. Ik herinner mij de heer Van de Craats ook als man van mid delbare leeftijd. Hij woonde meen ik in de Vredeman de Vriesstraat. Ik kwam er dage lijks langs en las het naam bordje. De naam kwam in Leeuwarden weinig voor. Ik was maar één jaar op het Stedelijk Gymnasium maar dat jaar zal ik nooit vergeten. De school maakte op mij een grote indruk. Ik was in mijn klasse de enige uit een arm gezin. Het Gymnasium was vrijwel uitslui tend de school voor de beter gesitueerden. Kinderen uit ar beidersgezinnen gingen niet naar de middelbare school en zeker niet naar het Gymnasi um. Mijn medeleerlingen, voor zover ik mij die nog herinner, waren kinderen van dominees, dokters, notarissen, advocaten en hogere ambtenaren. Gelukkig verstrekte de ge meente gratis boeken aan de leerlingen van wie de ouders die niet konden betalen. Alle boeken waren voorzien van grote stempels die de gemeen telijke eigendom nog eens be nadrukten. Ik was altijd bang dat mijn bankgenoot die stem pels zou zien. Ik probeerde ze dan ook zoveel mogelijk af te dekken. De gang van het overigens eenvoudige schoolgebouw had iets plechtigs, met links en rechts de borstbeelden van oude Griekse filosofen. Ik moest de school na het eer ste jaar verlaten, omdat er geen beurs beschikbaar was. Een jongen uit een arm gezin met veel kinderen, moest wat verdienen. Als ik aan de leerkrachten van het Gymnasium denk, gaan mijn gedachten toch in de eer ste plaats uit naar de lieftallige juffrouw Stelweg (de leraressen waren toen voor ons allemaal 'juffrouwen'). Mej. Stelweg gaf les in Griekse mythologie, niet zo'n belangrijk vak, maar zij wist er wat van te maken. Ze ging er echt voor zitten, met een veelbelovend lachje en een twinkeling in haar ogen. 'Nu zal ik jullie een mooie liefdesge schiedenis vertellen', want de goden en godinnen van de Olympus waren net mensen en niets menselijks was hen vreemd. Zij vertelde dat met zoveel smaak, dat wij aan haar lippen hingen. De jongens wa ren, geloof ik, allemaal verliefd op haar. Wij waren veertien jaar en hoe oud zou zij ge weest zijn? Vijfentwintig of der tig? De leraar Frans, de heer Bre- derode, staat mij ook nog goed voor de geest. Een statige slanke man met een snorretje. Alle jongens heetten bij hem 'monsieur', ik was dus 'mon sieur Fabèr'. Hij vertelde graag een mop, al was zijn voorraad niet erg groot. Zo herinner ik mij dat hij vertelde van een Leeuwarder die Parijs bezocht en er getuige van was dat een jongen in de Seine viel en dreigde te verdrinken. De Leeu warder trok resoluut zijn jas uit en wilde in 't water springen, maar een Fransman probeerde hem tegen te houden, luidkeels roepende: 'II est trop tard! II est trop tard' (het is te laat), waar op de Leeuwarder schreeuwde: 'het kan me niet verdommen of hij rood haar heeft, ik haal hem eruit.' Een bijzonder vriendelijke man was de tekenleraar Makkes van der Deijl. Enkele jaren geleden ontmoette ik toevallig zijn doch ter in Emmen, die dat bevestig de. 'Hij was ook een schat van een vader,'zei ze. De rector in mijn tijd was de kleine maar markante geleerde dr. P. J. Enk, later professor dr. P. J. Enk, want hij werd rector- magnificus aan de Groningse Universiteit. De leraar Latijn, dr. Wartena, volgde hem op als rector. Helaas is de heer War tena jong gestorven. Dr. Warte na woonde in het Droevendal in een groot oud huis. De tuin zag uit op de achterkant van de Kanselarij. Ik meende dat voor hem dr. Enk daar ook woonde. Het waren mensen die zich thuis voelden in het oude stadsgedeelte, al was Leeuwar den geen Rome en het Droe vendal niet de Via Appia. Toen ik mijn eerste loon ver diende bij de Friese Bank (twaalf gulden per maand) ont moette ik op 't postkantoor dr. Enk. Hij vond het maar niks dat ik daar aangetekende brieven met effecten moest afgeven. Alsof ik nog leerling aan zijn Gymnasium was, vroeg hij: 'Zeg de declinatie van "Rosa" nog eens op.' Dat is eigenlijk het 'aap, noot, mies' van het Latijn. Ik kreeg het niet helemaal meer voor elkaar. Meewarig zei hij: 'Jammer, jammer.' Haarlem K. Faber NU IN DE HARMONIE Ervaringen van het heden in OORLOGSWERK 't Kleine Krantsje is een fantas tisch "krantsje". Elke keer als het in de bus valt, wordt het bij ons met vreugde begroet. Er staan altijd, hetzij in de tekst of op foto's mensen in, die we ge kend hebben; soms heel erg goed, soms zijdelings. Omdat we zo vlak voor de her denking van de bevrijding staan, wil ik even stil staan bij een deel van onze oorlogsbele venissen. Dit vooral naar aanleiding van de stukjes over het vaandel van de Ver. van Spoor- en Tramwegpersoneel. Zoals mevr. Soiseth-Kooistra, mijn nicht uit Canada al schreef, was mevr. De Boer: Jantsje Groenewoud, een vriendin van mijn moeder. We kwamen er veel. Het was er altijd gezellig en Jantsje was een erg hartelij ke vrouw. Naast Klaasje was er Emmen Yps Boersma-Terpstra SPOORENTRAM Dat er nog zoveel reacties zijn binnen gekomen op de in 't Kleine Krantsje geplaatste foto van "Spoor en tram mensen" heeft mij blij verrast. Helaas was de ondertiteling bij de foto niet helemaal juist, want mijn moeder J. de Boer-Groene- woud was niet de maakster van de vlag, maar mevr. De Vries- v. Zoon, zoals we nu weten, en die door middel van haar zoon L. R. de Vries, de eer krijgt, die haar dubbel en dwars toekomst bij zo'n enorme prestatie. Verder hartelijk dank aan mevr. K. Soiseth-Kooistra (ik ken haar nog als meisje met zwart pony haar als medelid van het zang koor "Jong Excelsior" o.l.v. de heer Bron) voor de inlichtingen pagina 8 omtrent mijn familie in Canada. Helaas zijn de contacten na de dood van oom Siedz Groene woud verloren gegaan. Ook dank ik de heer J. J. de Jong voor de correctie, dat het niet de heer Stelpstra was, maar zijn vader, Jan de Jong. Ik weet nog goed dat de familie De Jong op de wachtpost bij de Lijempf woonde. De ouders van mijn in 1895 geboren vader woonden in de Fabriekssteeg. Ik denk dat de heer De Jong ook leerling was van school 13, waarvan ook niets meer over eind staat evenmin als van Tul penburg. Hartelijke dank voor alle inlich tingen en nog meer dank aan de heer Schoustra, die dit alles via het "Kleine Krantsje" moge lijk maakt en daarmee velen een groot plezier doet. Annen K. Bouwkamp-de Boer AUGUST DELEA Wanneer ik in 't Kleine Krantsje van februari lees, dat de vrouw van August Delea is overleden, denk ik met weemoed aan mijn Leeuwarder jaren terug. August was ook een waterspor ter en we kwamen elkaar zater dagsmiddags vaak tegen. Hij had een kleine B.M., die aan de Lange Negen tegenover Kleyenburg lag. Hij vond het gemakkelijk iemand bij de fok te hebben en zo vroeg hij mij zo nu en dan mee te gaan. Soms kwam hij in schoorsteen- vegerskleding bij mijn baas Poppe Noordhoff van de moto renzaak aan de Bleeklaan bin nenzetten, maar ook wel pas gewassen en verkleed. Baas Noordhoff zei wel eens tegen mij "die Guus heeft veel van een ekster, alles glimt bij hem". Hij had ook een nieuwe fiets met veel chroom en verschil lende vlaggetjes - Guus en zijn fiets waren om door een ringe tje te halen. Zo was hij ook met zijn boot, die moest in het schiphuis pre cies zo en zo vast en niet an ders. Deed ik het anders, dan riep hij: "Mis, weer mis". Ik moest er eigenlijk wel om la chen, maar ik dacht bij me zelf het is toch goed dat hij zo se cuur is. Want als hij doodge moedereerd over de daken liep van de ene naar de andere schoorsteen, diende hij ook se cuur te wezen. Wanneer we gingen zeilen vroeg Guus altijd "Neem je ook een fles karnemelk mee?" Dat deed ik natuurlijk, met koeken er bij, maar ik zei: "Je bent een slimme vogel, je neemt iemand mee met een behoorlijke zeiler- varing, een monteur voor je motor en een, die voor provi and zorgt!" Ik zie hem als reactie daarom nog gemoedelijk grijnzen. Ik denk met heimwee aan die tijd terug, ook met andere zei lers, zoals Melle Veenstra, Rommert Talman, een neef van Melle, Ans van Dijk en Gatze Langendijk en vele anderen, die er nu niet meer zijn. Soest G. Taekema In Leeuwarder restaurant: Gast: "Ober, mogen we nog twee koffie?" Ober: "Van mij wel."

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 8