ONDERGEDOKEN GER DIJK GEPAKT EN GEVLUCHT PEDAGOGIE IN VROEGER JAREN WONDERSCHOON DIK KINDJE 'TKLEIHE KRAHTSJE •TKLEIHE KEiNTSJE VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 3 In september 1944 begonnen de geallieerden met hun grote operatie Market Garden, waar bij er, onder andere rond Arn hem, zware gevechten ontston den. Ter ondersteuning van deze strijd viel het besluit van uit Engeland, dat het spoor wegverkeer in ons land moest worden lamgelegd. Veel spoorwegmensen doken onder en voegden zich bij de talloze onderduikers, die er al waren en die het vertikt hadden als dwangarbeiders naar Duits land te gaan. Tot deze groep behoorden ook de adjunct-commies van de Spoorwegen B. L. Dijk en zijn beide zoons Ger en Loek. Zij kwamen allen op een boerderij in Hijlaard terecht. De beide jongens liepen daar 's avonds wel eens een straatje om en dat zou hun vader noodlottig worden. DOODGESCHOTEN De ondergedoken spoorweg man Dijk werd gegrepen met het meest noodlottig denkbare gevolg: met twee anderen schoten de Duitsers de vijf en veertig jaar oude man bij Her- bayum dood. De zoons bleven zich verbor gen houden en sliepen 's nachts in de kerktoren. Ook dat liep fout en Ger en Loek wer den op een scheepswerf in Wil- helmshafen tewerkgesteld. Daar heeft vooral Ger, die zijn ervaringen nu voor zijn nage slacht op schrift heeft gesteld, heel wat meegemaakt. Hij zag op een goede dag kans te ontsnappen en ondernam toen een wel zeer avontuurlijke reis naar huis terug. Lopend langs een spoorlijntje trok hij het westen in, waarbij hij zich zo nu en dan voor passerende treinen moest verstoppen. Ook liet hij zich hele einden door treinen meevoeren, er angstval lig voor zorgend, dat hij niet kon worden ontdekt. SCHILDWACHT Kennelijk toch gezien kreeg hij de verblindende lichten van schijnwerpers over zich heen. Hij kon nog tijdig achter de spoorbaan duiken en kwam toen tegenover een schildwacht te staan. Gerrit Dijk liep ijskoud door en beleefd groetend wekte hij waarschijnlijk de indruk een ordentelijke werkman te zijn. Hij dacht in de buurt van Over ijssel de grens te kunnen pas seren, wat evenwel niet moge lijk bleek - er bevond zich een controlepost, die alles tegen hield. In de richting van Nieuwe- schans, dat zeker nog honderd kilometer verder lag, kwam hij door bossen en open bouw land, maar trof hij weinig be bouwing. Hij werd moe, kreeg honger en vooral dorst. Toen iemand bij een boerderijtje een gesprek met hem aanknoopte, slikte men zijn verhaal, dat hij uit Frankfurt aan de Oder kwam en voor de Russen op de vlucht was geslagen. Bij een grote boerderij werd hij gul op eten onthaald en bij een kleiner plaatsje zou hij in het hooi mogen slapen, na eerst de stal te hebben schoongemaakt. Terwijl hij daarmee doende was, stapte er een Duitse veld wachter binnen, die Dijks pa pieren wou zien. Papieren? Die waren in de haast in Frankfurt achtergeble ven. Dat geloofde de politieman niet en de jongeman moest mee naar zijn huis. Daar werd de arrestant door de vrouw van de agent, "een goeie sul", moederlijk verzorgd. Hij mocht er met warm water zijn voeten vertroetelen en kreeg zalf voor de blaren - zelfs werd hem een maaltijd voorgezet. Maar voor het doorbrengen van de nacht werd aan een afsluit bare kast op de zolder gedacht. Voor hij daar zou worden opge sloten mocht Gerrit Dijk nog wel even naar het toilet en van die gelegenheid maakte de vluchteling dankbaar gebruik om er vandoor te gaan. BIERSTUBE Uren later waagde onze stad genoot het even een Bierstube binnen te wippen - met enig Duits kleingeld kon hij zich hier als een onverdachte gast verto nen. Zijn sterke verhalen over zijn wederwaardigheden in Frankfurt aan de Oder werden zelfs nog met een gratis glas bier beloond. Er volgde een nieuw avontuur bij oude mensen, die hem op boterhammen met zoveel worst en spek onthaalden, dat zijn aan schrale kost gewende maag er niet tegenkon - mid den in de nacht ging alles er weer uit. Ook een zekere Herbert Kaiser in het dorpje Firell haalde de onbekende zwerver gastvrij in huis, daarmee nog eens onder strepend, dat er ook nog wel aanvaardbare Duitsers waren. Aangekomen bij de Eems kwam er weer een angstig avontuur, door het plotselinge opdoemen van een "Grenz- schutz", die hem opbracht naar zijn post in een boerderij. Maar ook nu weer vond Gerrit Dijk een mogelijkheid te ontsnap pen. Verder vluchtend naar het va derland hoorde hij plotseling ie mand een liedje fluiten: "Sari Marijs!" Dat kon geen Duitser zijn. Was hij dan nu al in Hol land misschien? Nee, de fluitist bleek een Ne derlander te zijn uit Wedde, een klein dorpje ten zuiden van Winschoten. Hij verwees Gerrit Dijk naar een knaap uit Dok- kum, een Hille Wiersma, die hier in de buurt bij een bakker werkte. Die nam onze man achter op de fiets en zo vorder de hij weer een eind in de goe de richting. Zelfs volgde er daarna een kor te, maar adembenemende treinreis en tenslotte kwam Gerrit Dijk veilig op vaderland se grond en bereikte hij ook behouden de ouderlijke woning. "We waren allen gelukkig," no teerde hij. "Het was een ont roerend weerzien. Een kaalge knipte, vermagerde halve landloper was heelhuids thuis- gekomen." Na lang wachten kwam uitein delijk ook broer Loek weer thuis; hij was in Wilhelmshafen door de Canadezen bevrijd. Zijn lengte was op dat moment nog als vanouds, één meter tachtig precies, zijn gewicht niet - hij woog nu niet meer dan tachtig pond... Een dezer dagen wandelend door de Margaretha de Heer straat langs mijn vroegere Groen van Prinstererschool, dacht ik terug aan wat wij, ou deren, zo graag "de goeie oude tijd" noemen. Toch ge beurden er toen op school ook dingen, die nergens, maar dan ook nergens naar leken. Het was gebruikelijk, dat de kinderen, die waren overge gaan, op de laatste schoolmid dag voor de grote vakantie ge zamenlijk een kijkje namen in de nieuwe klas, waarin zij het volgende seizoen zouden door brengen. Toen zich dat weer eens af speelde wisten wij dus, wie de zittenblijvers waren in onze klas, namelijk drie kinderen on der wie ondergetekende. De klasseleraar kwam het lokaal binnen en zei, uiteraard onder groot gejuich van de kinderen, "kom, we gaan allemaal naar ons nieuwe lokaal, dan kunnen jullie al even wennen aan het verblijf voor het volgend jaar. Onder veel gejoel gingen de "overgeganen" met de leraar aan het hoofd de klas uit, met uitzondering van de drie zitten blijvers, over wie verder nie mand, maar dan ook niemand zich bekommerde. Daar zaten die drie, dus met hun verdriet in het verder vol komen lege schoollokaal. Of deze gang van zaken, die ner gens naar leek, hen stimuleer de om het volgende schooljaar beter hun best te doen, betwij fel ik ten zeerste - bij mij is het er beslist niet uitgekomen, eer der het tegendeel. Toen ik dus nu, bijna zeventig jaar later, nog eens langs mijn oude lokaal liep, had ik er nóg moeite mee. Over opvoedkun de gesproken: het was in- en intriest, wat daar gebeurde. Als mijn kinderen later iets derge lijks was overkomen, had ik het er niet bij laten zitten. Maar in "die goeie ouwe tijd" was het woord van de onderwijzer meer dan wet en als je je thuis zou willen beklagen, kon je van die kant heus geen medeleven, maar wel iets anders verwach ten. Leeuwarden J. Wouda Wij staan er misschien niet zo bij stil, maar er is in Leeuwar den altijd veel te zien geweest. Zoals in het begin van deze eeuw, toen er op de kermis "een wonderschoon dik kindje" te bewonderen viel. Per advertentie in de krant werd deze bezienswaardigheid bekendgemaakt: "Let wel. Op het Plein van het Paleis van Justitie alhier het wonder- schoone dikke kindje. Vader, moeder, elke vriend of vriendin van schoone kinderen, kome deze zuigeling zien. Deze klei ne Marie, geboren te Middel burg, is nog geen 11 maanden oud en weegt reeds 51 pond, daarbij heeft zij mooi krullend haar, zoodat zij met regt de pa rel der zuigelingen mag ge noemd worden. Men kome en zie haar fraaie kleine handjes en voetjes en hare dikke ge plooide beentjes en armpjes, zoo neme iedereen een vrien delijk lachje van haar mede." voor Leeuwarden en de wijde wereld er om heen Een uitgave van Fenno Schoustra's Publiciteits- kantoor Verschijnt omstreeks de twintigste van iedere maand. Administratié: Friesch Dagblad, Voltastraat 7a, Leeuwarden Abonnementenadministratie Postbus 858, 8901 BR Leeuwarden, telefoon (058)- 987560. Abonnementsgelden: Post bank 2805901 Kopij voor 't Kleine Krantsje sturen naar: Vredeman de Vriesstraat 1, 8921 BP Leeuwarden. Voor eventueel overleg over de redactionele inhoud: tele foon (058)-120302. Abonnementsprijs: voor Nederland 29,- per jaar; voor het buitenland: 55,- per postbank betaald. 65,-per cheque betaald. Losse nummers, per post bank besteld (2805901): 4,- voor 1 ex., 7,- voor 2 ex., 9.-voor3ex. Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje staat alleen open voor lezers, die zich door hun aanmelding ak koord verklaren met de hier navolgende 'leveringsvoor waarden': Het abonnementsgeld moet vooruit worden betaald. Op de 15e januari dient het abonnementsgeld voor het dan lopende jaar te zijn be taald. Geschenk-abonnementen en abonnementen van le zers in het buitenland moe ten op de 15e december van het voorafgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet telefo nisch of schriftelijk, maar per giro-overschrijving als abonnee aanmelden, wordt verzocht op het girostrookje te vermelden: Nieuwe abonnee. Wie het abonnementsgeld voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen schriftelijk worden doorgegeven: Postbus 858, 8901 BR Leeuwarden. Abonnementen, die niet vóór 1 december schriftelijk zijn opgezegd (postbus 858, 8901 BR Leeuwarden), wor den automatisch verlengd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 3