Jmc /et 'T KLEINE KRANTSJE ONZE FOTOPRIJSVRAAG VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN PEDAGOGIE VAN VROEGER Toen ik in 't Kleine Krantsje van mei de geschiedenis van J. Wouda las over "pedagogie op school in vroeger jaren", zag ik me zelf, ook bijna zeventig jaar geleden, weer zitten in de eer ste klas en wel op School 14b aan de Tjerk Hiddesstraat. Als je daar mooie lijntjes had geschreven (of waren het let ters?), dan kreeg je van de juf frouw een bruidsuiker. Nóg zie ik haar lopen met in haar han den een grote doos met snoep jes. In mijn herinnering was het wel een doos van zo'n vijftig maal dertig centimeter, maar dat zal misschien wel wat over drevenzijn. Wat had ik op een keer mijn best gedaan om zo'n snoepje te verdienen! Bruidsuikers kwa men bij ons niet in huis, die wa ren veel te duur. 'Wel, daar kwam de juffrouw. Zij moet mijn verlangende ogen hebben gezien. En ik zag haar critisch kijken. "Nou, mooi is het niet" oordeel de zij toen, "maar vooruit!" En daar kreeg ik het door mij zo begeerde snoepje. Mijn teleurstelling was erg groot - ik had het snoepje dus niet verdiend. En ik wilde het eerst zelfs niet aannemen. Maar de wens om het toch te proeven won het. Nu evenwel, na zoveel jaren, weet ik, dat ik het helemaal niet meer lekker vond. Toen begreep ik dat niet. Thans echter weet ik, dat ik me De laatste opgave in onze prijs vraagrubriek "Leewadders, waar is dit?" blijkt niet al te moeilijk te zijn geweest. Het was dan ook wel een heel be kend punt in de oude binnen stad dat wij ditmaal afbeeldden. "Volgens mij is de foto in het bladerloze seizoen genomen van het museum Het Prinses- sehof van ongeveer de hoek van de Kleine en de Grote Kerkstraat af," schreef de heer C. Hilverda en dat dacht de heer Th. van Rossum ook on middellijk. "Maar toen ik er heen ging om het na te trekken, bleek dat het torentje wel goed was, maar dat de gevel ernaast niet die van het Prinsessehof was. Maar na enig heen en weer lo pen kwam ik tot de ontdekking dat de gevel op de foto die van het pand Grote Kerkstraat num mer 9 was. Een fotografisch grapje?" Moeilijk was het wel voor de heer H. U. Koopmans, die de zaak vanuit Heemskerk moest bekijken, '"t Is moeilijk. Je moet diep in je geheugen graven. Dus gok ik maar op begin Gro te Kerkstraat, Prinsessehof. Daar staat volgens mij zo'n to rentje. Ik ben benieuwd en wacht alweer op 't volgende Krantsje. 't Is elke keer weer een stuk leesgenot dat ouwe nieuws uit Leeuwarden. Gaat zo door!" "Tegenover het Prinsessehof was vroeger de Bonteman- steeg," zo wist de heer B. van Raalte te melden. "Deze steeg was de directe verbinding tus sen het Prinsessehof en de Ruiterwacht, die mede de stad houderlijke familie moest be schermen." De prijswinnaar van deze keer. Dat werd de heer S. Glas, Gounodstraat 22 in Leeuwar den. Hij krijgt het fotoboekje "Leeuwarden, ach ja, zo was het.."thuisgestuurd. voelde als een hond, die een bot krijgt toegeworpen. Is het tegenwoordig niet zo, dat er bij kinderen op zo'n jonge leeftijd niet meer gekeken wordt naar de wil om je best te doen, dan naar het resultaat? Misschien was het toen ook wel zo. Maar dat het zo gezegd werd, was toch niet erg pedagogisch. Haarlem Ine Koster-Kokë (vroeger: Hendrientje) Uit uw ervaring en die van de heer J. Wouda mogen wij opmaken, dat kinderen in hun schooljaren bejege ningen ondergaan, die zij hun gehele leven niet meer vergeten. Zelf zijn wij ooit als leerling van School 14 niet in staat geweest uit te leggen hoe wij een bepaal de som hadden opgelost. Wij waren wel tot de juiste oplossing gekomen, maar hoe ook alweer? Nu, vijf en zestig jaar later, kunnen we nog kwaad worden, wan neer we er aan denken, dat de hoofdonderwijzer het op de een of andere mysterieu ze manier klaarspeelde ons voor de keus te stellen: of wij hadden hem bedrogen, of we hadden dat onze ei gen vader gedaan. Bang bestraft te worden zeiden we toen maar dat we thuis vader hadden bedrogen. Daarop werden we op staande voet naar huis ge stuurd om vader onze excu ses aan te bieden. Red.'t KI. Kr. OORLOGSHERINNERING In de jaren '40-'45 is een per sonenauto, waarschijnlijk een Ford, verborgen gehouden in een "schip"-huis van de zoge naamde Lange Negen in Leeu warden. Naar ik meen het der de of vierde botenhuis, gezien in de richting van Schilkampen, nabij de boerderij van de fam. Jongsma. Eenmaal ontdekt is dit voertuig totaal gesloopt. Mijn laatste herinnering, een geur van olie en zichtbaar een kaal casco waar niets meer af te halen was. De eigenaar zal woedend en met tranen in z'n ogen dit droevige schouwspel gezien hebben. Niemand heeft zich ooit gemeld uit angst voor de Duitsers. Een zware straf voor het verbergen van een auto was zeker denk baar. Wij waren nog te jong voor deze demontage. Wel za- ten we achter het stuur en schakelden wij met de grote "pook". Nooit heb ik iets ge hoerd-of gelezen over dit on derwerp. Ook niet na de oorlog. Wie kan en wil hierop reage ren? Ik blijf nieuwsgierig. Apeldoorn B. Dijkstra CURIEUZE KAART Curieus om in het nummer van mei van 't Kleine Krantsje een afbeelding te zien van een een ennegentig jaar geleden door een zekere "Maai" ver zonden ansichtkaart aan mijn schoonmoeder, die in 1968 overleed! De geadresseerde Christina Botke "leerde" in 1904 voor on derwijzeres aan een kweek school in Apeldoorn, waar de dames Kisjes een internaat hadden voor deze leerlingen. Christina Botke was een tuin dersdochter aan het Juffers- reedje in Huizum. Wie Maai, de afzendster was, weet ik niet. In 1909 trouwde Christina Botke met een onderwijzer C. Muys in Hilversum, waar het echtpaar is blijven wonen tot zijn dood. Ze kregen vier kinderen, van wie de oudste een zoon was, met wie ik op bevrijdingsdag 4 mei 1945 in Leeuwarden getrouwd ben. Mijn man overleed twee jaar geleden. U zult begrijpen, dat ik elke maand van 't Kleine Krantsje geniet, omdat ik ook een "oud- Leewadder" ben. 'k Hoop dat het krantsje nog lang de hobby van de heer Schoustra mag blijven om veel ouderen van de verhalen èn van de namen van oude personen te laten smul len. Zou die oude kaart geen verde re waarde voor 't ansichtenal bum hebben, dan zou ik het erg waarderen dat de kaart in handen kwam van de oudste dochter van Christina Botke. Zij is mevrouw M. Hoekstra-Muys, Mounebuorren 9 in Hallum. Zeist A. M. Muys-Buwalda Uw veronderstelling dat de bewuste ansichtkaart voor ons misschien "geen verde re waarde" meer zou kun nen hebben, klinkt ons wel heel heel eigenaardig in de oren - alles wat maar even met Leeuwarden en de Leeuwarders te maken heeft is voor ons even waardevol! Maarwanneer het zo is, dat wij de originele afbeel ding in onze archieven dub- bel hebben, dan sturen wij de oude kaart, die ooit aan Christina Botke werd ge stuurd, bijna honderd jaar later graag aan haar oudste dochter toe! Red.'t KI. Kr. TERUGDENKEN In deze dagen denk ik natuur lijk terug aan de tijd, dat ook ik werd opgepakt om in Duitsland als dwangarbeider te moeten gaan werken. Daarbij had ik het geluk als 'bakker geplaatst te worden in de stad Olden burg. Daar ontmoette ik enkele stadgenoten, die daar ook in bakkerijen werkten, Wim Lan- gendijk en Theo de Jong, die hier later bekendheid kregen door hun eigen bakkersbedrij ven. Na enkele jaren lief en leed ge deeld te hebben werd de toe stand steeds moeilijker en we vatten toen het plan op te gaan vluchten. Wim Langendijk pagina 4 Zo lang mogelijk heeft 't Kleine Krantsje ernaar gestreefd de abonnementsprijs erg laag te houden: ettelijke jaren hebben wij het bedrag van negenen twintig gulden per jaar kunnen handhaven. Nu is er evenwel een moment gekomen, waarop wij wel een kleine verhoging moeten toe passen: een reeks van prijsver hogingen in de afgelopen jaren noodzaken ons de prijs van het abonnement vast te stellen op tweeëndertig gulden per jaar. Fenno L. Schoustra Uitgever 't Kleine Krantsje had het geluk bij een niet-nazi- gezinde baas te werken, maar Theo de Jong en ik deden dat wel. Die van mij was bij de par tij en liep veel rond in bruin hem en met platte pet - boven dien was hij loco-burgemeester. In een niet al te beste bui had hij ons, een Belg en mij, al eens toegevoegd, dat wij in de oven geroosterd zouden wor den, zodra "die Englander" zouden komen. Met die gedachte in m'n achter hoofd heb ik de komst van de Canadezen niet afgewacht. En toen ik van een zekere Louw rink, een stadgenoot, die bij de spoorwegen werkte, hoorde dat er nog een laatste trein naar Holland vertrok, ben ik daar gewoon zonder papieren opgestapt. Na een bange lange tocht kwa men we aan in Nieuweschans en vandaar zijn we gaan lopen, richting Groningen en 's nachts slapend in een hooischuur van een boerderij., Onderweg slo ten nog een paar Leeuwarders zich bij ons aan, zoals Arie van Dijk, die een bouwbedrijf had en Hannes de Graaf. Bij de stad Groningen werden we door Belgische Rexisten op gewacht, die onze papieren wil den zien. Maar na veel heen en weer gepraat werden we toch doorgelaten. Enkele Groningers brachten ons door de stad naar een vei lige plaats, waar we over nachtten. Later hoorden we, dat door de snel oprukkende Canadezen en de Duitse te genstand de binnenstad door beschietingen was verwoest. In het zicht van de "Mauer- Muur" aan de Groningerstraat weg werden we gekweld door blaren op onze voeten en we wisten, dat er na acht uur nie mand meer werd binnengelaten in de stad. Gelukkig evenwel pikten enkele Leeuwarders ons met hun ouwe fietsen met kus jebanden op en achter op de fiets van een Van der Meulen, die bij de gemeente werkte, kwamen we thuis. Na een hartelijke begroeting van mijn ouders en veel toege lopen buurtbewoners gingen we nog een angstige nacht in door de wegvluchtende Duitse bezetters, die nog enkele bran den stichtten, zoals die welke het Old Burger Weeshuis ver woestte. De volgende dag, een zondag, konden wij onze Canadese be vrijders begroeten - de eerste tanks met hun bemanningen zie ik nog onder groot gejuich van de Leeuwader bevolking langs de Groningerstraatweg komen. En nu zijn we dan vijftig jaar later - waar is de tijd gebleven Leeuwarden Rinze van der Heide

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 4