VERDRONKEN 'T KLEINE KRAHTSJE VOOR DE RECHTER De Wildeman was in het begin van de vorige eeuw de naam van een bakkerij in de Grote Hoogstraat. De naam was stel lig ontleend aan een gevel steen' met de beeltenis van een "wildeman". Een dergelijke ge velsteen kunnen we nu nog vinden in de zijmuur van het vroegere graanpakhuis Peters- burg aan de Oostersingel. De Bel of De Klok was om streeks 1850 de naam van een huis aan de Kelders, naast het pand, waar de Rotterdamsche Erasmus uithing. Zou dit pand iets te maken hebben gehad met de bel of de klok, die nu nog altijd in de walmuur zit aan de noordkant van het Naauw vlak bij de Brolspijp? De Geweldige Steeg heette eens het noordelijk deel van de Galileër Kerkstraat en werd zo genoemd naar de hier gelegen Geweldige of Provoost van het Friese krijgsgericht. VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN terd werd toen het stadsbestuur in 1861 besloot een stenen walmuur aan te leggen van de Tuinsterbrug tot de Kazerne. De Witte Arend wordt in ge schriften van 1825 vermeld als een logement aan het Groot Schavernek. Het pand heeft stellig een witte arend als ge velteken gehad. Roma was in het begin van de vorige eeuw "van ouds beken de" tapperij aan de stadswal tussen Amelandsstraat en Tuin- sterpoort, dus vlak bij de Jan Mutskessteeg. Ook in andere plaatsen (Harlingen bijvoor beeld) kwam de naam Roma voor als de naam van een tap perij - wellicht kwam deze naam van romenije, dat was een zoete wijn, die vroeger graag gedronken werd. De Noteboomstraat draagt deze naam niet omdat er note- bomen zijn, maar is zo ge noemd naar een meneer Sjou- ke Noteboom, die van 1747 tot 1760 stadstimmerman is ge weest. Z'n zoon - Jan Note boom - was ook stadstimmer man en wel als opvolger van zijn vader van 1760 tot 1812. De Kloksteeg is een nu nog bestaande steeg aan de zuid zijde van de Tuinen. Heeft er bij een van de panden aan deze steeg of op de hoek er van een klok uitgehangen? pagina 9 De Port von Cleve heette lang geleden een café in de Grote Hoogstraat. In 1881 vulde een zekere H. J. van den Broek er de glazen. Hij adverteerde in dat jaar met "Ijskoude binnen- en buitenlandsche bieren, fijne wijnen, likeuren enz. Apparte mentvoor Familiën". De Weg naar Cambuur ken nen we onder deze naam niet meer; huizen, die er vroeger aan stonden, staan nu aan De Ruyterweg. De oostelijke buitenbuurten heetten wel eer Cambuur en Cammingha- buurt - onze beroepsvoetbal- club, die hier resideert, draagt wel een toepasselijke naam! De Kaai, zo en niet anders kennen de Liwadders de straat, die officieel Nieuwe Kade heet. De.Nieuwekade is in 1825 ont staan na het slechten van de stadswal. Het werd een ge schikte los- en laadplaats voor schepen, die belangrijk verbe De gevelsteen De Wildeman uit de zijmuur van het pakhuis Pe tersburg op de hoek van de Oostersingel en het Noordvliet. Er zijn in het verre verleden meer 'wildemannenin de stad geweest. (Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje) De Poppebrug aan het eind van het Vliet met op de achtergrond de huisjes van de Poppebuurt. De foto is voor 1936 gemaakt, want toen werd de trapjes brug vervangen door de nu ook af lang verdwenen ophaalbrug. (Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje) De Lindebuurt (het lindebuuts- je) tussen Oldegalileën en Hoekstersingel moet vroeger een landelijk weggetje met lin debomen zijn geweest. Toen het straatje in 1864 werd be bouwd behield het deze naam, maar nu zijn er al lang geen bomen meer, laat staan linde bomen. De Phoenix was tot een vijftig jaar een vooraanstaand hotel in de Sint Jacobsstraat. Waar schijnlijk is het oude logement eens afgebrand en daarna als een phoenix uit zijn as herre zen. De Gouden Ring was honderd jaar geleden een huis op de hoek van de Voorstreek en de Korfmakersstraat. De gemeen te heeft het aangekocht om de ingapg van de Korfmakers straat te kunnen verbreden - het is dus gesloopt. De Wolvesteeg loopt van de Nieuwestad zuidwaarts in de richting van het Ruiterskwartier en mondt na een haakse hoek uit in de Haniasteeg. De steeg is genoemd naar het pand De Wolf op de hoek van de Nieu westad, nu de firma Van Erp. De Vergulden Leeuw was tot voor een honderd jaar een huis aan de Wortelhaven, het twee de pand van de Voorstreek af. Het huis zal vroeger wel een gevelteken met een vergulde leeuw hebben gehad en mis schien heeft die leeuw nog wat te maken gehad met de leeuw van het wapen van Minnema. Eens strekte het gebied van de Minnema's zich immers tot de Wortelhaven uit. De Poppebrug was een trap- kesbrug over het Vliet ten noor den van de Poppebuurt. In 1936 is de oude Poppebrug vervangen door een nieuwe op haalbrug en deze ophaalbrug is later weer vervangen door een dam in het Vliet. De naam Poppebrug herinnerde ons nog altijd aan de Poppebuurt, die hier gelegen heeft. Gerrit T„ te Leeuwarden, toon de zijn stadgenooten het zeld zaam singuliere schouwspel van "het schip in de flesch". De flesch, dat is een ordinaire flesch van een dubbelmaatjes- inhoud, maar daar binnen ver toont zich een opgetuigde drie master met zeil en treil, de naam op de spiegel en terzij den witomrande geschutspoor ten. Een schip in optima forma en het publiek mag paf staan hoe zoo iets daar binnen kon worden gemaakt. Waarschijnlijk inde deze verdachte een kleine tegemoetkoming, maar niet in overeenstemming met het ge presenteerde, waarover hij trouwens bescheiden is. "Was het de moeite waard?" zei de kantonrechter. "Wat sal ik segge," zei hij, "maar ik ben invalide en zoek naar wat bijverdienste." "Had u vergunning?" zei de on- verbiddeljke ambtenaar. "Wist niet dat het noodig was." "Eigenaardig dat jullie nooit we ten wat je weten moet "Maar het is toch zoo, ik wist van niets, ik bleef precies gelijk staan, doe de polysje bij mij .kwam." De politie keek ook, niet met kunstenaarsoog, doch verbali seerde en het zal op 3 of 3 d. h. toegaan, maar "kan het niet minder," vroeg de man met de flesch, die zegt, dat hij mobili satieslachtoffer is en dus niet volwaardig in de bestaansstrijd. Vonnis 2 of 2d. h. Hedenmorgen in de vroegte, om ongeveer vijf uur, was de veehouder F. Engelsma, wo nende Kleyenburg 14, met zijn bootje naar het land gegaan om zijn koeien te melken. Een tijdje later begaven zijn twee zoons zich ook naar het land om bij het melken behulpzaam te zijn. Tot hun groote schrik zagen zij het bootje van hun vader dicht bij de wal in de Kur- kemeer drijven. Haastig liepen ze naar het land, waar de oude man zich echter niet bevond. (1936) Ook thuis was hij niet en daar hij zich gisteravond reeds on wel voelde werd het ergste ge vreesd. Buren en politie werden gewaarschuwd. Een agent ging op de plaats waar het bootje gevonden was dreggen en na enkele minuten werd het lijk van den veehouder opgehaald. Pogingen om de levensgeesten op te wekken mochten helaas niet baten. Door een duizeling bevangen, waarvan hij meer last had, moet de oude man voorover in het water zijn ge vallen. (1932)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 9