REKLAME DICKVANDERHEIJDE JR
KRASSE STAALTJES
ONTSNAPPINGEN
'T KLEINE KEANTSJE
DE AVONTUREN VAN
JUFFROUW KNIP ENKNAP
UIT OORLOGSJAREN
NIET AN DOCHT
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WÉRELD ER OMHEEN
pagina 15
adviesbureau voor reklame en publiciteit
jozef israëlsstraat 6-10 058-124984
15. Over vroeger, Eekhoff en
een onverwacht weerzien.
Op een mooie ochtend in au
gustus 1995 staan juffrouw
Knip en Knap op Texel te
wachten op de veerpont. Na
twee weken kamperen op
Texel verlangen ze weer naar
huis.
Knip:'Ik zie de boot al komen.'
Knap: 'Ja, het is de 'Molengat'.'
Knip: 'Wat vind jij van Bolke-
stein?'
Knap: 'Je bedoelt zijn aantijgin
gen tegen vroegere communis
ten?'
Knip: 'Ja, dat slaat toch ner
gens op?'
Knap: 'De heer Bolkestein is
duidelijk geen historicusin
de tweede helft van de vorige
eeuw was het beleid in Neder
land in strijd met de mensen
rechten, het bewind in de Sov
jet Unie tijdens Lenin en sinds
Chrusthov was zelfs humaner
dan ons bestuur destijds. En
toen waren de liberalen aan de
macht in Nederland.'
Knip: 'Weet Bolkestein dat dan
niet?'
Knap: 'Blijkbaar niet. Het is bo
vendien absurd om de liberalen
van nu daarop aan te spreken.
Volgens de heer Bolkestein
moeten we de CDA-leden dan
ook aanspreken op de kruis
tochten in de middeleeuwen.'
Knip: 'Waarom doet Bolkestein
dan zo raar?'
Knap: 'Och, je moet hem zien
als de hofnar van het Binnen
hof, in dat licht zijn de redevoe
ringen van de heer Bolkestein
te waarderen. Behalve natuur
lijk over het vreemdelingenbe
leid. Dat was schokkend. Het
verschil met de heer Janmaat
is dat deze zijn ideeën in kran
tenpapier verpakt en dat de
heer Bolkestein dezelfde idee
ën verpakt in cadeaupapier. En
dat tijdens een paars kabinet!'
Knip: 'Leeuwarden heeft nu ook
een paars kabinet!'
Knap: 'Haha, je praat net als
Eekhoff, die had het altijd over
de regering van Leeuwarden.'
Knip: 'Wie was dat ook alweer!'
Knap: 'Wobke Eekhoff was in
de vorige eeuw onder andere
archivaris van Leeuwarden. En
hij is bekend door zijn publika-
ties over Friesland en met
name door de Geschiedkundi
ge beschrijving van Leeuwar
den tot achtienzesenveertig.
Zijn graf bevindt zich op de
Detail van het graf van W. Eek
hoff (1809-1880)
oude begraafplaats aan de
Spanjaardslaan.'
Knip: 'Daar ben ik nog nooit
geweest. Zullen we daar eens
heen?'
Knap:'Ja, dat is goed.'
Intussen hebben de dames een
plaats bij een raam weten te
bemachtigen zodat ze nog een
blik op Texel en de zee kunnen
werpen tijdens de tocht naar
Den Helder.
Knip: 'Heb jij dat boek van Eek
hoff over Leeuwarden ook?'
Knap: 'Ja, het is alleen jammer
dat er nooit een tweede druk is
verschenen. De fotografische
herdruk van negentienzevenen
zestig is geen tweede druk. De
indeling is precies hetzelfde als
de sterk verouderde eerste
druk. De onjuistheden zouden
ook verbeterd moeten worden.
Overigens kent ons gemeente
bestuur niet eens de oorsprong
van de naam Leeuwarden.'
Knip:'Hoezo niet?'
Knap: 'Bij de opening van het
gemeentekantoor bij de Olde-
hove werden mensen uitgeno
digd met de naam De Leeuw.
Terwijl juist een naam als Wier-
da met het ontstaan van de
naam Leeuwarden te maken
heeft en De Leeuw in 't geheel
niet.'
Knip: 'Die vrouw daar rechts
van die paal, met die beige trui,
zit steeds naar ons te kijken.'
Knap:'O ja?'
Terwijl Knap de vrouw aankijkt
staat deze aarzelend op en
loopt naar onze dames bij het
raam. D^n zegt de vrouw: 'Bis-
to net Knap?'
Knap: 'Nee maarBaukje!'
Knap en Baukje vliegen elkaar
om de hals. Menig traantje
wordt er geplengd. Knip kijkt
ontroerd toe en wordt er stil
van. Na de ontmoeting stelt
Baukje zich aan Knip voor.
Baukje: 'Bisto famylje fan Jaap
Knip, de keunstskilder?'
Knip: 'Nee, die ken ik ook niet.'
Knap: 'Toen ik in Amsterdam
studeerde vroegen ze mij vaak
of ik familie van Henri Knap
was. Waar heb je al die jaren
gewoond?'
Baukje: 'Nei myn stüdzje ha'k
noch tweintich jier yn Utert
wenne.'
Knip: 'Utert? Waar ligt dat?'
Knap: 'Dat is Utrecht. Wat stu
deerde je ook al weer. Was het
niet voor dierenarts?'
Baukje: 'Ja, mar nei in jier bin
ik oergien op Nederlansk. Ik ha
tweintich jier foar de klas stien
yn Utert oan in Havo en letter
oan in atheneum.'
Knap: 'En wat doe je nu?'
Baukje: 'Ik wurkje no by de
Friese Poort. Hoe kinne jimme
inoar?'
Knip:'Van het korfbal.'
Baukje: 'O ja, dêr diesto ear-
tiids ek al oan. By Friso
dochs?'
Knap: 'Ja, maar sinds het mid
denveld is verdwenen ben ik er
mee gestoptKnip overi
gens ook. De hedendaagse
mens is slaaf van zichzelf. Al
les moet snel en vluchtig. Ze
hebben geen tijd meer voor el
kaar of voor zinvolle dingen.'
Baukje: 'Dat komt ek troch de
tillevyzje. Dêrtroch léze de
minsken minder of hielendal
net mear. De minsken wurde
passyf en ferfele har. En dochs
ha se nearne tiid foar wat oars.
Knip: 'We zijn er bijna.'
Baukje: 'Ha jimme kampeart?'
Knip:'Ja
Baukje: 'Dat tocht ik al. Knap
wië altyd folie sportiver as ik. Ik
bin sa decadent, ik siet yn in
hotel.'
Knap: 'Dan ben je niet deca
dent! Als je niet van kamperen
houdt moet je toch een andere
mogelijkheid zoeken?'
Baukje: 'Binne jimme mei de
bus?'
Knip: 'Ja
Baukje: 'Ha jimme in soad ba-
gaazje?'
Knap: 'Alleen elk een rugzak.'
Baukje: 'Oh, dan kinne jim
moai mei my meiride. Dan hoe-
ge jim net mei dy djoere 'Interli-
ner'.'
Knap: 'Dat is lief van je. Heb je
dan een auto?'
Baukje: 'Nee, dy is fan üs heit,
mar dy mei net mear autoride.
Knap: 'Is het verder goed met
hem, en hoe is het met jouw
moeder!'
Baukje: 'Us heit moat it rêstich
oan dwaan, en üs mem is noch
sasün.'
Knap: 'Waar woon je nu?'
Baukje: 'Oan it Saailan.'
Knip: 'Op het Zaailand staan
toch geen huizen?'
Knap: 'Het is geen schande
hoor als je dat niet weet. De
lokale courant haalt het Flui
terskwartier en het Zaailand
ook al door elkaar.'
Baukje: 'Ik wenje yn dy nije
wenten efter de Harmonie. Ik
soesizze, kom ris lans!'
Knap: 'Dat zullen we zeker
doen.'
Chris Visser
Verschillende malen hebben wij in 'f Kleine Krantsje al spectaculaire 'ontsnappingsverha-
len' naar voren gebracht, die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog in Leeuwarden hebben
afgespeeld - enkele keren is het gebeurd, dat gearresteerden er in slaagden op een zeer
sensationele wijze aan de klauwen van de Duitsers te ontsnappen.
Wel heel indrukwekkend was
het geval van de verzetsman
Peke Dolstra, die kort voor het
einde van de oorlog werd gear
resteerd. Na enkele dagen te
hebben vastgezeten en grondig
te zijn verhoord, werd hij in een
auto meegenomen naar een
plaats buiten de stad, waar hij,
daar behoeven we niet aan te
twijfelen, zou worden doodge
schoten.
Maar voor de fatale schoten
vielen zag Peke Dolstra kans
de beruchte chef van de Si-
cherheitsdienst Wilhelm Arthur
Albrecht te ontwapenen en ook
diens handlanger, een Belgi
sche Rexist, onschadelijk te
maken, waarna hij de benen
nam en heelhuids ontkwam.
Schokkend was eveneens het
geval, dat zich in het najaar
van 1943 afspeelde op het
Blokhuisplein, waar men twee
Duitse S.S.-ers zag lopen met
een - onbekend gebleven - ar
restant in de richting van het
Old Burger Weeshuis, de resi
dentie van de Duitse Ortskom-
mandant.
Plotseling sloeg de arrestant
een van die kerels hard tegen
zijn kop, zodat die pal achter
oversloeg, waarna hij de ande
re S.S.-er zodanig 'haakte' dat
die voorover klapte - daarna
ging hij er als een bliksem
schicht vandoor.
En wat de jonge Leeuwarder
Jan Kroes een jaar later uit
haalde loog er ook niet om. Na
een verhoor door de Duitsers in
het vroegere Spaarbankge
bouw op de hoek van het Zaai
land en de Zuiderstraat, werd
hij, bewaakt door twee Ftexis-
ten, te voet teruggebracht naar
de gevangenis.
Een van de bewakers liep voor
hem, de andere marcheerde
mee, terwijl hij achter hem liep.
Ter hoogte van het Waterlei
dinggebouw aan de Nieuwe-
weg gleed een van de kerels
door de gladheid van de weg
naar hem toe en kwam vlak
naast hem lopen, terwijl de
tweede op dat moment aan de
andere kant naast hem liep.
Door plotseling zijn beide ar
men keihard achteruit te slaan
en er meteen vandoor te gaan,
kon ook Jan Kroes aan zijn be
lagers ontkomen.
LACHWEKKEND
Een 'ontsnappingsverhaal'
waar we wel heel erg om heb
ben moeten lachen, kwamen
we tegen in het boek van dé
oud-verzetsman en oud-burge
meester van Amsterdam, Gijs-
bert van Hall, 'Ervaringen van
een Amsterdammer'.
De heer Van Hall schreef daar
in over razzia's, waarbij het er
de Duitsers om ging mannen
tussen achttien en vijftig jaar op
te pakken om naar het Oosten
af te voeren.
Op een vroege morgen kwam
een groot detachement Duitse
soldaten de dorpen Laren en
Blaricum binnen en zij brachten
de mannen, die in hun handen
vielen, naar tennisvelden aan
de Eemnesserweg.
Maar de hekken om die velden
hadden nogal wat gaten, zodat
een aantal van de gearresteer
den wist te ontsnappen en zich
in de bossen en op de heide
kon verbergen.
De rest, zo'n honderd en twin
tig man, werd 's avonds naar
een school in Bussum ge
bracht, om 's nachts met de
trein te worden afgevoerd.
Doordat een van de gevange
nen een w.c.-raampje ontdekte,
waarbij geen bewaker stond,
konden er nog eens circa zes
tig arrestanten ontsnappen,
voor de Duitsers dit gat in de
gaten kregen.
De plusminus zestig, die er
overbleven werden tenslotte in
een trein geladen, maar toen
men zich tussen Baarn en
Amersfoort bevond, kwam er
luchtalarm. De trein bleef in het
pikkedonker staan en ondanks
geroep en geschreeuw van de
bewakers wisten op één na al
len te ontspannen. Die ene
vond ontsnappen te griezelig
en bleef maar liever zitten.
"Dit was het enige resultaat
van een hele dag actie van een
compagnie Duitsers!" aldus be
sloot Mr. Van Hall zijn relaas.
Het moet jaren geleden in de
oude Weerklank zijn gebeurd,
dat een arbeider stralend thuis
kwam om zijn vrouw te verras
sen. Hij droeg een grote doos
bij zich en pakte bij het betre
den van de woonkamer meteen
letterlijk en figuurlijk uit: "Kiek
nou es meid, een mooi tillevies-
jetoestel voor een krats - mar
vijf en twintig gulden inne
maand!"
"Tsjonge, da's mooi" reageerde
de vrouw, "mar hoe lang sist
daar an vast, hoeveul maanden
must afbetale?" "Oh, just, ja"
begon de man te stotteren,
"daar he'k niet an docht, dat
he'k nog vergeten te vragen..."