'T KLEINE KEANTSJE
FRIEDOC
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELDNER OMHEEN
pagina 8
"Vijf over twaalf" voor de pispaal van Leeuwarden - dat zette de
Leeuwarder kunstenaar Jentsje Popma onder de fraaie en veel
zeggende tekening, die hij het vorige jaar van het monument
maakte, een plaat van 86x61 cm, acryl op board.
Ik had toen nog nooit met een
geweer geschoten, maar
Noordhof heeft mij enige in
structie gegeven bij de C.C.F.
Ik schoot dan in de richting van
de Tijnjedijk, waar buiten alle
maal mensen stonden. Dat
mocht natuurlijk niet, maar wat
wil je. Ik hield bij het schieten
maar wat hoog aan om de
mensen niet te raken.
Noordhof staat op de foto in
derdaad op de hoek bij het ho
tel en de Beurs. Ik heb daar
gestaan van half negen tot on
geveer drie uur. Alleen ben ik
even met Noordhof naar de
Ossekop geweest naar Eyge-
laar, waar we wat te drinken
kregen. Ik meen te weten, dat
Eygelaar met een zuster van
Noordhof was getrouwd.
Ik heb gehoord, dat deze
Noordhof, de man van de foto,
wiens identiteit werd gezocht,
nu niet meer in leven is.
Leeuwarden L. M. v. Vliet
DEOLDEHOVE
In het voorjaar is de omgeving
van de Oldehove, waarvan we
juist in de fotoprijsvraag een af
beelding zagen, opgeschoond
met veel lawaaimakende me
chanische raspen. Toen was
het beeld, zoals we dat op de
foto kunnen zien en dus klaar
voor de ontvangst van toeris
ten.
Nu, in juli, is de voet van de
toren met hoog opgroeiend
gras bedekt en ziet er zeer on
verzorgd uit. De inspringende
hoeken van de torenmuren
worden gebruikt als openbare
toiletten en geen wonder; de
beschaving van het mensdom
is nog niet zo ver gevorderd,
dat de gemeente Leeuwarden
toiletten beschikbaar kan stel
len.
Vernieling, bekladding, vervui
ling is het lot van genoemde
gebouwen en de voet van de
Oldehove geeft een gemakke
lijk en goedkoop alternatief. Het
resultaat van een eeuwenoud
mislukt bouwplan is toch er
gens goed voor.
Stervend staat het erfstuk daar,
omhangen met rouwgordijnen,
och arme!
De voorpagina van het julinum-
mer van 't Kleine Krantsje laat
zien hoe ijverig de Leeuwarder
bevolking prachtige stadseige-
ne contouren kon liquideren.
Zal de Oldehove hetzelfde lot
beschoren zijn? Het schaam-
kleed hangt nu al om het edele
torenuurwerk dat nu, met moei
te, de halve en hele uren met
zachte en zware slag wil aan
geven. Vaak laat het verstek
gaan.
Haver, gort en rogge, het eind
product van het duivenvoer,
groeit welig tussen de stenen,
inclusief diverse grassoorten.
De zandmortel van de voeten
wordt weggepikt vanwege de
zoutkristallen, die in mortel
aanwezig zijn.
De Leeuwarders wachten nu
op een "echte" renovatie.
Leeuwarden W. D. Lijfering
De onlangs opgerichte "Stich
ting Fries Documentatiecen
trum voor genealogie en ge
schiedenis", kortweg "Friedoc"
genoemd, heeft nu de beschik
king over een eigen kantoor.
Het is gevestigd op Nieuw Son-
nenborgh op nummer 58, dat is
tegenover het MCL-Noord. De
openingstijden zijn op maandag
en woensdag van half twee tot
half vijf en op elke eerste zater
dag van de maand, eveneens
van half twee tot half vijf
De Stichting Friedoc stelt zich
onder andere tot doel om ver
zamelingen, waarvoor bij be
staande archiefinstellingen, bi
bliotheken of andere
organisaties geen ruimte of be
langstelling is, toch als geheel
te behouden. De stichting wil
deze graag in eigendom of
bruikleen beheren.
Het postadres van de Stichting
Friedoc is: Postbus 6072, 8902
HB in Leeuwarden.
(Vervolg van pag. 4)
sen tegen Taekema's muur
aan.
Er werd een tijdje geleden ook
over de Wielerbaan geschre
ven. Mijn vader Louis Schot,
was vaak kelner in het café bij
de Wielerbaan. Zo konden wij
er gratis in. Wij hebben er ver
scheidene bekende wielrenners
ontmoet.
Ik heb niet veel gelegenheid
om naar Leeuwarden te ko
men, maar als ik er kom, voel
ik weer of ik thuis ben, al is er
ook veel veranderd.
Die goeie ouwe tied was inder
daad zo. Wij konden 's avonds
veilig op straat lopen. Nu durft
niemand dat meer. Op de deu
ren zware sloten en die zijn
dag en nacht op slot. Sommige
mensen hier doen al tralies
voorderamen.
't Kleine Krantsje brengt vele
goede en prettige herinnerin
gen voor mij.
Ik hoop dat het blijft bestaan.
Roy Utah, USA
Minnie Scheer-Schot
BIJ HET VERLAAT
Dat was een verrassing om
een afbeelding van het Verlaat
in 't Kleine Krantsje te vinden!
Vijf jaar geleden schreef u al
eens, dat de bekende Leeuwar
der Tjerk Voordewind zijn bij
naam Springer te danken had
aan een sprong over een sloot
in een hardloopwedstrijd, die
eindigde bij dat nu afgebeelde
Verlaat.
Bij onderzoek naar de afstam
ming van de familie Voorde
wind, die ook verre familie van
mij is, bleek dat de bedoelde
Tjerk (1791-1854) in juli 1817
bij de geboorte van zijn oudste
zoon deze bij de Burgerlijke
Stand aangeeft als Anne Tjerks
Siebrens en de volgende zoon
in april 1819 als Herre Tjerks
Springer.
Ik neem dus aan dat ergens
tussen deze twee data die
hardloperij heeft plaatsgehad,
waaraan de naam Springer te
danken is. Daar het eindpunt
toen bij het Verlaat lag is het
extra mooi daar nu ook een af
beelding van te hebben
Volgens Eekhoff lag dat sluisje
mét sluiswachterswoning, te
vens herberg, er inderdaad
sinds 1600 en is het een en
ander in 1727 helemaal ver
nieuwd. Daar dit Stadsverlaat
daarna niet is veranderd en
pas 1859 afgebroken werd, zal
Springer/Voordewind de her
berg zó hebben gezien als in
het Kleine Krantsje staat. Een
mooi punt voor het eind van
een wedstrijd!
Alleen waar die overgespron
gen sloot gelegen heeft zal wel
altijd een raadsel blijven. Op de
kaart van 1845 bij Eekhoff is
daar tenminste niets van te ont
dekken. Wel zegt hij dat in
1807 grond bij de Harlingertrek-
vaart gekocht is om de Sneek-
ertrekweg door te trekken -
van het Sneekertolhuis naar
het Verlaat - maar ik neem aan
dat daar geen tien jaar over ge
daan is én er al helemaal geen
sloot voor gegraven hoefde te
worden!
De voorplaat geeft nog een
mooie indruk van het pad dat
hij gelopen zal hebben én hoe
de polderjongens daar in het
midden van de negentiende
eeuw aan het werk waren. Die
huisjes op de voorgrond zijn -
dacht ik - de woonschepen
waar die jongens huisden? Al
met al was dit Krantsje weer
een lust om te lezen én voor
mij vooral om te kijken!
Ik heb bij mijn familie-naspeu
ringen al veel gegevens aan
het Kleine Krantsje te danken.
Mijn dank daarvoor.
Neede A. M. Dijkstra
WIE IS DEZE PERSOON?
De heer B. Dijkstra uit Apel
doorn, die in 't Kleine Krantsje
vraagt wie de persoon kan zijn
op een vijftig jaar geleden ge
maakte foto van de intocht van
onze bevrijders op de Wirdu-
merdijk, ken ik niet, noch de
man, van wie hij graag de iden
titeit wil weten.
Maar de foto zelf is mij zeer
bekend - die heb ik toch zelf
gemaakt? Het doet vreemd aan
om zomaar een foto uit je ei
gen vergeelde album in 't Klei
ne Krantsje aan te treffen. Bij
het maken van deze en andere
foto's ging het er niet om, wie
precies werd gefotografeerd -
ze werden gewoon voor later
vervaardigd als herinneringen.
Ik hoop dat 't Kleine Krantsje
nog lang mag blijven uitkomen
en uiteraard - dat ik het nog
lang zal lezen.
Leeuwarden Johan Witvoet
WIE IS DEZE PERSOON?
Op de bevrijdingsdag, 15 april
1945, zijn wij met tien man van
de Binnenlandse Strijdkrachten
plus de commandant B. Ster-
kenburg 's morgens omstreeks
half negen in het hotel Amicitia
aangekomen. We hadden die
nacht in de V.S. pepermuntfa-
briek gezeten.
In het hotel lagen zo'n driehon
derd gewonde soldaten, allen
met schotwonden in de buik.
Het waren gedeeltelijk oude
Duitse soldaten en gedeeltelijk
jonge Kroaten, die in Limburg
hadden gevochten.
Het is vreemd, dat hiervan
niets wordt vermeld in het boek
"Laarzen op de Langepijp" van
ds. Ype Schaaf.
De elf mannen van de B.S. kan
ik me nog goed herinneren en
de man, die nu op een foto in 't
Kleine Krantsje stond, was een
Noordhof, een marineman, die
ondergedoken was bij zijn
schoonvader De Jong in de
Resedastraat.
Noordhof had gevaren op de
Karei Doorman en nu, na de
bevrijding, moest hij zich al
weer spoedig bij de Marine
melden.
'i.
Jazeker, zó presenteerden heren turners zich bijna driekwart eeuw geleden aan het geach
te publiek: keurig in 't gelid, pink op de naad van de maillot. Het bijzondere plaatje is in
1921 gemaakt door André Lorié, die een fotozaak had aan de Voorstreek tegenover de
Dubbelepijp. De markante figuur links is waarschijnlijk de gymnastiekleraar Dobbinga en
verder zien we een De Jong, Bias Visser, Jan Visser en tenslotte een atleet, wiens naam
na al die jaren helaas in het vergeetboek is geraakt. "Ach ja, zo was het toen..." zullen veel
veteranen van nu weemoedig verzuchten.