MONUMENTAAL BOEK OVER
GEVALLENEN IN INDIË
EEN MEMORABELE MAN
'T KLEINE KEAHTSJE
VAN DE HAND VAN JACKKOOISTRA
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 8
Tijdens de strijd om Nederlands-lndië woonde er op Schilkampen bij Leeuwarden
het veehoudersgezin van Sjoerd Koopmans en Minke de Haan. De oudste zoon
Andries, die vader meehielp op de boerderij, werd met het oog op die gevechts
handelingen gekeurd voor de militaire dienst en goed bevonden. Enkele malen
kreeg hij uitstel, maar tenslotte moest hij toch vertrekken: in mei '47 scheepte de
tweeëntwintigjarige zich voor de verre reis op het troepentransportschip Kota Ba-
roe in. Nog geen twee jaar later, in april '49, werd Andries Koopmans op Java
dodelijk getroffen door een Indonesische mortiergranaat. Hij kreeg daar een laatste
rustplaats, maar zijn ouders hebben altijd de wens gehad om hun oudste jongen te
laten herbegraven op de Rooms Katholiekei begraafplaats in Leeuwarden. Het
verzoek daartoe werd door de autoriteiten afgewezen: het was te duur.
Dit alles ontlenen wij aan het
pas verschenen boek 'Gevalle
nen uit Friesland in Neder
lands-lndië - Het vergeten le
ger 1946-1950' van de Friesch
Dagblad-journalist Jack Kooi-
stra, die eerder als 'nazi-jager'
onder de aanduiding 'De twee
de Simon Wiesenthal' al grote
bekendheid kreeg.
Met deze publicatie, een stan
daardwerk van driehonderden
vijftig pagina's, heeft Jack Kooi-
stra een indrukwekkend monu
ment opgericht ter nagedachte
nis aan de
honderdzevenenvijftig uit Fries
land afkomstige Nederlandse
militairen, die hun leven verlo
ren bij wat werd genoemd 'De
handhaving van de Openbare
Orde, Vrede en Veiligheid in
het voormalig Indië'.
Van alle 'Friese' gesneuvelden
heeft de auteur met een noeste
arbeid van jaren een levensbe
richt gemaakt en hun foto's ver
zameld en zo met medewer
king van zeer velen op een
indringende en piëteitvolle wijze
een bewonderenswaardig werk
verricht.
"Het overgrote deel van de
militairen, die bijna een halve
eeuw geleden naar 'Indië' ver
trokken, ging daar niet heen als
vrijwilliger," aldus Jack Kooistra
in een persoonlijk woord voor
af. "Vrijwilligers vond men voor
al onder de eerste eenheden
die in 1945 en 1946 naar dat
land gingen. De anderen móes
ten, hadden opdracht van de
Nederlandse regering ontvan
gen. Verzet tegen uitzending
betekende, dat zij voor jaren in
de gevangenis konden komen.
Bij het verzamelen van de ge
gevens voor dit boek bleek, dat
de familie het verlies ook na
zoveel jaren nog niet volledig
heeft verwerkt. Het gemis was
er nog steeds. Veel nabestaan
den, ouders, broers en zusters,
waren ook nog steeds verbit
terd over de houding van de
'overheid'. Men vond, dat op
eenvolgende regeringen hen in
de kou hadden laten staan. Ou
ders vonden het vreselijk dat zij
nooit van de overheid de gele
genheid hadden gekregen om
het Indische graf van hun kind
te bezoeken - en veel ouders
hebben nooit het geld kunnen
verdienen om zo'n bezoek zelf
te betalen."
DERTIG LEEUWARDERS
In de periode 1946-1950 ver
trokken er ongeveer honderd
vijfenzeventigduizend militairen
naar het toenmalige rijksdeel
Nederlands-lndië. Van hen zou
den er 4751 jonge mannen niet
terugkeren. Daar waren dus
honderdzevenenvijftig Friezen
bij en, volgens opgave van
Jack Kooistra, kwamen er der
tig gevallenen uit Leeuwarden.
Beperken we ons tot deze der
tig Leeuwarder gesneuvelden,
dan moeten we zeggen bij het
lezen van hun levensberichten
en evenzovele drama's door tal
van schokkende bijzonderhe
den getroffen te zijn.
Zo blijken bijvoorbeeld drie jon
gens door vuur van eigen ka
meraden te zijn gedood. Het
zijn de tweeëntwintigjarige Hoi-
te de Graaf, die aan het Olde-
galileën woonde, en die per
vergissing door het hoofd werd
geschoten, Gerben Hoekstra
(20) uit de Grote Hoogstraat,
die voor een 'pelopper', een te
genstander, werd aangezien en
Jan Luinstra (25) van de Gro
ningerstraatweg, die mefi' even
eens abusievelijk aanzag voor
een extremist.
Tragisch waren vanzelfspre
kend ook de omstandigheden,
waaronder de anderen hun jon
ge leven verloren. Zoals de ne
gentienjarige Hendrik Jagersma
uit de Houtstraat, die gedood
werd door het ontijdig ontplof
fen van een handgranaat, de
tweeëntwintigjarige Fré Pol uit
de Van Asbeckstraat, die bij
het verlaten van een vrachtauto
op een landmijn sprong, Sietse
Krol (21 jaar, Meidoomstraat)
door het ontploffen van een
benzinebrander, Willem Koot
(21; Wouwermanstraat) bij het
repareren van een transforma-
torkast, Wilke Pellen (20; Looy-
erstraat) Durk de Haan (20
jaar, Camminghastraat) en
Fedde Hoekstra (22; Spoor
straat), door het vuur van sluip
schutters, Pieter Boonstra (24,
Emmakade aan boord), die met
Een memorabele stadgenoot,
een echte Leeuwarder - dat
was hij zeker: de kapper Hen
drik Gejas, die in 1969 op de
hoge leeftijd van bijna vijf en
negentig jaar overleed. Niet al
leen dank zij zijn hoge ouder
dom was hij een bekende fi
guur in de stad: als barbier,
maar - heel lang geleden - ook
als caféhouder moeten ontel
baar vele Leeuwarders hem
hebben gekend.
In zijn jonge jaren was deze
zoon van een barbier afwisse
lend kelner en barbiersbedien-
de en soms vervulde hij beide
functies tegelijk. Hij werkte in
verschillende cafés, eerst in
Hallum, daarna in Oenkerk en
in Leeuwarden, maar tenslotte
vestigde hij zich als kapper in
Hendrik Geas was een memo
rabele stadgenoot: hij mocht
zich de oudste nog werkende
kapper van Nederland noemen.
(Foto: Fenno Schoustra)
de Baljeestraat. Twee en dertig
jaar lang hanteerde hij daar het
mes en de schaar.
Door zijn uitzonderlijke vitaliteit
duurde het lang voor de heer
Gejas van ophouden wou we
ten. Tenslotte werd hij, notabe-
ne op zijn zes en tachtigste, de
oudste nog werkende kapper in
Nederland. De radio vond het
toen de moeite waard om naar
Leeuwarden te komen - zo kon
deze krasse veteraan voor heel
ons land van zijn nimmer afla
tende werklust getuigen.
Maar een jaar later hing hij dan
toch de scheerkwast aan de
wilgen. Wel bleef hij (jaarna zijn
vriendenkring verbazen met zijn
verbluffende goocheltoeren -
de grijsaard nam de mensen te
pakken, waar ze bij zaten.
Stadgenoot Jack Kooistra schreef een bijzonder boek: "De verge-,
ten oorlog". (Foto: Friesch Dagblad)
zijn vliegtuig tegen een berg
helling aanvloog en Gerrit de
Jong uit de Tweede Parkstraat,
die in een hinderlaag viel.
Van de drieëntwintigjarige Har
ry Steggerda uit de Franeker-
straat moet aangenomen wor
den, dat hij door Indonesische
extremisten is omgebracht en
de vierentwintigjarige Pieter
Jan Oosterbaan uit de Grote
Kerkstraat is waarschijnlijk ont
voerd en gedood.
Door het weigeren van twee
verschillende wapens werd
Hessel Jan Kuipers (21) uit de
Troelstraweg door de vijand uit
geschakeld; eveneens door vij
andelijk vuur vielen Hinne
Brander (23 jaar); Torenstraat
in Huizum), de twee en dertig
jarige Jense Wibalda, Hendrik
van der Land (20 jaar, Tijnje-
dijk), Joseph Meerding (22 jaar,
Transvaalstraat), Wim Meeuw-
sen (21 jaar, Cambuursterpad),
Rein Vellinga (22 jaar, Jacob
Binckesstraat) en Dirk Hiemstra
(23 jaar, Sacramentsstraat).
Ook door andere oorzaken
moesten verschillende jongens
hun leven laten, zoals Luitzen
Visser (23 jaar, Blokkepad), die
tyfus kreeg, Comelis Wijnberg
(27 jaar, Harlingersingel) door
kinderverlamming, Jan Wijning
(24 jaar, Huizumerlaan), die bij
het opblazen van een brug ge
raakt werd door een brok steen
en Teake Hoeksma (23 jaar,
Amelandsstraat), die veronge
lukte bij een verkeersongeval.
En wel heel tragisch was na
tuurlijk ook het om het leven
komen van de tweeëntwintigja
rige Klaas Jan Faber uit de Ke-
telsteeg bij het Zuidvliet. Hij
had alle acties overleefd en hij
was aan boord van de Kota In-
ten op weg naar huis, toen hij
door een ongeluk onder Suma
tra overboord sloeg en niet kon
worden gered.
In het levensbericht van Gerar-
dus Smits, een drieëntwintigja
rige jongen uit de Huizumer
Kerkstraat, de tegenwoordige
Jouwsmastraat, die ook door
tyfus overleed, schreef auteur
Jack Kooistra: "Begin 1947 ont
ving de familie Smits een on
persoonlijk, haast steriel briefje
van de gemeente Leeuwarden,
voorzien van een handtekening
van de toenmalige burgemees
ter mr. A. A. M. van der Meu-
len. Twee alinea's naar aanlei
ding van het overlijden van hun
zoon en broer Gerardus, waar
van de tekst luidde: "Ik wil niet
nalaten om U en Uw gezin in
dit zoo droevige verlies mijn
hartelijke deelneming te betui
gen". De minister van Oorlog
uit die dagen, mr. A. H. L. J.
Fiévez, vond die zinsnede ken
nelijk troostend: "De gedachte,
dat Uw zoon in dienst van het
Vaderland is gestorven moge
er toe bijdragen, Uw leed ee-
nigszins te verzachten"
BIJZONDER DOCUMENT
Samenvattend: het boek 'Ge
vallenen uit Friesland' van Jack
Kooistra is een bijzonder docu
ment geworden, een memora
bel monument voor de velen,
die in het verre Indië zo drama
tisch hun leven verloren.
Fenno L. Schoustra