DE VERDWENEN STAD
KWAJONGENSWERK.
DAG EN NACHT
WERKEN...
'T KLEINE KRANTSJE
MINNEMAHUIS
ZOMAAR GESLOOPT
OLDEHOVE: OUD KRENG
GOEIE OUWE TIJD
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 11
(Vervolg van pag. 8)
stadswapen afgeleid van het
wapen van dit geslacht. Als
eerste generatie vermeldt het
stamboek zekere Hercke Min-
nema. Diens achterkleinzoon
was de bekende Leeuwarder
olderman en raad van George
van Saksen, Frans Sipckes
Minnema die in 1512 overleed.
Aangenomen mag worden dat
deze Frans - hij trouwde drie
maal - het huis met zijn gezin
bewoonde. Van zijn kinderen
zijn er drie waarvan een portret
bewaard is gebleven; deze be
vinden zich in het Fries Mu
seum. Het bekendst is dat van
Frans Minnema (de jonge) op
het linker zijpaneel van een
drieluik. Op de pendant zijn
diens vrouw Wyts Jongema en
hun kinderen te zien. Een van
deze kinderen, Franske, werd
later afzonderlijk geportretteerd.
Dit portret dat in de Amelander
kamer van het Fries Museum
hangt heeft als tegenhanger
het portret van haar man Pieter
Sickes van Cammingha.
Het drieluik met Frans en Wyts
kwam via J. H. Halbertsma in
het museum (middeleeuwse af
deling) en was afkomstig uit het
Heremahuis in Bolsward.
Een dochter van olderman
Frans en zuster van Frans de
Jonge was Ymck. Een portret
van haar uit 1537 hing ooit in
Liauckemastate te Sexbierum.
Via de familie Grotenhuis kwam
ook dit portret in het Fries Mu
seum. Een andere dochter van
de oude Frans was Luts die is
afgebeeld op een familieportret
uit 1532. De portretten van
Frans, Ymck en Luts worden
toegeschreven aan een schil
der die bij gebrek aan een
naam, de meester van de Min-
nemaportretten wordt ge
noemd.
Het geslacht Minnema stierf
reeds in de 16e eeuw uit. Het
Minnemahuis vererfde op ande
re Friese adellijke families
waaronder de Liauckema's.
Literatuur:
W. Dolk; Leeuwarden gephoto-
grapheerd; Leeuwarden 1975.
W. Eekhoff; Geschiedkundige
beschrijving van Leeuwarden;
Leeuwarden 1846.
R. Elward en P. Karstkarel;
Stinsen en States; Leeuwarden
1992.
M. de Haan-Hettema en A. van
Halmael; Stamboek van den
Frieschen Adel; Leeuwarden
1846.
H. Janse; Vensters; Schiedam
1977.
Leeuwarder Courant 24-9-
1959; Sloop van hotel Nieuwe
Doelen enz.
Fenno Schoustra; Minnemahuis
en de Doelen... in: Leeuwarder
gemeenschap 8e jrg. no. 10,
(oktober 1959).
J. R. G. Schuur; Leeuwarden
voor 1435; Zutphen 1979.
C. L. Temminck Groll; Middel
eeuwse stenen huizen..; Den
Haag 1963.
A. Wassenbergh; L'art du port
rait en Frise au 16me siecle;
Leiden 1934.
Leeuwarden Jan Zijlstra
Het oude Leeuwarden, dat verdween. Tulpenburg tussen de Achter de Hoven en de
Romkeslaan. Net als in het Werkmanslust en aan de Landbuurt: wel voortuintjes, maar
geen trottoirs. (Foto: Fenno Schoustra)
Een slechte gewoante kanne je
beter vandaag dan morren afle-
re, want de kracht van een
minne gewoante groeit met de
dag.
Toen Opa en Oma nog leef
den, in de zogenaamde goeie
ouwe tijd, wisten de mensen
wel wat werken was. Arbeidstij
den, waaraan geen eind leek te
komen, werden als de gewoon
te zaak van de wereld be
schouwd. Zo gebeurde het ook,
dat er niet alleen overdag,
maar ook 's nachts werd ge
werkt.
Op een zomerdag in 1895 be
gonnen twee stadsreinigers 's
avonds om tien uur met een
onwelriekend werkje, waarvan
zij wisten, dat het vele uren zou
duren.
Het waren de vier en dertigjari
ge Gaerle van der Wey, wo
nend in de Boterhoek en de
dertigjarige Willem Topma, wo
nend in de Weerklank, die op
dat late tijdstip de mouwen op
stroopten om vanuit een put op
het asland gier over te pompen
■in een vaartuig, dat aan een
zekere Geert Schoustra toebe
hoorde.
Dat deden ze trouwens wel va
ker in het holst van de nacht en
zij waren er ook aan gewend,
dat de schipper zo omstreeks
half een, een uur met een bak
je koffie kwam. Toen dat in
deze nacht niet gebeurde wa
ren Gearle en Willem zo vrij om
een oom van de schipper te
waarschuwen, die met andere
gezinsleden in de stankvrije
achterkajuit sliep.
De oom stond onmiddellijk op
en trok op onderzoek uit, waar
bij hem tot zijn ontsteltenis
bleek, dat de zeven en twintig
jaar oude Geert Schoustra ge
kleed op de grond in de niet
stankvrije voorkajuit lag, dood.
En op de bank in diezelfde ka
juit lag het levenloze lichaam
van z'n knecht, de zeventien
jaar oude Jan Hendrik Koers.
Dokter Schreuder, direct door
Gearle en Willem gealarmeerd
moest vaststellen dat Geert
Schoustra en Jan Koers door
de vrijkomende gassen van de
gier waren gestikt. En het poli
tieonderzoek, nog diezelfde
nacht, wees uit, dat er in dit
geval van schuld, van wie dan
ook, geen sprake was.
PIETER SI PM AWE!
RENGERSLAAN
(Foto's: Fenno Schoustra)
Door de jaren heen is de Olde-
hove in Leeuwarden een bij
zondere trekpleister geweest.
Heel wat toeristen hebben een
bezoek aan de stad niet willen
beëindigen voor de oude sche
ve toren te hebben gezien.
Eens zag een bewoonster van
de Westerplantage, hoe drie
keurig-geklede-dames-van-bui-
ten zich door de Torenstraat
spoedden, in de richting van de
Oldehove.
Toen hoorde ze een van de
drie, kennelijk aan het eind van
haar krachten, vragen: "Mutte
we nou nog ver lope om dat
ouwe kreng te zien?"