•t kleide keahtsje HET MILITAIRE LEVEN IN HET VROEGERE LEEUWARDEN OOKVROEGER BRUUTGEWELD Jmc net mts it VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 7 In het stuk over Thomson in een vorig Krantsje heb ik iets over diens verblijf in Leeuwar den geschreven. Maar er valt meer over het vroegere militai re leven in deze stad te vertel len. Mijn grootvader van moeders zijde was ten tijde van Thom sons verblijf in Leeuwarden ad judant bij de staf van het 9e Regiment Infanterie. Hij had een goede relatie met Thom son. Na Thomsons vertrek uit deze stad bleven ze over poli tieke en militaire zaken met el kaar corresponderen Thomson volgde, toen hij voor het militaire beroep koos, een familietraditie: zijn vader was officier van gezondheid. Bij mijn grootvader ging dat heel an ders, hij was het vierde kind uit een gezin van acht kinderen. De moeder stierf toen hij 12 jaar was. Voor zijn verdere op voeding kwam hij toen samen met een jonger broertje in het gezin van een oom terecht. Deze oom was hoofd van een school waaraan ook een school voor onderwijzers verbonden was. De bedoeling was dat de broertjes later onderwijzer zou den worden. Oom was van een legendarische strengheid en dat was mijn grootvader niet gewend. De oom had zelf zes kinderen die allemaal in het on derwijs terecht zijn gekomen, twee ervan werden hoogleraar. Mijn grootvader kon zich in het strenge milieu niet schikken. Hij verliet het gezin van zijn oom en meldde zich bij de kazerne. Zijn militair zakboekje geeft aan hoe hij, Gosse Anne Gosses, geboren op 17 oktober 1872 te Beetsterzwaag, op 1 juli 1887 vrijwillig in dienst trad "als tam boer voor acht jaren met een premie van 30,-". Hij was toen dus 14 jaar oud. Een vraag die al gauw opkomt is of de jonge tamboer met die over gang van het schoolmeesterlijk naar het militair gezag niet van Het militaire leven in het vroegere Leeuwarden: grote parade op het Wiiheiminapiein (Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje) de regen in de drup is geko men. Eerdergenoemd zakboek je bevat wat dat betreft enige aanwijzing, want we lezen daarin onder het opschrift "Grondslagen der onderge schiktheid" het volgende: "Hare Majesteit de Koningin begeert dat eene trapsgewijze onderge schiktheid worde onderhouden welke zacht en vaderlijk zij, en, op rechtvaardigheid gegrond, alle onderdrukking uitsluit. De Koningin wil dat de soldaten met zachtheid en menschle- vendheid worden behandeld." Dat klinkt bijna ontroerend maar even verder staan we weer met beide benen op de grond als we lezen: "De Konin gin wil dat de meerdere in den miQdere in rang eene lijdelijke gehoorzaamheid vinde, en dat al de gegeven bevelen letterlijk en onverwijld ten uitvoer wor den gebracht." We mogen aan nemen dat de nadruk op de laatstvermelde bepaling zal hebben gelegen. Die veronder stelling wordt gesteund door het feit dat Thomson na zijn komst naar Leeuwarden al spoedig in conflict kwam met zijn superieuren omdat hij zijn soldaten vrijwel nooit strafte. PROGRESSIEF Zijn denkbeelden over tucht en democratie waren voor die tijd zeer progressief. Ze vormden ook een punt in zijn verkie zingscampagnes voor de Tweede Kamer. In de geschiedenis van het 9e Regiment Infanterie neemt Leeuwarden een belangrijke plaats in. Dit legeronderdeel werd opgericht in 1903. Inter nationale pogingen om tot ont wapening te komen waren mis lukt en de regering had besloten om jaarlijks meer dienstplichtigen op te roepen en het aantal van acht regi menten met één te verhogen. De regimentsstaf van het nieu we legeronderdeel kwam in Leeuwarden. Tijdens manoe- vres op de Veluwe reikte konin gin Wilhelmina het regiments vaandel uit onder het spelen van de defileermars van "het Negende". Het regiment had een eigen stafmuziekcorps. Ik herinner me een verhaal van mijn grootvader over de kapel meester en de onder-kapel meester. Tussen beiden was nog wel enige rivaliteit. Nu was het zo, dat een van hen zelf een mars gecomponeerd had waarop hij erg trots was. In zijn compositie kwamen passages voor die bijzonder veel leken op gedeelten uit een andere zeer bekende mars. De collega van de componist kon nooit na laten om, wanneer hij de com positie van zijn vakbroeder speelde, deze dan eerst vooraf te laten gaan door die andere bekende mars. Een ander verhaal is dat van de bokkerijder, een bekende Leeuwarder figuur uit die tijd. Op zekere morgen marcheerde een peloton soldaten van "het Negende" over de Groninger straatweg. Ze waren op weg naar een toendertijd achter het Oude Tolhuis gelegen schiet- terrein. De militairen hadden de pas er goed in. Halverwege kregen ze genoemde bokkerij der in zicht die met zijn bokke- wagen midden op de weg in dezelfde richting reed. De luite nant die voorop liep wilde zijn formatie niet verbreken om te kunnen passeren. Hij riep daar om de bokkerijder toe opzij te gaan. Of het zijn commando- toon was of omdat de bokkerij der van nature niet van gezag hield is niet bekend, in ieder geval bleef laatstgenoemde midden op de weg rijden. De ongeduldig geworden luitenant porde daarop de bokkerijder stevig met zijn sabel in de rug. Deze bedacht zich niet, draaide zich halfom en gaf de luitenant een flinke slag met zijn zweep. Het resultaat van deze scher mutseling was dat beide heren even later vechtend over de Groningerstraatweg rolden. Lui tenant en bokkerijder bleken aan elkaar gewaagd. Pas toen het peloton van de verbazing over dit schouwspel bekomen was kon de strijd met mede werking van de voorste man schappen in het voordeel van het leger worden beslist. De doorgang werd vrijgemaakt en luitenant en soldaten konden hun weg naar de schietbaan vervolgen om zich daar verder aan het meer reguliere hand werk te wijden. Gedurende de eerste wereld oorlog is het 9e Regiment in Brabant bij de Belgisch-Neder landse grens gestationeerd ge weest. Het werk bestond voor een deel uit patrouillediensten. Na het einde van de oorlog keerde het regiment naar Leeu warden terug. In het begin van de jaren twintig werd het korps ingekrompen en in 1922 volgde overplaatsing naar Assen. Naar ik vrees zal het daar toen gedaan geweest zijn met het Friese spek. Speciaal voor de soldaten van het garnizoen Leeuwarden werd de erwten soep altijd bereid met Fries spek aangezien de soldaten het in het leger gebruikelijke Gelderse spek niet lustten. Groningen Kees Niemendal (Vervolg van pag. 4) Het moet omstreeks 1928 zijn geweest, dat er een bediende uit de Achterhoek intern in het gezin kwam, een Van Keste- ren, met wie de zuster van Ja cobus later zou trouwen. Onder deze naam Van Kesteren zou de zaak tot grote bloei worden gebracht. Jacques, die graag een borrel dronk, groeide uit de familie en kwam in een grote wagen van de Friesche Koe bij het Werk- manslust terecht - hier ging hij ijsco's en chocolademelk verko pen. Als artiest was het toen moeilijk aan de kost te komen. Het was in 1938, dat ik hem hier leerde kennen, doordat mijn broer mij eens meenam naar dit "sukelade-tentsje". Ik zag daar allemaal foto's aan de wand en dat was voor mij een openbaring. Vooral de foto, waar hij "verkleed en veran derd" op stond en die in op dracht van "Fen Fryske Groun" was gemaakt, was wonderbaar lijk. Hij had zo vermomd door de stad gelopen en het blad had het voor die tijd reuzenbedrag van vijftig gulden uitgeloofd voor degeen, die hem als de artist Ensing zou herkennen. Maar dat was niemand gelukt. De humorist-conferencier. Ja- ques Ensing had geen Fries, maar een Nederlands repertoi re. Alle oudere musici hebben hem wel eens begeleid. Zelf sprak hij altijd over Daan Scheepstra, "Poepeltsje" Sme ding en vele anderen. Hij werk te ook wel met Ybe Zandber- gen-Bergini uit Grouw en met de zich professor Casteletto noemende Stoett uit de Sint Ja- cobsstraat. Met mij zullen velen nog terug denken aan Jacques Ensing, die ik nooit slecht gehumeurd heb gezien en die ook lange tijd met de humorist Jordan een bekend duo vormde. Die wa ren, naar ze zelf zeiden, "be schaafd, amusant en avondvul lend" en ze waren te engageren voor feestavonden en cabaretuitvoeringen. Leeuwarden Ritsko J. van Vliet senior INTELLIGENTIETEST Het Coulonhuis in de Doele- straat, waarover u een vorige maal schreef, werd in de derti ger jaren gebruikt als keurings kantoor voor jonge Leeuwar ders, die aangewezen werden om hun dienstplicht te gaan vervullen. Bij deze keuring werd ook een "intelligentietest" afgenomen. Zoals deze met drie cirkels op één papiertje, A. B. en C. A. is groter dan B. en B. is gro ter dan C. Kruis de grootste cir kel aan. Volgende briefje: vier vierkant jes, A., B., C. en D. A. is de grootste, dan volgt B. en daar na C. en tenslotte D. Wijs aan welk vierkant het kleinste is. Derde briefje, vier balkjes, A.B., C. en D. Als B. groter is dan DL welk vierkant is dan het klein ste? Enzovoort, enzovoort. Op dat moment was voor mij de lol van het soldatenleven er al af... Leeuwarden Lijfering Soms denken we misschien, dat onbegrijpelijk agressief ge drag iets is van deze tijd en dat dit vroeger nooit voorkwam. Maar dat is toch niet zo. Ook in "die goeie ouwe tijd" werden er wel mensen plotse ling op straat aangevallen en tot bloedens toe verwond. In 1934 gebeurde zoiets in de Spoorstraat op een late zater dagavond, toen een jongeman op het punt stond daar in de stadsbus te stappen. Voor hij er binnenkwam werd hij door vier kerels aangevallen en zo toegetakeld, dat hij be wusteloos op straat kwam te liggen. Terwijl de dappere daders op de fiets de plaats poetsten, moest een snel gewaarschuw de arts constateren, dat het slachtoffer een schedelbasis- factuur had opgelopen. Per politiebrancard werd de jongen naar het ziekenhuis ge bracht. Daar kwam aan het licht, dat het kwartet onverlaten de jongeman al een tijd had gevolgd, voor de heren met bruut geweld in actie kwamen. Alzo: ook toen al, anno 1934...

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 7