VAREN IN VROEGER JAREN EEN PATS OM DE OREN. LEUKE HERINNERINGEN 'T KLEINE KRANTSJE van der MEER Een kerstdiner in stijl? hele gezellige kerstdagen en een gelukkig en gezond, stijlvol en culinair 1996 ASSU RANSJEKANTOAR VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 16 Rinze van der Heide schreef in 't Kleine Krantsje hoe mooi het was met een bootje te varen door Friesland. Ook ik heb die tijd gekend toen wij in de derti ger jaren in het bezit waren van een bescheiden toerbootje. Een oom van mij, wonend in Den Haag, schreef mijn vader om hier eens uit te kijken naar een motorbootje. Fokke Dijkstra, motorhersteller bij de Potmar- gewal werd gepolst en die kwam al gauw met een adres waar een bootje te koop was. Dat was bij de heer Mulder in Giekerk, een roggebroodbak ker. Wij er heen met Dijkstra en het bleek een geschikt scheepje te zijn. Oom werd dus verwittigd van een en ander, maar die be sloot toch maar om daar een bootje te laten bouwen. Het bootje van Mulder en de ge vraagde prijs stonden mijn va der wel aan en wij kochten het toen zelf. We voeren er mee naar Leeuwarden en daar moest het natuurlijk ook een goede ligplaats hebben. Ook daar wist Dijkstra een oplossing voor en wel bij Voordewind in de Romkeslaan. Deze Voorde wind, toen al een oude baas, was een vroegere kameraad van mijn grootvader Gosse Romkes op het Vliet. Hij was de vader van de vertellende commissaris Voordewind uit Amsterdam. Het schiphuis lag naast zijn woonhuis en kwam uit op de Potmarge. Er lagen meer boot jes in, onder andere een mooi houten sloepje met een defecte motor. Dit was van deurwaar der Van der Woude van de Nieuweweg. Dat had die man gekocht voor goed geld, maar hij heeft er nooit mee kunnen varen. Verder lag er een leuke boot in van Klaas Eijgelaar, de toen bekende caféhouder uit de Uniabuurt. Een aardige man, maar wat kort aangebonden. De meeste van de vrij eenvou dige toerbootjes in die tijd had den, zoals dat van ons en dat van Klaas, een benzinetank voor in de kop met een vuldop op het voordek. Door een luikje kon je bij de benzinekraan voor de toevoer naar de motor ko men. Wij konden toen, daar de win kels, dus ook die van mijn va der, tot zaterdagsavonds tien uur geopend waren, alleen op zondag het water op en Klaas ook met z'n gezin. Op een keer kwam ik in de week eens in het schiphuis om even de boel wat na te zien en trof daar Klaas aan met een motormonteur. Klaas mopperend: "Het is een stuk van je leven. De hele dag verloren" enz. enz. Wat bleek? Klaas had zondagmorgen zijn gezin ingeladen, de motor aan- geslingerd en was weggevaren. Maar honderd meter verder bij de Spoorbrug sloeg de motor af en hij kreeg hem niet weer aan de gang. Dus het spul weer naar het schiphuis ge- boomden naar huis. Maar wat was nu het grote eu vel geweest? Nadat de familie was ingestapt en de boot het schiphuis was uitgevaren, sloeg Klaas de motor aan door eerst door het luikje voorin, aan de benzinekraan een haal te heb ben gegeven. Honderd meter verder was het dus 'stop'. De benzinekraan had nauwelijks open gestaan en de toevoer was te klein gebleken om de motor aan de praat te houden. Hij kon kennelijk beter met de bierkraan omgaan dan met de benzinekraan. Hij was trouwens in die tijd Kampioen Biertapper! Verder was alles in orde, alleen de haast had hem parten ge speeld. Je zag in die tijd ook vreemde pieremachochels op het water. Ik herinner me er nog een paar. Een drijvend geval, een boot kon je het niet noemen. Iemand had voor een koopje een 'boot' laten maken bij een of andere smid. Het geval zag er uit als een ijzeren bak met een punt. En het ergste was dat de klinknagelkoppen aan de buitenkant zaten. De bak was aan de binnenkant geklon ken! Meisjes van de loketdienst van het station lieten een kruisertje bouwen ergens in Groningen. Blijkbaar bij een stel fietsenma kers. Toen werd een aftandse automotor ingebouwd en ook een w.c. Het maaksel werd door een beurtboot naar Leeu warden gesleept en kwam hier door de overlopende w.c. half vol water aan. Hoe iedereen het wist is me nog een raadsel, maar achter aan de Kanaalweg was het zwart van de mensen, want daar lag het geval tegen de kant. Het geheel was niet om aan te zien, zo schandelijk zag het er uit. Er was kennelijk niet een goed spantenplan ge weest, met als resultaat een bak vol bulten en kuilen. Een paar dagen later lag het op de Weaze tegenover ons huis. Daar woonde Bulthuis, die in tweedehands auto's handelde en die nu probeerde dit scheepsmisbaksel aan de man te brengen. Weer veel publiek. Waar het wrak gebleven is weet ik niet, maar gevaren heeft het niet. Een dikke strop voor die meisjes. In de twintiger jaren woonden wij in het ^zogenaamde Rooie Dorp en was ik kameraad met Joh. Hoekstra. Hij werkte bij zijn vader en ook zijn oudere broer en een zwager werkten daar. Ze waren stucadoor. Die wilden een kruisertje bouwen van beton. Langenberg, de be kende scheepsbouwer bij de Poppebrug, maakte houten mallen en die werden op de kop opgesteld, zuiver in lijn. Hierover werd fijn kippegaas gespannen en dit werd vervol gens beraapt met een mengsel van beton en fijngemalen kurk. Toen deze laag dik genoeg en gedroogd was, werd de boot omgekeerd en werden de mal len verwijderd. Daarna werd de binnenkant flink aangesmeerd en de motorfundering aange bracht. Er werd, zoals toen veel gebeurde, een gebruikte auto motor ingezet, doch zonder keerkoppeling. De schroef kon dus niet in de vrijloop en ook niet achteruit slaan. Je moest heel voorzichtig manoeuvreren. Maar het scheepje voer. Een paar bankjes erin en een vloer en klaar was Kees. Op een za terdagmiddag hebben we er een woonscheepje van een kennis mee versleept van Snakkerburen, via de Grote Wielen en Rijperkerk naar een heilinkje in Veenwoudsterwal. Er was geen verlichting op de boot maar tegenliggers waren er niet. De boot had een lig plaats in de bocht van de Pot marge, bij het houten woonhuis van de gardenier Rinsema. Ter plaatse ligt nu de brug in de Pieter Stuyvesantweg. Een tijdje later is er 's nachts een grote kolentjalk, op weg naar de Huizumer gasfabriek, boven op gevaren en die kraakte de boot. De resten lig gen misschien nog op de bo dem? Enige jaren voor de oorlog kwam ons bootje te liggen in de nieuwe schiphuizen van Adema aan de Potmarge. De laatste restanten liggen er nog. De boot moest vijf lange jaren ongebruikt blijven liggen. Nu had iemand in het begin van de oorlog, dichter naar Huizum, ook nog een rij schiphuizen ge bouwd van oud afbraakmateri aal, maar toch wel netjes. Ze (Vervolg op pag. 17) Op de hoek van de Groninger straatweg en de Bleeklaan, waar we nu het appartemen tengebouw dé Hoeksterpoort kunnen vinden, was in vroeger jaren - naast de oude herberg van Klopma - een pleintje, waarop vrachtrijders hun wa gens stalden. Een van die mannen was een De Boer uit Drachten - elke dinsdag en vrijdag kwam hij hier in de stad. En twee Leeu warder jongens, Eelke Boetes en Jan Faber, staken vaak bij hem een helpende hand uit; zij brachten wel pakjes voor hem weg, waarvoor ze dan met een paar centen werden beloond. Eens kwamen die knapen daar toen De Boer er niet was. Maar zijn fiets stond er wel. En dat was wel heel erg verleidelijk. Na enig dubben sprongen Eel ke en Jan er op en gingen er vandoor. Beurtelings hanteer den zij het stuur en ze hadden de grootste lol. Maar het liep al tegen tweeën en ze wilden niet te laat op school komen. En de fiets te rugbrengen durfden ze ook al niet. Intussen evenwel hadden ver schillende schoolgenootjes zich nogal jaloers aangemeld en Van den Berg State Verlengde schrans 87 8932 NL Leeuwarden Tel: 058-2800584 Hctel restaurant Van den Berg State is beide kerstdagen geopend. Graag sturen wij U geheel vrijblijvend onze kerstmenu 's toe. Wij hopen U eerste- of tweede kerstdag op Van den Berg State te mogen begroeten. Heeft U met de kerst andere plannen, dan wensen wij U alvast een van hen hield wel heel erg aan: ook hij wilde o zo graag een eindje fietsen. "Nou, vooruit dan mar," beslo ten Eelke en Jan tenslotte, op voorwaarde, dat je de fiets te rugbrengt naar De Boer, dat is de vijfde vrachtwagen van hier." Dolgelukkig maakte die jonge daarna ook een rondje en ten slotte bracht hij het rijwiel inder daad bij de eigenaar terug. Maar die reageerde, zoals te verwachten viel: hij gaf de jon gen meteen een pats om de oren en gaf hem ook nog eens een lel tegen z'n achterste. Een paar dagen later meldden Eelke en Jan zich weer bij De Boer. En die heeft nooit gewe ten, dat zij hem die streek met de fiets geleverd hadden... Buorren 37 - 39 9081 AM Lekkum CO oo o ■si- co co CM 00 to o «o co O co co CM co LO O co co Foar al jo fersekeringen hypoteken financierings

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 16