'T KLEINE KRANTSJE Jeu del mt# VOOR DE DOOS MET SNIEPSNAREN VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN BOLLEMANSSTEEG Telkens wanneer 't Kleine Krantsje in de bus valt is er een reeks van herkenningen. Vooral als men ouder wordt komt het verleden steeds dichterbij. Al die mensen die er in schrijven of waarover geschreven wordt, zie ik in gedachten weer voor mij. En niet te vergeten de foto's die spreken. In nummer 623 staat mijn geboortehuis twee maal afgedrukt en wel Bolle- manssteeg nr. 12. Op de foto vanuit de Kalksteeg ziet men het bovenraam waar achter ik geboren ben, nu bijna tachtig jaar geleden, 't Was op 25 april 1916 dinsdagmorgen na Pasen en mijn vader Jog- chum Annema die koopman was, stond op het punt te ver trekken naar de veemarkt in Sneek. Dit ging dus niet door. Voor zover ik mij herinner heeft hij nadien nooit meer de Leeu warder en Sneker veemarkt ge mist. 't Was een zeer late Paas en bijzonder warm voor die tijd van het jaar. De bekende me juffrouw Eekhof was de vroed vrouw en had er een warme klus aan. Beneden ons woonde de familie Ritskes waarvan ik mij de namen nog herinner van de kinderen Durk en Emma. Door wat mijn moeder, IJbeltje Annema-de Leeuw, vertelde is mij veel bijgebleven. Om ons heen woonden o.a. een gezin met enigszins gehandicapte kinderen die het prachtig von den met mij te rijden. Soms tot angst van mijn moeder. Verder woonden daar de fami lie Huisman waarvan de zonen later bij de politie kwamen. Ook was er de familie Cladder die met ijs ventte en naar ik meen op de hoek van de Kalksteeg een snoepwinkeltje had. Dan was er de limonadefabrikant Faber die de kogelflesjes bot telde. Verder een stalhouderij die het zogenaamde boeven- wagentje in beheer had. Daar- achterop waren twee zitplaat sen voor bewakers. Ik mocht wel eens een eindje meerijden. De wielen ervan zijn later ge bruikt als lamphouders in de re creatiezaal van de gevangenis. De woningen van de Kalksteeg waren toen al onbewoonbaar verklaard. Willem Engelaar, de latere stadsmuzikant had daar een werkplaats. Ook mijn vader huurde daar zo'n woning en stalde daar het overgebleven vee van de veemarkt, 't Was oorlogstijd en van tijd tot tijd werd er ook wel eens een geit geslacht waar ook de buren wel content mee waren. Vaak ook wandelde mijn moe der met mij door de Nieuwes- teeg waar de familie Feenstra een kruidenierswinkel had en waar ik nogal eens verwend werd met een snoepje door de dochters. Over mijn vader nog het vol gende. In één van de vorige krantsjes o.a. nummer 618 werd geschreven over Majoor Thomson. In die tijd was mijn vader in militaire dienst. Één maal voor zijn eigen nummer en éénmaal als remplacant voor een boerenzoon Wasse naar. In die tijd werd er nog wacht gelopen bij de gevange nis, maar een mooie periode was toen hij oppasser was bij die majoor Thomson. Dat hield in dat hij moest zor gen voor het uniform, de wa pens en glimmend gepoetste schoenen. Ook had hij de zorg voor het paard en tuig. Die her innering kwam weer boven dankzij 't Kleine Krantsje. Na enige jaren verhuisden tnijn ouders naar het Werkmanslust, waarover misschien later meer. Leeuwarden Tabe Annema ONJUISTHEDEN In het nummer waarin Ritsko van Vliet senior schreef over "Luna Variété" staan enkele onjuistheden. Mijn vader was Hoofdambte naar bij de Rijksgebouwen dienst. En mijn zus Lucie is naar Amerika geëmigreerd en niet naar Australië. Met groot genoegen wordt elke maand het Kleine Krantsje ge lezen. Zo blijven we aardig op de hoogte van het wel en wee van Leeuwarden. Scharendijke Eduard Post HOEDJE GOUDPAPIER In het verhaal 'n Hoedje van goudpapier" in het nummer van maart spreekt de inzender er over, dat je vroeger van de "stadsdokter" geen dopje kreeg. Maar dat was voor iede re verzekerde zo, ook voor vrij willig verzekerden. In 1938 kreeg ik als zelfstandig ondernemer ook geen hoedje. Ik heb er toen over gesproken, maar het mocht niet baten. De apotheker woonde in de Schrans. Toen ik achttien was heb ik in verband met het overlijderi van mijn zuster ook een jaar met een rouwband gelopen. In die tijd waren er bij de dok ters ook aparte dagen voor be talende patiënten en verzeker den. Betalende patiënten mochten iedere dag komen, de rest driemaal in de week en je moest dan als verzekerde maar met je klachten wachten. Leeuwarden A. van Dijk EXCELSIOR In "Zang van vroeger" schrijft Tiet Wielinga-Gaansma over meneer Bron en het kinderkoor "Jong Excelsior". Ik was ook op dat koor tot ik ongeveer 16 was en er af moest. Daarna ben ik lid geweest van het geheelont houderskoor "Excelsior", ook door meneer Bron gedirigeerd. Mevr. A. Juckers-Hager die schreef over de fotoprijsvraag was ook lid van dat koor samen met haar man. Tiet Wielinga schrijft over de uitvoering in de Harmonie, waar we toen de bloemencantate zongen. Ik heb het programma nog, met al de woordjes van de versjes en de cantate er op. Het was vrijdag 26 februari 1937. Toen ik de woorden in het krantsje zag kon ik het zo nog zingen. Mijn tante zong de solos, zij was de zon. Ze leeft nog, is 86 en woont in Mars- sum. Ik ben ook een week naar Ame land geweest toen ik 12 was. Dat is zeker in 1936 geweest, want je moest 12 zijn en mijn verjaardag was eind augustus. Ik heb de woorden en muziek ook nog van het Excelsiorlied, dat we op Ameland zongen. Het eerste couplet is als volgt. "In de duinen, bij de bossen, en het brede Noordzee-strand- /Staan d'Excelsior gebouwen, op het vriendlijk Ameland/Daar heen trekken in de zomer Tal van kind'ren groot en klein/Om er dagen lang de gasten van Excelsior te zijn." Ik kende meneer Bron heel goed, hij kwam van Stiens, waar mijn vader ook geboren was. Hij was een paar jaar ou der dan mijn vader. Hij was hoofd van school 17, dat was waar ik op school ging. Hij woonde begin Cammingha- straat bij het pleintje. Het is zoals J. J. Oosterhof uit Amsterdam schrijft, in ieder nummer wordt er wel iemand genoemd, die men kende. Dr. Kulsdom was nl. onze huisdok ter. Dat is de reden dat ik iedere maand weer naar het Krantsje uit zie en er zo van geniet. Canada K. Soiseth-Kooistra HEEL WAT TE ZIEN Nummer 625 van 't Kleine Krantsje - er is op de foto van de voorpagina, weer heel wat te zien! Daar is rechts het toegangshek van de veemarkt, binnen het hek het wachthuis van de vee arts en zijn bekkebrekers. De veearts altijd te herkennen aan zijn witte doktersjas, vaak een regenjas daar over heen, rij broek en kaplaarzen of been kappen van leer en een hoed op. De bekkebrekers waren po tige kerels, die niet bang voor koeien en stieren waren en deze mannen waren altijd don derdags en vrijdags op de markt te vinden. Met twee of drie man werd de bek van de koe geopend en de veearts kon de tong van het beest dan con troleren op een of andere ziek te. Ik heb me altijd verwonderd over de snelheid waarmee de veearts een kwaal kon consta teren. Even de bek open, een snelle blik op de tong en in een klap weer dicht, wie volgt. Men ziet een prachtig bos bo men op de veemarkt staan, geen ziek exemplaar. Toch kwam er elke week een partij mest van de koeien op de markt terecht, grote stapels. In de middag van de vrijdags- markt spoten de gemeentelijke schoonmakers met grote stra len geweld de mest bij elkaar en voerden deze af. Elke week, twee en vijftig keer per jaar was er een enorme bodem ver vuiling van de veemarktgrond, maar ziet, de bomen groeiden als kolen en van ziekten hoor de men niet. De moderne mi lieubegrippen komen wel wat in gedrang met de marktbomen van de stad Leeuwarden. Vervolgens de wandelende heer met pijp en baskenmuts, in loden-jas gehuld, het toppunt van rust en vrede. Verder naar links een stevig hek dat zeker nog vele jaren zijn dienst zou kunnen bewij zen, onverwoestbaar. Naast de bomenrij de rails. Nog juist zien we de omgooi-wissel met ronde schijf. Deze wissel geeft de tram de gelegenheid om of rechtdoor te rijden tot voor het NS-station langs naar het perron aan de oostkant van het station om daar passagiers op te nemen voor de richting Veenwouden- Dokkum of de wissel geeft de tram de gelegenheid linksaf de Sophialaan op te rijden en voor de Prins Hendrikbrug af te bui gen naar de Willemskade over de Verlaatsbrug - achter de Eli- sabethstraat langs, dwars door het Westerpark (Vossepark) naar station Harlingersingel- Tramstraat om de weg naar Marssum te vervolgen. De foto moet in de loop van de twinti gerjaren gemaakt zijn. De veestallen, verder naar links, nog volop in gebruik in die jaren. Achter de veestallen de gebouwen van het Frico- complex. Als de wandelaar alsmaar rechtdoor zou lopen, belandt hij in de Snekertrekvaart. In de oorlogsjaren bij zeer donkere hemel heeft een kracht van ons kolenbedrijf dat gedaan. Misleid door de volkomen duisternis zag hij het verschil tussen de weg en het water niet en liep pardoes in de vaart. De man kon niet zwemmen, hulp was er op die vroege morgen niet en hij kwam jammerlijk om het le ven. Onze verslagenheid was groot en de bezetter van Ne derland kon men ook deze dood aanrekenen. Een lange tijd geleden heb ik dit voorval eens gemeld, bij het zien van deze foto komt dit droeve sterf geval weer duidelijk in herinne ring. Wat mij hierbij ook nog in her innering komt is het volgende: Links van de veestallen was de laadheuvel, zo ontworpen, op dat het vee van de heuvel di rect in de spoorwagon konden lopen. Direct naast genoemde heuvel lag het rangeeremplace ment van de goederenwagens. Op het eind van de veestallen was, hieraan aangebouwd, een dienstwoning, waarin een gezin met kinderen woonde. Zij woonden eigenlijk zo'n beetje op het rangeeremplacement, zo vlakbij de zijkant van het Frico- gebouw. Een van die kinderen speelde regelmatig op een blokfluit. Vaak ben ik die wo ning gepasseerd en hoorde dan de toeters van de rangeer ders, het rammelen van de rij dende wagens en het spelen van het kind op de blokfluit. De geluidsverschillen komen steeds weer bij mij boven bij het passeren van de plek waar ooit het huis en de Frico heb ben gestaan. It is easy to remember but hard to forget, dat ietwat droeve fluit spel en daarnaast het levende, rammelende en botsende leven vol lawaai. Leeuwarden Lijfering Voor een zeer gewaardeerde aanvulling van onze Grote Doos met Sniepsnaren zorgde deze maand onze abonnee de heer H. Annema uit Leeuwar den. Hij bezorgde ons een hardkartonnen map, waarin de mensen in de dertiger jaren hun radioprogramma's konden be waren. De map, die aan alle kanten is voorzien van adver tenties, werd indertijd aangebo den door de Radio Centrale "Oost" van J. Mensink, die ge vestigd was aan de Bleeklaan op de nummers 113 en 115 en waar men ook het "Meest ge sorteerd magazijn" van stofzui gers, ornamenten en verwar mingsartikelen" kon aantreffen. Interessant is het altijd zoveel jaar later na te gaan, hoeveel van' de toen adverterende bedrij ven de tand des tijds hebben doorstaan. Welnu, vergissen we ons niet, dan bestaat er van de vijf en twintig adverterende zaken, die we op deze map aantreffen, er nu niet een meer - alle zijn ze in de loop der tij den verdwenen, al is er van één altijd het uithangbord be waard, waardoor we zouden kunnen denken, dat deze ad verteerder er nu nog steeds is. Maar al staat er "Smederij" op het pand Bleeklaan 21die zaak bestaat al een aantal ja ren niet meer. Smid Jaap van Eldik is inmiddels overleden en hij was ook al van hier verhuisd voor hij stierf. Tja en al die andere zijn er dus ook al niet meer. Zoals de zaak in hoeden en petten van J. van der Meij van de Tuinen ("Goed koopst adres", het Tricotage magazijn van Steenaart van het Noordvliet, het "Leer- en Rub berhuis" van de Tuinen, de "Bi bliotheek met de grootste keu ze 't Centrum" van het Gouverneursplein, Hooge- veen's Rijwielhandel van de Oostergrachtswal, Dokter's Groentehal van de Oosterkade en het Vakkledinghuis van Wim Houwen uit de Nieuwe Ooster straat. De drie adverterende sigaren zaken hebben ook al lang gele den het loodje gelegd, maar ou dere Leeuwarders zullen zich de namen en adressen nog wel herinneren. Het waren de firma Rusticus en Tijsma van de Oosterkade, het Sigarenmaga zijn van D. W. Memerda van de Voorstreek en de Sigarenzaak van B. Schaafsma op het hoek je van het Noordvliet en de Bleeklaan. Aardig is het te zien, dat één adverteerder zijn annonce van een Friese tekst voorzag. "Us Cake, Sprits, Taertjes en Koek jes wirdt fen goed spul makke en fait er dos altiten lekker yn," beweerde bakker Jan Deelstra van de Suder Greftswal. De uurwerkmaker H. J. de Weert zullen we niet meer op de Oostergrachtswal kunnen vinden en het heeft ook geen zin meer naar de hoek van het Cambuursterpad en de Jacob (Vervolg op pag. 13)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 8