LEEWADDERS WAAR IS DIT? 'T KLEINE KRANTSJE DE AVONTUREN VAN JUFFROUW KNIP EN KNAP VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 13 Het voormalig pakhuis De Jong (Foto: Chris Visser) 20. De Sportlaan (2) Op een zonnige middag in juni 1996 wandelen juffrouw Knip en Knap in Huizum op de Schrans. Even later staan ze voor het beeld van Roosje Co- hen (1881-1958) vlak voor de overweg. Knip: 'Waarom staan er twee namen op de sokkel, het beeld is toch maar één vrouw?' Knap: 'Dat weet ik ook niet pre cies, eerst stond er Betje Co- hen op de sokkel, en later in eens twee namen.' Knip: 'Ha.oom Piet!' Piet: 'Goeiemiddag dames!' Knap: 'Dag oom Piet, ik dacht net aan u, u weet vast wel waarom er twee namen op de sokkel staan.' Piet: 'Het was de bedoeling hier een beeld te plaatsen van Betje Cohen. De beeldhouwster Mari anne Krabbendam kreeg echter een foto van Roosje Cohen als voorbeeld en dus kwam bij het beeld van Roosje de naam van haar tweelingzuster Betje. Betje heeft hier in de buurt gewoond, maar Roosje niet. Dat heb je als amateurs iets moeten rege len, er zijn in Huizum en Leeu warden genoeg mensen die beide vrouwen gekend hebben, het had dus niet zo hoeven te gebeuren.' Knap: 'Maar waarom staan er nu twee namen op de sokkel, dat slaat toch nergens op?' Piet: 'Er kwamen reacties en protesten en het einde van het liedje was dat de echte naam bij de onechte naam is aange bracht. Een misplaatste oplos sing. Of er staat Roosje Cohen op de sokkel of het beeld krijgt een plaats op het Wilhelmina- plein. Koopvrouwen waren de dames evenmin. Roosje was straatventster, op vrijdagmid dag kon je haar vroeger aan treffen op de markt op het Wil- helminaplein. 's Morgens was ze op de veemarkt. Ik heb haar nog wel gezien met haar han deltje in de kinderwagen. drop en pepermunt verkocht ze.een kleine vrouw met grijs haar. Maar koopvrouw. dat is wel ver gezocht.' Knip: 'Heeft u Betje wel eens gezien?' Piet: 'Nee, maar die is eerder overleden en kwam ook niet op de markt. Waar gaan jullie ove rigens naar toe?' Knap: 'We hebben een collega in Huizum bezocht. We zijn met de bus gekomen en wilden bij het station de bus weer ne men.' Piet: 'Jullie kunnen wel bij mij theedrinken, en later met de bus gaan.' Knap: 'Dat lijkt me een goed idee, jij ook Knip?' Knip: 'Ja hoor, prima.' Een half uurtje later zit het ge zelschap aan de thee. Piet: 'Laatst ben ik nog eens in de Sportlaan geweest en heb wat aantekeningen gemaakt. Heb jij Paula de Vries nog ge kend?' Knap: 'Ja. Piet: 'Die woonde op nummer zevenentwintig. Toen ik jong was woonde daar de familie Fleur. Fleur was zadelmaker en heeft het vak vroeger bij Meijer geleerd.' Knip: 'Meijer uit de Kleine Kerk straat?' Piet: 'Nee, op de Schrans. On geveer waar nu het beeld van Roosje Cohen staat. Eén van de jongens van Fleur speelde vroeger wel met ons, ik geloof dat we die Broer noemden. Knap: 'Ik heb die Fleur niet ge kend.' Piet: 'Begin jaren vijftig verhuis de Fleur naar Achter de Hoven, aan het begin. Waarschijnlijk nummer drie of vijf. In de jaren zeventig was daar een winkel die kampeermeubelen ver kocht. Naast Fleur, op nummer vijfentwintig, woonde Visser, die man is ruim negentig jaar geworden. Na de oorlog be zorgde Visser Het Vrije Volk bij ons. 's Zaterdags zag ik hem al aankomen en was ik de eerste die de krant te pakken had. Pas als ik de dagelijkse bijdrage van Paulus de Boskabouter ge lezen had was de krant voor ie dereen beschikbaar.' Knap: 'Paulus vond ik ook prachtig, en Bulletje en Bones- taak.' Piet: 'Tegenover Visser, op nummer vierentwintig woonde familie Flapper, en later familie Van Foeken. Op de volgende hoek van de Heringastraat en Sportlaan woonde Mintje Fer- werda, die handelde in groente en fruit. Hij had geen winkel. Ik herinner me nog dat hij Chow chow honden hield. Naast Fer- werda woonde Smit en dan kwam het winkeltje van Berg- sma. Aan de overkant, op num mer zeventien, woonde de fa milie Keuning, die handelden ook in groente en fruit en had den eveneens geen winkel. Tussen de woning van familie Schuur en Keuning was een pakhuis van De Jong, dat is nu een particuliere garage.' Knap: 'Het pakhuis van Foppe de Jong?' Piet: 'Nee, deze De Jong nam bestellingen op en bezorgde de kruidenierswaren zelf aan huis. Ik heb hem vaak gezien met een korf op de transportfiets. Deze De Jong woonde ook in de Sportlaan, aan de oneven kant. Op de volgende hoek, van de Jouwsmastraat, num mer dertien, woonde de familie Meines. Misschien woonde Meines ook wel naast de hoek, op nummer elf. Op nummer tien woonde Mo lenwijk, die werkte bij een nota ris. De familie Molenwijk heeft in de oorlog een baby geadop teerd waardoor dit meisje uit de klauwen van de nazi's bleef, maar wel haar hele familie kwijt raakte.' Knap: 'Dat meisje heette toch Kitty?' Piet: 'Ja, dat klopt. Jij was laatst mis met die handwerkjuf, dat was geen juf Feenstra, maar juf De Vries.' Knap: 'Ja, dat heb ik intussen al van Baukje gehoord.' Piet: 'De moeder van juf De Vries was Hiltje Feenstra, in het boek Afke's tiental de oudste dochter Wiepkje.' Knap: 'Maar ze woonden toch wel op nummer zeven?' Piet: 'Ja, dat wel. En zo blijkt maar weer eens dat misverstanden door navraag en overleg kunnen worden opge lost. Chris Visser Onlangs hebben we in 't Klei ne Krantsje een foto afge drukt van een bij de Emma- kade door afbraak zichtbaar geworden oude muur van de vroegere haardenfabriek van Faber en Zeilinga. Een kleinzoon van deze Lieu- we Faber, de heer Lieuwe Tijsma te Drachten, meldt ons nu, dat zijn grootvader om streeks 1917 van hier naar Enkhuizen vertrok, maar dat hij tot zijn overlijden op een en negentigjarige leeftijd in 1962 nog regelmatig in Leeuwar den kwam. Dan wandelde hij graag door de oude binnenstad, waar hij op veel plaatsen altijd wel wat te vertellen had. Eens, toen hij al in de tachtig was, gebeurde het, dat hij een oude kennis ontmoette, die hij misschien al in veertig jaar niet had gezien. Beide heren bleven op het zelfde moment verrast staan en keken elkaar een ogenblik zwijgend aan. Tot de heer Faber verbaasd opmerkte: HeOosterhuus, ik docht, dat jou al lang doad waren..." Waarop de doodnuchtere reactie kwam: "Nou, dat bliekt dus niet soa te wezen, andus had ik hier niet staan. Dit is de nieuwe opgave voor onze fotoprijsvraag "Leewadders waar is dit?" Oplossingen, uitsluitend schriftelijk, binnen veertien dagen naar de redactie van 't Kleine Krantsje, Vredeman de Vriesstraat 1, 8921 BP Leeuwarden. Uitslag over vier weken. Onder de abonnees, die ons het juiste antwoord geven, verloten wij een exemplaar van het boekje "Leeuwarden - ach ja, zo was het... met zestien zeer fraaie foto's van de stad uit een lang vervlogen tijd. (Vervolg van pag. 13) devol./Van 't leed dat de Alco hol alleen al deed./De krankzin nigenhuizen spreken duchtig mee./Van 't leed geschapen door de Alcohol. Telt men de sommen bij el- kaar./Dan verdwijnt het Alcohol gewin zomaar./Want twee mil jard is nog te klein./Voor misda dige Alcohol venijn. Dus weg dat Alcohol vergif- ./Geeft een besparing van twee miljard gewis./Daarmee de on zedelijkheid verdwijnt/En de Ongevallen zeer verkleint. Dus beste vrienden, bouw allen mee./Dat de drank verdwijnt uit Levenszee ./Wees practisch, wijs en levensgoed./Dat Sa tansdrank verdwijnen moet. De drank dat is een duivels- kind./Die mede-oorzaak in alle ellende vindtJZij brengt ook Rijk en Staat geen gewin./Maar enige miljarden Schade in aller lei gezin. Wat schade brengt voor ieder- een./Dat dan verdwijnt, is een gewin./Dan leeft weer vreugde in huisgezin./En een belangrijk voordeel voorde staat alleen. Dus mannen. Broeder, vrouw en kind./Weest vijand van dat duivelskind./Weest gezond en sterk en sta altijd pal./Dat de duivelse alcohol u niet overwin nen zal. De laatste keer met vakantie in 't buitenland had stadgenoot K. de V. voor z'n gezin alleen aan hotelkosten een slordige drie duizend gulden uitgegeven. Dat werd hem toch te bar en na ampel overwegen viel het besluit: er zou een grote bunga lowtent worden aangeschaft en niet een hotel, maar een cam ping zou voortaan het einddoel van iedere vakantiedag zijn. Met veel goede moed, maar zonder ervaring trok het gezin bij de eerstvolgende vakantie de zon tegemoet en die had het al laten afweten, toen de heer De V. het tijd vond worden uit te kij ken naar een camping. Maar dat viel niet mee! Toen er eindelijk één gevonden was, bleek die helemaal bezet te zijn: full house, voll, complet. Op naar de volgende. Maar waar? Tien kilo meter verder, twintig, vijftig? Nee hoor, pas tachtig kilometer verder werd de volgende cam ping ontdekt. Maar ook die was helemaal vol. Intussen liep het aardig in de richting van midder nacht en ten einde raad besloot de heer De V. toch maar weer met vrouw en kinderen in een hotel te gaan. Merkwaardiger wijs werd de tweede dag tot aller ergernis een herhaling van de eerste en ook nu kregen de vakantiegangers geen roman tisch tentdak boven hun hoofd: weer vormde een gepeperde hotelrekening het officiële af scheid van de nacht. En - pot jandorie! - op de derde dag, diep in Italië nu, dreigde het opnieuw mis te gaan: weer trof het gezin een, twee, drie tot de laatste plaats bezette campings aan. Toen - tegen twaalven alweer - het hatelijke bordje "complet" bij de vierde camping het hopeloze van de situatie nog eens onder streepte, slaakte de heer De V. een vloek: nu besloot hij zich er geen barst van aan te trekken en vol gas reed hij de camping op, slalomde tussen rijen tenten door en zowaar: in een glimp maanlicht ontdekte hij een lege plek! Ijlings werden de tentspul len van de imperial gehaald en met vereende krachten kregen de aspirant kampeerders na veel steunen en zuchten de tent overeind. Tegen tweeën moet het zijn geweest, toen ze eindelijk lagen: héééérlijk, hun eerste nacht in de tent. En zó vermoeid waren ze allemaal, dat ze niet eens begrepen, waarom er al geen tent stond op die lege plek. Dat merkten ze de volgende morgen pas, toen de Italiaanse zon begon te branden en hun reuk organen beter werkten dan de afgelopen nacht: ze bleken de tent te hebben neergezet op de afvalbult van het kamp... Het was een vreemde gewaar wording en tegelijk de laatste voor het kamperende gezin: voortaan sliepen ze weer in een hotel, al was dat ook nóg zo duur...

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 13